Thema 3 B6: Gezond leven klas 2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

3.6 Gezond leven

Waar denk je aan bij 'gezond leven'?

3.6 Gezond leven 

CENTRALE VRAAG:

Hoe kan jij zorgen dat je geen hart- vaat ziekten krijgt?

Bloeddruk: de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders als het wordt rondgepompt. 

Bij inspanning pompt je bloed harder > hogere druk op de wanden

Te hoge bloeddruk is schadelijk (beschadigt de wanden)->constant

Oorzaken hoge bloeddruk: stress, overgewicht, roken, zout eten--> bloedplasma

Slagaderverkalking/atherosclerose

• Witte bloedcellen en vetachtige stoffen (Cholesterol) in de wand van het bloedvat. 
• Verdikking wordt hard door kalk. 
• Bloedvat  nauwer en stijver waardoor de bloeddruk stijgt en het hart harder moet pompen. 
• Minder bloed (en dus zuurstof) naar het weefsel --> weefsel in orgaan werkt slechter of helemaal niet meer. 
  
  
• Niet roken, gezond eten en regelmatig bewegen!--> hoe helpt dit?
  

Hartinfarct

• Hartinfarct: Bij een hartinfarct stopt de toevoer van bloed naar een deel van het hart. Het hart kan zijn werk dan minder goed doen. 
• Bloedstolling/slagaderverkalking in kransslagader

• Als het afgestorven deel groot is, is een hartinfarct meestal dodelijk
• Maar eerst-->Angina pectoris: 'waarschuwing' in de vorm van hartkramp. -->Raakt een kleine aftakking verstopt, dan kan een andere aftakking de taak overnemen.

Dotterbehandeling (met/zonder stent)

• Als het afgestorven deel groot is, is een hartinfarct meestal dodelijk
  
• Maar eerst-->Angina pectoris: 'waarschuwing' in de vorm van hartkramp. -->Raakt een kleine aftakking verstopt, dan kan een andere aftakking de taak overnemen.
  
• Dotterbehandeling (met/zonder stent)

Wie weet wat dit is?

Gezonde leefstijl

Hart- en vaatziekten: verzamelnaam voor ziekten aan hart en bloedvaten.

Hart en vaatziekten

Erfelijke factoren

Andere oorzaken

Niks aan te doen

Gezonde leefstijl

• Niet roken
• Drink geen alcohol (niet meer dan één glas per dag
• Eet gezond en gevarieerd
• Beweeg regelmatig
• Voorkom stress en zorg voor voldoende ontspanning

Hoe gaan jullie om met stress?

1 Schrijf op wat je leuk vindt en maak daar tijd voor.

2 Houd een grote opruiming in je kamer en daarmee in je hoofd.

3 Houd tijd vrij voor onverwachte gebeurtenissen.

4 Doe één ding tegelijk en neem daar de tijd voor.

5 Kies voor een gezonde leefstijl (zie afbeelding 5).

6 Houd een vast dag- en nachtritme aan.

7 Prop niet te veel activiteiten in een dag.

Voor- en nadelen van alcohol

-  bedenk zoveel mogelijk voordelen van alcohol

-  bedenk zo veel mogelijk nadelen van alcohol.

De voor- en nadelen worden op het bord geschreven

Alcohol

Alcohol is een stof met een verdovende werking.

 

Alcohol komt via het bloed op vrijwel alle plekken van het lichaam. --> wat voor effecten?

Jongeren zijn extra gevoelig voor alcohol: hersenschade en verslaving.

Kater: hoofdpijn/dorstig/misselijk door vochtverlies en giftige afvalstoffen. --> Maag/darmen, lever,nieren

Alcoholvergiftiging(bewusteloos): bij jongeren boven 1,7 promille. Boven 4 promille kans op coma en overlijden.-->wat is promille? Verschil groot/klein?

Bingedrinking: in korte tijd veel alcohol drinken

Gevolgen alcohol

Korte termijn	Lange termijn
Opwekkend --> Waarom?	Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming	Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle	Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving	Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoerd?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Bloedplasma

1. Alcohol zorgt ervoor dat je meer/minder moet plassen.

2. Na het drinken van een glas bier is het alcoholpromillage in een groter lichaam hoger/lager dan in een klein lichaam.

1. 1. Meer 2. Hoger
2. 1. Meer 2. Lager
3. 1. Minder 2. Hoger
4. 1. Minder 2. Lager

Hoe kun je hart- en vaatziekten voorkomen?

WEL doen

NIET doen

roken

ontspannen

lichaamsbeweging

weinig alcohol

veel verzadigd vet

stress

Wat ga je nu doen?

Thema 3 B6: opdracht 1 t/m 8

Volgende week PW Thema 3