Rek. H7 kommagetallen

Decimalen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Decimalen

Slide 1 - Tekstslide

Rond 6,4568 af op 2 decimalen
A
6,45
B
6,40
C
6,57
D
6,46

Slide 2 - Quizvraag

Schrijf 1/4 decimaal getal
A
0,4
B
0,25
C
0,2
D
0,50

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf 2/100 als decimaal getal
A
0,20
B
0,02
C
0,05
D
0,025

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf 3/8 als decimaal getal
A
0,375
B
0,24
C
0,3
D
0,25

Slide 5 - Quizvraag

Wat weet jij al
 van de breuk     ?
41
timer
1:00

Slide 6 - Woordweb

geef hier je antwoord
en je ber

Slide 7 - Woordweb

Het rijtje van mm-km

Slide 8 - Woordweb

Welke getal ligt er precies tussen 5 en 10? max. 1 decimaal.

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde van bewerkingen?
1)
2)
3)
4)
Haakjes uitwerken
Machten en wortels -->
X en ÷ -->
+ en - -->

Slide 11 - Sleepvraag

Zet van groot naar klein
grootste
kleinste
KM
hm
mm
cm
dam
dm
m

Slide 12 - Sleepvraag

60%
1/4
1/5
6/10
3/4
4/5
80%
25%
20%
75 %

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 14 - Sleepvraag

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 15 - Sleepvraag

90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6

Slide 16 - Sleepvraag

3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000

Slide 17 - Sleepvraag

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 18 - Sleepvraag

wat is de waarde van de 3 in het getal 2,683?
A
3 tiende
B
3 honderdsten
C
3 duizendsten
D
3 eenheden

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf 1/4 als decimaal getal:
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

Van breuk naar decimaal
  •  1/3 = 1: 3 = 0,33
  • 1/5 = 1: 5 =  0,2
  • 1/8 = 1 : 8 = 0,125
  • 3/4= 3 : 4 = 0,75

Slide 21 - Tekstslide

Van decimaal naar breuk
  • 0,04= 4/ 100
  • 0,10 = 10/100 = 1/10
  • 0,25 = 25/100 = 1/4

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf 0,75 als een breuk.
vereenvoudig zoveel mogelijk
A
4/5
B
75/100
C
3/7
D
3/4

Slide 23 - Quizvraag

2,5 + 3,9 =
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

Vermenigvuldigen
  • x 10
  • 2,3 x 10 = komma 1 plek naar rechts
  • dus 2,3 x 10 = 23
  • x 100
  • 1,678 x 100 = komma 2 plekken naar rechts
  • dus 1,678 x 100 = 167,8

Slide 25 - Tekstslide

100 x 1,757 =
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Hoeveel miljard is 2100 miljoen?
  • miljoen = zes nullen
  • miljard = negen nullen
  • 2100 miljoen = 2100 000 000
  • vanaf rechts 9 getallen tellen =
  • 2,1 miljard

Slide 27 - Tekstslide

3500 miljoen = hoeveel miljard?
(alleen getal zonder nullen of miljard)

Slide 28 - Open vraag

Donald weegt 12 appels op een weegschaal.
Hoeveel gram weegt een appel gemiddeld?

Slide 29 - Open vraag

Donald weegt 12 appels op een weegschaal.
Hoeveel gram weegt een appel gemiddeld?
  • 12 appels = 2,28 kg
  • 1kg = 1000 gram
  • 2,28 x 1000 = 2280 gram
  • 2280 : 12 = 190 

Slide 30 - Tekstslide

Wat vond je van de uitleg?
-2100

Slide 31 - Poll

Aan de slag
  • eduhint.nl (of via mbowebshop.nl)
  • H7 d-toets
  • over 3 weken tussentoets deel 3

Slide 32 - Tekstslide

LESDOELEN:

  • Je weet wat decimale getallen zijn
  • Je kent de opbouw van decimale getallen
  • Je kunt optellen en aftrekken met decimale getallen


KLAAR met 2F? Werk door aan 3F!





Slide 33 - Tekstslide

Decimalen

Slide 34 - Tekstslide

Decimalen

Slide 35 - Tekstslide

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt bij het optellen van decimale getallen de manieren van handig rekenen gebruiken.
Je kunt rijgen door in een optelling alleen het tweede getal te splitsen.

Slide 36 - Tekstslide

3,08 + 2,99 =

Slide 37 - Open vraag

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt splitsen door in een optelling zowel het eerste als het tweede getal te splitsen.

Slide 38 - Tekstslide

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt decimale getallen optellen en aftrekken door te cijferen.

Slide 39 - Tekstslide

Bereken de som.

Slide 40 - Open vraag

Truus loopt een wedstrijd van 31,08 kilometer. Ze heeft al 8,5 kilometer gelopen. Hoeveel kilometer moet Truus nog lopen?

Slide 41 - Open vraag

Zorg altijd voor kladpapier en een pen/potlood!

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Leerdoelen
De student:
kan een kommagetal omzetten in een breuk.
begrijpt dat een breuk een deling is.
kan met de rekenmachine een breuk in een kommagetal omzetten.
kent de meest voorkomende breuken als kommagetal.




Slide 45 - Tekstslide