Kerstquiz De Verrekijker
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer is het kerst?
A
5 december
B
24 en 25 december
C
26 en 27 december
D
25 en 26 december
Slide 4 - Quizvraag
WAT VIEREN WE MET KERST?
A
Dat sommige rendieren rode neuzen hebben.
B
De geboorte van jezus.
C
Dat jezus is opgestaan uit de dood.
D
De verjaardag van de kerstman.
Slide 5 - Quizvraag
Waar is Jezus geboren?
A
In bed
B
In het weiland
C
In de stal
D
In het ziekenhuis
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
WAAR IS JEZUS GEBOREN?
A
Jeruzalem
B
Rome
C
Amsterdam
D
Bethlehem
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
WAAR LIGT BETHLEHEM?
A
A
B
B
C
C
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
]
Welke woorden moeten er op de streepjes?
O dennenboom, o dennenboom, wat zijn uw __________ wonderschoon. Ik heb u laatst in 't bos zien staan, toen zaten er geen ___________ aan.
A
blaadjes, kaarsjes
B
takken, naaldjes
C
takken, kaarsjes
D
kleuren, naaldjes
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel dennenappels
zag je op de foto?
zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel cadeaus
zag je op de foto?
zag je op de foto?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel kaarsen?
A
1
B
3
C
4
D
2
