Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A tot Zin lidwoorden
A tot Zin lidwoorden
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
A tot Zin lidwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf je wel of geen lidwoord?
Slide 2 - Tekstslide
Somar wil graag ______ kapper worden.
A
een
B
_
C
de
D
het
Slide 3 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Bij
een beroep
(wat iemand voor werk doet) schrijf je
geen
lidwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Nisanur is _____ Turkse.
A
de
B
een
C
het
D
____
Slide 5 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Bij een
nationaliteit
(waar iemand vandaan komt) schrijf je
geen
lidwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Osama is vandaag vroeg op ______ school.
A
______
B
het
C
de
D
een
Slide 7 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Tussen
op
en
school
schrijf je
geen
lidwoord.
Slide 8 - Tekstslide
Mevrouw Colette zegt: pak _____ pen en_______ papier
A
de /______
B
_____ / het
C
de/het
D
_____ / ______
Slide 9 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Bij
pen en papier
schrijf je
geen
lidwoord.
Slide 10 - Tekstslide
Mohamad eet _____ peer.
A
de
B
het
C
_____
D
een
Slide 11 - Quizvraag
Je schrijft:
een
peer
Praat je
voor het eerst
over iets? En is het
enkelvoud
? Dan schrijf je het lidwoord
een.
Slide 12 - Tekstslide
Selina en Alia eten _____ peren.
A
de
B
het
C
_____
D
een
Slide 13 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Praat je
voor het eerst
over iets? En is het
meervoud
? Dan schrijf je
geen
lidwoord
.
Slide 14 - Tekstslide
Talya eet graag _____ fruit.
A
de
B
het
C
_____
D
een
Slide 15 - Quizvraag
Geen lidwoord!
Praat je voor het eerst over iets? En kan je het
niet tellen
? Dan schrijf je
geen
lidwoord.
Slide 16 - Tekstslide
De moeder van Rayaan houdt van _____ bloemen.
A
de
B
het
C
_____
D
een
Slide 17 - Quizvraag
De zus van Ubay werkt in _____ snoepwinkel.
A
een
B
_______
C
de
D
het
Slide 18 - Quizvraag
Mohammed is ook _______ verkoper in een winkel.
A
______
B
de
C
een
D
het
Slide 19 - Quizvraag
Bij Adrian in de straat is _____ station.
A
______
B
de
C
een
D
het
Slide 20 - Quizvraag
Erik gaat naar _____ station in Breda.
A
______
B
de
C
een
D
het
Slide 21 - Quizvraag
Ardavan wil zijn vader _____ boek geven.
A
_____
B
een
C
het
D
de
Slide 22 - Quizvraag
Afifa heeft ______ grote tuin.
A
een
B
_____
C
de
D
het
Slide 23 - Quizvraag
Maar _____ tuin van Amit is nog groter.
A
een
B
het
C
________
D
de
Slide 24 - Quizvraag
Mevrouw Aysel geeft ______ les op de isk.
A
een
B
het
C
de
D
_____
Slide 25 - Quizvraag
Alia koopt _______ broodjes in de kantine.
A
de
B
het
C
_______
D
een
Slide 26 - Quizvraag
Samuel vindt ______ broodjes op school heel lekker.
A
de
B
het
C
een
D
_______
Slide 27 - Quizvraag
Maar Sorach vindt _____ friet met saus lekkerder.
A
_______
B
de
C
het
D
een
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Grammatica te
Juni 2024
- Les met
14 slides
NT2
ISK
Adjektive
16 dagen geleden
- Les met
12 slides
Nederlands
Secondary Education
ZG 1.1 - deel 5 : Wanneer verjaar jij?
Januari 2025
- Les met
24 slides
NT2
Secundair onderwijs
Startrekenen VO 2F H4 -les 1
Februari 2023
- Les met
31 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Startrekenen VO 2F H4 -les 1
Januari 2025
- Les met
31 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Holland óra 2-3-2023
Maart 2023
- Les met
17 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Herhaling deel1
Januari 2024
- Les met
32 slides
NT2
Secundair onderwijs