§7.4 Zure en basische oplossingen - 2

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. twee eigenschappen benoemen van zuren en basen
  2. het verband beschrijven tussen de concentratie van een oplosmiddel en de pH
  3. met een indicator bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is. 
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 2 - Tekstslide

Een zeepmolecuul bestaat uit een ‘kop’ en een ‘staart’.
Welke opmerking is juist?
A
De hydrofiele staart zit het liefste in vet of olie.
B
De hydrofiele staart zit het liefste in water.
C
De hydrofobe staart zit het liefste in vet of olie.
D
De hydrofobe staart zit het liefste in water.

Slide 3 - Quizvraag


A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

In sommige delen van Nederland is het leidingwater erg hard. Wat is de naam van de stof die het water hard maakt?
A
ammonia
B
citroenzuur
C
kalk
D
mierenzuur

Slide 5 - Quizvraag

Marwa vindt het belangrijk om er aantrekkelijk uit te zien. Om haar huidmooi en schoon te houden, gebruikt ze een crème. Crème is een mengsel.
Geef de drie hoofdbestanddelen van crème.

Slide 6 - Open vraag

In tandpasta voor extra witte tanden zit een extra hoeveelheid calciumpyrofosfaat, dat als schuurmiddel werkt. Waarvoor zorgt het toevoegen van een schuurmiddel in tandpasta?
A
helpen bij het oplossen van vetresten
B
het polijsten van de tanden
C
het verwijderen van talg
D
het verwijderen van suiker

Slide 7 - Quizvraag

Natuurlijke zeep
Kunstmatige zeep

Slide 8 - Sleepvraag

Zure oplossingen 
basische oplossingen 
Speel hierheen zure oplossingen 
Sleep hierheen basische oplossingen
1. Spiritus
2. Azijn
3. Zeep
4. Ammonia
5. Gootsteenontstopper
6. Zoutzuur
7. Wc eend

Slide 9 - Sleepvraag

Practicum indicatoren

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 
Indicator
Zuur
Neutraal
Basisch
Rood lakmoes
Blauw lakmoes
Rodekoolsap
Fenolftaleïne

Slide 10 - Tekstslide

Practicum indicatoren

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 11 - Tekstslide

Zuur en basische schoonmaakmiddelen
  • Zure schoonmaakmiddelen verwijderen kalk (ketelsteen/CaCO3)
  • Basische schoonmaakmiddelen hebben een ontvettende werking
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 12 - Tekstslide

Karel wil de witte aanslag van zijn douchekop verwijderen

Welk schoonmaakmiddel kan hij het beste gebruiken?
A
ammonia
B
dreft
C
gootsteenontstopper
D
WC-Eend

Slide 13 - Quizvraag

'Zoutzuur: ontzettend agressief en een gevaar voor de mens'


Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 
NOS, 2015

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit of jij het met de uitspraak van Jacob eens bent

Slide 15 - Open vraag

Concentratie en pH
De pH/zuurgraad zegt iets over de mate van 'zuurheid'

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 16 - Tekstslide

Gedachtenexperiment
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 17 - Tekstslide

Gedachtenexperiment
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 
Verdunnen
  • Wanneer je een zuur gaat verdunnen stijgt de pH (naar 7,0000...)
  • Wanneer je een base gaat verdunnen daalt de pH (naar 7,0000...)

Slide 18 - Tekstslide

Met lakmoes papier kun je de pH nauwkeurig bepalen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Eline verdunt azijn met water. Wat gebeurt er met de pH-waarde van de azijn?
A
de pH wordt groter
B
de pH wordt kleiner
C
de pH verandert niet

Slide 20 - Quizvraag

Lesdoelencheck
Als het goed is kan ik nu:
  1. twee eigenschappen benoemen van zuren en basen
  2. het verband beschrijven tussen de concentratie van een oplosmiddel en de pH
  3. met een indicator bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is. 
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel doelen beheers jij?
03

Slide 22 - Poll

Aan de slag!
NU: Lezen §2.4 (blz. 98 t/m 102)
Daarna maken opdracht 1, 2, 3 en 4

HW 
Basis: 5, 6, 9, 10 en 11
Extra ondersteuning: 7 en 8
Extra uitdaging: 12 en 13


Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 23 - Tekstslide