3.3 Van Moordaanslag naar Wereldoorlog

Startopdracht:
  • Kijk in een tweetal naar de betekenis van de begrippen: nationalisme, militairisme, wapenwedloop.
  • Zoek bij elk begrip een passende afbeelding (deze moet dus over WO I gaan.)
  • Zorg dat je kan uitleggen wat er op de afbeeldingen te zien is.

timer
5:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
  • Kijk in een tweetal naar de betekenis van de begrippen: nationalisme, militairisme, wapenwedloop.
  • Zoek bij elk begrip een passende afbeelding (deze moet dus over WO I gaan.)
  • Zorg dat je kan uitleggen wat er op de afbeeldingen te zien is.

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

3.3: van Moordaanslag naar Wereldoorlog

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
  • bespreken startopdracht
  • bespreken huiswerk
  • verloop van de oorlog.
  • aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
... heb je laten zien dat je weet wat de begrippen: nationalisme, militairisme, wapenwedloop betekenen.
... kun je uitleggen hoe de oorlog begon.
... heb je laten zien dat je afbeeldingen kunt koppelen aan begrippen en dit ook kunt uitleggen.
... heb je geleerd hoe de oorlog verliep.
... ken je de betekenis van de begrippen: mobilisatie, tweefrontenoorlog en loopgraven.

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken WOI?

Slide 5 - Woordweb

Oorzaken voor de oorlog:
  • Modern Imperialisme
  • nationalisme: liefde voor het eigen volk (natie)
  • Bondgenootschappen
  • militairisme: verheerlijking van het leger
  • wapenwedloop: Strijd om de beste en de meeste wapens.
  • gevolg: Grote internationale spanningen in 1914 

Slide 6 - Tekstslide

Bij welke oorzaak past deze afbeelding?
Bij welke oorzaak past deze afbeelding?

Slide 7 - Tekstslide

Bondgenootschappen:
  • bondgenootschappen
  • Geallieerden: Groot-Brittanië, Frankrijk en Rusland
  • Centralen: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, Italië
  • later: het Ottomaanse Rijk bij de centralen , Verenigde Staten bij de geallieerden. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Deze afbeelding gaat over het begrip bondgenootschap. Leg dat uit, gebruik in je antwoord de begrippen: centralen en geallieerden.

Slide 10 - Open vraag

Een snelle start:
Zomer 1914: grote spanningen
28 juni 1914: moord op de kroonprins van Oostenrijk in de Bosnische hoofdstad Sarajevo.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Kettingreactie: 
  • Oostenrijk besluit Servië te straffen.
  • Duitsland beloofd Oostenrijk in geval van nood te helpen.
  • Servië krijgt hulp van Rusland
  • Rusland wordt opgestookt door Frankrijk

28 juli 1914: Oostenrijk verklaard Servië de oorlog

Slide 13 - Tekstslide

Kettingreactie:
  • Rusland maakt zijn leger gevechtsklaar
  • Duitsland verklaard Rusland de oorlog
  • Frankrijk gaat over tot mobilisatie
  • Mobilisatie: Klaarmaken van het leger
  • Duitsland verklaard Frankrijk de oorlog. 

Slide 14 - Tekstslide

De start van de oorlog:
3 augustus 1914: Duitse leger trekt het neutrale België binnen op weg naar Frankrijk.(waarom?)

  • Groot-Brittannië verklaard Duitsland de oorlog vanwege de schending van de Belgische neutraliteit.
  • Overal trekken troepen enthousiast ten strijde.

Slide 15 - Tekstslide

Welke emotie zie je?

Slide 16 - Tekstslide

Von Schliefenplan
Tweefrontenoorlog voorkomen
  • Zes weken de tijd om Frankrijk te verslaan
  • Duits-Franse grens was zwaarbewaakt
  • Door het neutrale Nederland en België
Daarna naar Rusland, dat meer tijd nodig had om te mobiliseren

Slide 17 - Tekstslide

Strijd aan het oostfront:
  • voorkomen van een tweefrontenoorlog mislukt
  • Russen sneller gevechtsklaar dan gedacht
  • Westfront muurvast
  • 1915: Duitse troepen naar het oostfront voor een aanval op Rusland. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat was het von schliefenplan? gebruik het begrip: tweefrontenoorlog in je antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Verloop van de oorlog:
  • massale oorlog gruwelijk door nieuwe industrieel geproduceerde wapens.
  • eerste weken al honderdduizenden doden en gewonden.
  • opmars stopt, legers graven zich in in loopgraven.
  • Duitsers, Fransen, Britten en Belgen liggen vanaf eind 1914 langs een 700 km lang front tegenover elkaar.

Slide 20 - Tekstslide

De linies in de loopgraven
Binnen in een loopgraaf. 

Slide 21 - Tekstslide

Slag aan de Somme
  • 24 juni - 18 november 1916
  • Fransen en Britten proberen samen de loopgravenoorlog te doorbreken.
  • Maandenlange bombardement Duitse loopgraven (weinig effect)
  • GB: 420.000 manschappen, Fr: 200.000 en Dld: 450.000, totaal 1.070.000 man.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waarom bleef de oorlog steken in loopgraven?

Slide 24 - Open vraag

1917 Russische revolutie
  • Russen komen in opstand in 1917:
  • Redenen: slechte prestaties aan het Oostfront, voedseltekorten, absolute macht Tsaar
  • Nieuwe regering sluit de vrede van Brest-Litovsk met Duitsland(maart 1918)

Slide 25 - Tekstslide

Nieuwe oorlogstechnieken
  • Geallieerden maken beter gebruik van nieuwe wapens
  • tanks
  • vliegtuigen 
  • vlammenwerpers
  • gifgas
  • telefoonlijnen

Slide 26 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
... heb je laten zien dat je weet wat de begrippen: nationalisme, militairisme, wapenwedloop betekenen.
... kun je uitleggen hoe de oorlog begon.
... heb je laten zien dat je afbeeldingen kunt koppelen aan begrippen en dit ook kunt uitleggen.
... heb je geleerd hoe de oorlog verliep.
... ken je de betekenis van de begrippen: mobilisatie, tweefrontenoorlog en loopgraven.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag:
  1. Lees van paragraaf 3.3 Aanval op België en Van bewegingsoorlog naar Loopgravenoorlog. Beantwoord de vraag: Hoe verliep de oorlog in het Westen? Gebruik hier meerdere zinnen voor.
  2. Zoek informatie over het leven in de loopgraven en beschrijf in het kort hoe het dagelijks leven van een soldaat in de loopgraven eruit zag. 

Slide 28 - Tekstslide