Grammatica H5 - Bijwoordelijke bepaling 3

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!


Grammatica H5 - Bijwoordelijke bepaling 3

1 Presentie/opening
2 Quizje
3 Huiswerk nabespreken



mmarinus@
lauwerscollege.nl


4 Wie is de snelste?
5 Zelfstandig werken
6 Wat hebben we geleerd of gemist?
Kennen/kunnen/doen

  • Je kunt de bijwoordelijke bepaling benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
de persoonsvorm zoeken
B
het onderwerp zoeken
C
het gezegde benoemen
D
zinsdelen maken

Slide 3 - Quizvraag

Doe de zinsdeelproef. Staan de zinsdeelstrepen correct?

De mentor / herkent / de leerlingen van de brugklas / meteen.

A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Het lijdend voorwerp is het antwoord op de vraag:

A
Wie/wat + wwg?
B
Wie/wat + pv?
C
Wie/wat + ond?
D
Wie /wat + wg + ond?

Slide 5 - Quizvraag


Je vindt bijwoordelijke bepalingen door vraagwoorden te gebruiken, zoals:
A
de, het, een
B
waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee
C
ik, jij, zij, hem
D
wie, wat

Slide 6 - Quizvraag

"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
gisteren
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde voor zinsontleding?
A
O, PV, WG, MV, LV, BWB
B
O, PV, WG, LV, MV, BWB
C
PV, WG,O, LV, MV, BWB
D
PV, O, WG, MV, LV, BWB

Slide 9 - Quizvraag

Vanaf blz. 118 van je B-boek, opdrachten 9, 10, 11a en 12

  • Ik geef de antwoorden

  • Soms geef ik een beurt

  • Vragen? Vragen!

Slide 10 - Tekstslide

Door het vele oefenen hadden de leerlingen gisteren al snel het zinsdelen zonder al te veel problemen geleerd.
PV                      - andere tijd
Zinsdeelproef - zet de zin in andere volgorde: alles voor de pv is een zinsdeel
Gezegde          - alle werkwoorden in de zin
Ond                   - wie/wat + PV
Lvw                    - wie/wat + gez + ond
Mwv                   - wie is de ontvanger
Bwb                   - geeft antwoord op vragen als: wanneer, hoe, waar, waardoor, etc
Groepjes van 2/3: wie is het snelste klaar?

Slide 11 - Tekstslide

Geen huiswerk!
Na de vakantie: niet een grote toets, maar alleen zinsontleden!
Wat?
Ga naar cambiumned om te oefenen, vraag anders een oefenzin aan mij. Of doe per paragraaf ' test jezelf' online.
Hoe?
Met je laptop, boek en schrift. En een pen.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot een paar minuten voor het einde van de les
Klaar?
Doe online de 'test jezelf'.

Slide 12 - Tekstslide

Wat vind je van deze les? Wat heb je nog gemist?

Slide 13 - Open vraag

Tot over drie weken!!
Kennen/kunnen/doen

  • Je kunt de bijwoordelijke bepaling benoemen

Slide 14 - Tekstslide