1.9 Leestekens en werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1.9 Leestekens en werkwoordspelling

1 Oase/opening/presentie/ plaatje van de week
2 Opfrisquiz/nabespreken huiswerk
3 Uitleg werkwoordspelling

mmarinus@
lauwerscollege.nl

4 Zelfstandig werken
5 Elkaar voorstellen (?)

6 Wat hebben we geleerd of gemist?

7 Afsluiten

Leerdoelen:

• tegenwoordige en verleden tijd goed spellen
  
• . , ! ? goed gebruiken
  

   Oase

Kies maar:

Verhaal of filosofische vraag?

1: Word je blij van school?
2: Word jouw zusje blij van school?

1. Alleen zin 2 is juist
2. Alleen zin 1 is juist
3. Beide zinnen zijn juist
4. Beide zinnen zijn onjuist

Mijn broer word later brandweerman.

Is WORD goed of fout gespeld?

1. goed
2. fout
3. Voor 80% wel

1. Kloppen de leestekens?

1. Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
2. Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school."
3. Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school"
4. Sanne zegt "Mijn fiets staat nog op school."

Waar kloppen de leestekens?

1. Vanavond eten we, aardappelen, boontjes, en een gehaktbal.
2. Vanavond eten we aardappelen, boontjes, en een gehaktbal.
3. Vanavond eten we aardappelen, boontjes en een gehaktbal.
4. Vanavond eten we aardappelen boontjes en een gehaktbal.

Wat word jij dan.....?

1. Een goede piet
2. Een master piet
3. Een super piet
4. De favoriet

Onderstaande filmpje laat drie manieren zien om de PV te vinden.
Schrijf op welke drie.

Inzichtvraag: welke manier kan niet altijd?

PV of nou nee?

Wat?	Blz 71 - 73 Spelling: Vraag 1 afmaken + 3 t/m 5.
Hoe?	Met je boek. En een schrift. Of op je laptop.
Hulp	Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd	Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?	Laat maar weten. Ga naar de bieb om een boek te lenen.

Aan de bak!

Elkaar voorstellen:

Je stelt jouw buurman/vrouw voor.

Doe dit zodat de hele klas het hoort

Een voor een.

Vertel in het kort wie je buurman of -vrouw is.

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Bedankt en tot de volgende!

Leerdoelen, gelukt?

• tegenwoordige en verleden tijd goed spellen
  
• . , ! ? goed gebruiken