Unit 4 lesson 4

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 4 Lesson 4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 4 Lesson 4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
- Pak je Engels boek, maar hou deze nog even dicht.
- Pak je ipad en ga naar lesson up.

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
- Je kunt hulp en feedback vragen, en daarvoor open staan.
- Je het geoefend met verschillende gesprekssituaties en hier adequaat op reageren. 
- Je kunt de grammatica van 'Gerund' toepassen.
- Je kunt de grammatica van 'this / that / these / those' toepassen.
- Je kunt de grammatica van 'Have to' toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check
Verdiept:

Wie maakt de mini-check:


Slide 4 - Tekstslide


Use the Gerund 

Slide 5 - Open vraag

Een goede gerund is
A
We are eating right now
B
I love eating outside

Slide 6 - Quizvraag


use the gerund 

Slide 7 - Open vraag

Hoe gebruik je de gerund?
A
Als zelfstandig naamwoord
B
Als bijvoegelijk naamwoord
C
Als werkwoord
D
niet

Slide 8 - Quizvraag

This / That / These/ Those
A
This pencil here looks sharp
B
That pencil here looks sharp
C
These pencil here looks sharp
D
Those pencil here looks sharp

Slide 9 - Quizvraag

Kies: This / That / These/ Those
A
This dogs here are happy.
B
That dogs here are happy.
C
These dogs here are happy.
D
Those dogs here are happy.

Slide 10 - Quizvraag

This / That / These/ Those
A
This students over there are lost.
B
That students over there are lost.
C
These students over there are lost.
D
Those students over there are lost.

Slide 11 - Quizvraag

Kies: This / That / These / Those
A
Look at this birds on the roof there!
B
Look at that birds on the roof there!
C
Look at these birds on the roof there!
D
Look at those birds on the roof there!

Slide 12 - Quizvraag

Kies: This / That / These / Those
A
Could we go to this building over there?
B
Could we go to that building over there?
C
Could we go to these building over there?
D
Could we go to those building over there?

Slide 13 - Quizvraag

Kies: don't have to of doesn't have to
A
She don't have to work today
B
She doesn't have to work today

Slide 14 - Quizvraag

Kies: don't have to of doesn't have to
A
I don't have to listen to you
B
I doesn't have to listen to you

Slide 15 - Quizvraag

4. Instructie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

enkelvoud                                      enkelvoud





meervoud                                     meervoud

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Grammar: have to
  • Om te zeggen dat iets moet (verplicht wordt) gebruik je have to + hele werkwoord.
I have to clean.
You have to clean.
He / she / it has to clean.
We have to clean.
You have to clean.
They have to clean.

I don't have to clean.
You don't have to clean.
He / she / it doesn't have to clean.
We don't have to clean.
You don't have to clean.
They don't have to clean.

Bevestigend
Ontkennend

Slide 21 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Doorloop samen de opdrachten van lesson 4. Bespreek de opdrachten en scan samen de QR-codes

Slide 22 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Maak opdracht  36 t/m 49 op blz. 35 t/m 44

Slide 23 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Slide 24 - Tekstslide

Gerund:
She is good at (dance)

Slide 25 - Open vraag

This/ that/ these/ those
I love .... jacket there!

Slide 26 - Open vraag

Make a sentence with
don't have to/doesn't have to

Slide 27 - Open vraag


use the gerund 

Slide 28 - Open vraag

This/ that/ these/ those
I love .... skirt here!

Slide 29 - Open vraag

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 30 - Tekstslide