Klas 1 werkplek Blauw les 3

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Les 3 Strijken

Heb jij wel eens gestreken? Wat heb je toen gestreken? Hoe ging het strijken?

Doelen

- Ik oefen met een wasetiket aflezen. 

- Ik leer een strijkplank plaatsen
- Ik leer een strijkijzer gebruiken. 

- Ik leer strijken. 

Vandaag ga je leren strijken. Strijken is nog niet zo gemakkelijk. Sommige van jullie lijkt het misschien ook niet zo leuk! Als het even kan laat je het liever door een ander doen. Toch is het handig om het te leren! Vooral als je voor jezelf wilt kunnen zorgen. 

Om goed te kunnen strijken moet je eerst een wasetiket kunnen lezen en de strijkbout op de juiste warmte in kunnen stellen. Als je kleding verkeerd strijkt kun je je kleding verpesten. 

Als je kleding gaat strijken, moet je goed weten van welk materiaal de kleding is gemaakt. Sommige dingen mag je namelijk niet heel heet strijken, zoals wol of nylon. Andere kleren kun je wel weer heet strijken, zoals katoen en linnen. Als de strijkbout te heet is voor je kleren, kan het smelten of verbranden. 

Als je kleding gaat strijken, moet je goed weten van welk materiaal de kleding is gemaakt. Sommige dingen mag je namelijk niet heel heet strijken, zoals wol of nylon. Andere kleren kun je wel weer heet strijken, zoals katoen en linnen. Als de strijkbout te heet is voor je kleren, kan het smelten of verbranden. 

Als je gaat strijken kijk je dus eerst op het etiket waar de kleren van gemaakt zijn en dan kun je de strijkijzer instellen. Op de meeste strijkijzers zit een knop waarop in het Engels of Nederlands staat welke stand bij het materiaal hoort. 

Praktijkopdracht

1. Pak de volgende werkkaarten:

2. Vul de volgende slide in. 

Werkportfolio

Mijn Was 2: 21, 22, 23, 28, 29, 30, 31, 34 en 35

Schrijf het nummer van de werkkaart op en schrijf er achter hoe de werkkaart heet.

Praktijkopdracht

1. Lees werkkaart 21 en 22 door. 

2. Pak de benodigdheden. 

3. Voer de opdracht uit. 

4. Wanneer je helemaal klaar bent vraag je de docent om je te controleren. 

Hoe ging het neerzetten van de strijkplank? Welke tops en tips kreeg je?

Praktijkopdracht

1. Lees werkkaart 23 door.

2. Pak de benodigdheden.

3. Voer de opdracht uit.

4. Wanneer je helemaal klaar bent vraag je de docent om je te controleren. 

De strijkijzer mag je laten staan!

WERK VEILIG, PAS OP DE STRIJKIJZER IS HEET!

Hoe ging het neerzetten van de strijkijzer? Welke tops en tips kreeg je?

Praktijkopdracht

1. Pak de werkkaarten 30 en 31

2. Lees de werkkaart van theedoek strijken goed door

3. Pak de een schone theedoek en ga deze strijken volgens de werkkaart. 

4. Vraag de docent je te controleren

Hoe ging de opdracht? Welke tops en tips kreeg je van de docent?

Praktijkopdracht

1. Pak de werkkaarten 28, 29, 34 en 35

2. Lees de werkkaarten goed door. 

3. Pak een schone zakdoek en tafellaken en ga deze strijken volgens de werkkaarten. 

4. Ruim alle materialen op. Zet de strijkbout veilig weg!

5. Vraag de docent je te controleren

Hoe ging het strijken? Welke tops en tips kreeg je van de docent.

Hoe vond je zelf het strijken gaan? Vond je het leuk of niet? Zou je het vaker willen doen?

1. Extra praktijkopdracht

1. Pak de volgende werkkaarten: 

2. Vraag de docent of er extra was te strijken is. 

3. Pak de juiste kaarten bij de juiste wasgoed en ga alle was strijken.

4. Ruim de strijkplank, strijkijzer en de was op. 

Werkportfolio

Mijn was 2: kaart 21 t/m 23

Mijn was 2: kaart 30 t/m 41

Hoe ging het strijken? Wat vond je moeilijk om te strijken en wat makkelijk?

2. Extra Praktijkopdracht

1. Vraag aan je docent of er nog was is.

2. Sorteer de was.

3. Stel de wasmachine alvast in, voordat je de wasmachine aan zet vraag je de docent je te controleren.