Uitleg onderzoeksverslag vwo 4

Waar moet een literaire thriller volgens jou aan voldoen?
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waar moet een literaire thriller volgens jou aan voldoen?

Slide 1 - Open vraag

Voldeed het boek dat je gelezen hebt aan je verwachtingen?
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Vragen tijdens het kijken:
- Welke prijs heeft 'Lieve mama' van Esther Verhoef gewonnen?

- Welke twee kenmerken heeft een literaire thriller volgens de meneer van de bibliotheek?

- Wat merkt Bas Jongenelen op met betrekking tot de boeken van Verhoef?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Boek, serie of film?
Veel literaire thrillers worden verfilmd of er wordt een serie van gemaakt. Dit gebeurde ook met 'Lieve mama'. De serie is sinds oktober op Videoland te zien. 

Wie van jullie heeft de serie al gezien? Is het een aanrader?

Slide 5 - Tekstslide

Vandaag
Je gaat onderzoek doen naar de spanning in het boek dat jij hebt gelezen. Ter voorbereiding op dit onderzoek schrijf je een persoonlijke beoordeling. Hoe?
- +/- 1 A4 (400-600 woorden)

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoeksverslag
Inleiding:
- Trek de aandacht van de lezer (denk terug aan de eerdere lessen en kijk in je boek op p. 13)
- Introduceer het onderwerp door je hoofdvraag te noemen: ‘Hoe wordt in … (titel) … van … (auteur) … spanning veroorzaakt?’

Slide 7 - Tekstslide

Middenstuk
In het middenstuk behandel je in drie verschillende alinea's achtereenvolgens de volgende deelvragen:

- tot welke categorie van misdaadverhalen behoort het boek?
- welke kenmerken van een misdaadverhaal vertoont het boek?
- welke spanningstechnieken zijn in het boek toegepast?

Slide 8 - Tekstslide

Bronnen
Om de deelvragen in het middenstuk te kunnen beantwoorden, maak je gebruik van bronnen:
- het boek zelf
- je persoonlijke beoordeling
- een recensie van het boek (zie Literom)
- het bestand in de studiewijzer
- andere bronnen (zie vindplaatsen in het bestand)

Slide 9 - Tekstslide

Naar bronnen verwijzen
Bekijk het filmpje dat in de studiewijzer staat.

Slide 10 - Tekstslide

Slot
- In het slot geef je, aan de hand van de antwoorden op de deelvragen, het antwoord op de hoofdvraag. 
- Zorg voor nog een ander slotelement, zie p. 16 van je boek.
- Vergeet de uitsmijter niet!

Onderaan staat de bibliografie.


Slide 11 - Tekstslide

Waar moet je nog meer op letten?
- Zorg voor een passende titel (niet: 'Onderzoeksverslag Nederlands' of de titel van het boek) en vergeet je eigen naam niet
- Denk aan witregels: twee voor en na het middenstuk en steeds één tussen de alinea's in het middenstuk
- Denk aan signaalwoorden (zowel in het middenstuk als in het slot!) en aan een kernzin in iedere alinea
- Schrijf in goedlopende zinnen en in foutloos Nederlands (vraag om feedback!)
- Gebruik 600 tot 800 woorden

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht voor de volgende keer:
- Zoek een recensie van je boek op Literom
- Begin met het invullen van een bouwplan (zie studiewijzer)
- De 'uitwerking in steekwoorden' hoef je bij het middenstuk en het slot nog niet in te vullen


EINDE LES

Slide 13 - Tekstslide

Extra uitleg over de deelvragen
Deelvraag 1:
tot welke categorie van misdaadverhalen behoort het boek?

Kijk in het bestand op p. 3 en 4. Is jouw literaire thriller een politieroman, een detectiveroman, een dossierroman of een spionageroman? Een combinatie of een ander genre zou ook kunnen! Beargumenteer je antwoord en geef voorbeelden.

Slide 14 - Tekstslide

Welke vragen kunnen er centraal staan in een literaire thriller?

Slide 15 - Open vraag

Vragen die centraal kunnen staan
- Waarom is de misdaad gepleegd? Whydunit
- Wie heeft de misdaad gepleegd? Whodunit
- Er kan ook een andere vraag centraal staan
- Soms staan er meerdere vragen centraal

Leg in je onderzoeksverslag uit welke vraag/vragen in jouw boek centraal stonden. Dit hoort dus ook nog bij deelvraag 1.


Slide 16 - Tekstslide

Deelvraag 2
Welke kenmerken van een misdaadverhaal vertoont het boek?

Kijk op p. 5 van het bestand. Leg met voorbeelden uit welke kenmerken je wel en niet terugziet in het door jou gelezen boek. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent 'Het verhaalverloop moet een grote mate van waarschijnlijkheid bezitten.'?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent 'Alle andere zaken, zoals karakterontwikkeling, zijn ondergeschikt'?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk voor de volgende les:
Verzamel informatie voor de deelvragen 1 en 2. Je hoeft de alinea's nog niet uit te schrijven, maar schrijf al wel vast in je bouwplan met behulp van steekwoorden wat je wil gaan behandelen. Het kan helpen eerst een mindmap te maken.


EINDE LES

Slide 20 - Tekstslide

Deelvraag 3
Welke spanningstechnieken zijn in het boek toegepast?

Kijk op p. 5 en 6 van het bestand. Je kunt natuurlijk ook gebruikmaken van andere bronnen, zoals de recensie die je gevonden hebt. 

Slide 21 - Tekstslide

De intrige: de verhaallijn
Hoe heeft de schrijver zijn verhaal opgebouwd? Weet je als lezer net zoveel als de personages of juist meer/minder? 
Suspense: het achterhouden van informatie. Als een hoofdstuk abrupt wordt afgebroken, dan noemen we dat een cliffhanger. Denk maar aan soaps!

Slide 22 - Tekstslide

Twee soorten spanning
Globale spanning: de opbouw van het hele boek. Daarbinnen kun je onderscheiden:
- retrospectieve spanning: de misdaad is aan het begin van het boek al gepleegd, de rest van het boek gaat over de 'oplossing'
- prospectieve spanning: er wordt naar de misdaad toegeschreven

Slide 23 - Tekstslide

Twee soorten spanning
Lokale spanning: 

spannende stukjes zoals achtervolgingen, schietpartijen...

Het zijn de stukken in het boek waaronder je spannende muziek zou horen als het om een serie of film gaat!

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende keer
- Vul je bouwplan verder in. Noteer dus steekwoorden bij de derde deelvraag en bij het slot.
- Daarna kun je beginnen met schrijven.
- Zorg dat de volgende les je inleiding af is. 


EINDE LES

Slide 25 - Tekstslide