Woordenschat H2: Hyperbool, understatement, eufemisme

Welkom klas H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, Chromebook, schrift en het boek Overspoeld
Stap 3: Beantwoord de volgende vraag: Wat wordt er bedoeld met 'Hij is heengegaan?'
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas H3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, Chromebook, schrift en het boek Overspoeld
Stap 3: Beantwoord de volgende vraag: Wat wordt er bedoeld met 'Hij is heengegaan?'

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de stijlfiguren hyperbool, understatement en eufemisme herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen in Overspoeld
  • Mondelinge overhoring (Op Niveau en H1 helemaal)
  • Herhaling theorie: Opsomming(+soorten), tegenstelling en herhaling
  • Uitleg: Hyperbool, understatement en eufemisme
  • Oefenen hyperbool, understatement en eufemisme
  • Huiswerk: Online: Woordenschat H2 deel 1: startopdracht, 1 en 2 

Slide 3 - Tekstslide

Lezen in Overspoeld
We lezen 10 minuten. 
Je kunt een leesbeurt krijgen. Weet je niet waar we zijn, een uur terugkomen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Mondelinge overhoring
Welke leerlingen zijn aan de beurt voor een mondelinge overhoring?

Slide 5 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat een stijlfiguur is.

Slide 6 - Open vraag

'Nee, nee en nog eens nee. Ik ga dat niet doen!'
Wat voor stijlfiguur is de bovenstaande zin?
A
Opsomming
B
Herhaling
C
Climax
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

'Bijna alle Nederlanders eten weleens aardappelen, vlees en groente met een toetje.'
Wat voor opsomming is dit?
A
Climax
B
Omgekeerde climax
C
Drieslag
D
Reguliere opsomming

Slide 8 - Quizvraag

Hyperbool, understatement, eufemisme
Hyperbool: Een overdrijving. Voorbeeld: 'We hebben ons kapot gelachen.
Understatement: Je zwakt iets af. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan het in werkelijkheid.
Voorbeeld: 'Lieke Martens kan wel een aardig balletje trappen.'
Eufemisme: Je zegt iets zo dat het minder erg of hard overkomt.
Voorbeeld: 'Hij gaat creatief om met de waarheid.'

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met:
'Hij gaat creatief om met de waarheid?'

Slide 10 - Open vraag

Welk stijlfiguur uit deze les is de volgende zin: 'Arjen kreeg een enorme kans, maar hij schoot de bal een kilometer naast.'

Slide 11 - Open vraag

Wat is het stijlfiguur in de volgende zin: ‘De prestaties laten enigszins te wensen over’.

Slide 12 - Open vraag

'‘Hier word ik niet echt vrolijk van’, zei meneer De Krom toen hij het proefwerk
teruggaf, waarvoor bijna de hele klas een dikke onvoldoende had.'

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
Maken: Online: Startopdracht, opdracht 1 en 2.
Leren: Woordenlijst Op Niveau, H1 en H2 t/m überhaupt.

Hoe: Je werkt zelfstandig aan de opdrachten.
Hulp: Je overlegt fluisterend met degene die naast je zit.
Klaar: Als je klaar bent, begin je met lezen.

Slide 14 - Tekstslide