Par 4.1 les 1

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Par 4.1 les 1

Ga rustig zitten op je plek

Pak je spullen alvast

Jas over stoel

Agenda les

• terugkoppeling vorige twee paragrafen
• Waar gaat hst 4 over?
• uitleg par 4.1 deel 1
• Zelf aan de slag 
• Huiswerk

Leerdoelen par 4.1 (2 lessen)

• Je kunt een investeringsbegroting lezen en opstellen
• Je kunt een resultatenrekening lezen en opstellen
• Je kunt een financieringsplan lezen en opstellen
• Je kunt inclusief en exclusief BTW berekenen.

Investeringsbegroting

Shoarmazaak

• Investeringsbegroting: een overzicht van verwachte uitgaven om een bedrijf te starten.
• Voorraad goederen: de hoeveelheid goederen die in het bedrijf aanwezig zijn.
• Inventaris: computers, auto's etc

Resultatenbegroting

Resultatenbegroting: een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.

Brutowinst= omzet - inkoopwaarde

Nettowinst= brutowinst - (overige) bedrijfskosten.

O= omzet

I= inkoopwaarde

B= brutowinst

A= alle (overige) kosten

N= nettowinst

Alle bedragen zijn exclusief BTW

Omzet= hoeveel je verkoopt= verkoopprijs x afzet

Afzet= aantal stuks wat je verkoopt

Prijs excl. en incl. btw berekenen

Van inclusief naar exclusief: hoe doe je dat ?

Verkoopprijs excl BTW	100%	100%
+ BTW	+21%	+9%
= Verkoopprijs incl BTW	121%	109%

Verkoopprijs excl (b.v. €4 en 21 % BTW) naar inclusief BTW:

4: 100 x 121= €4,84

Verkoopprijs incl. (b.v. €2,18 en 9% BTW) naar exclusief:

2,18: 109 x 100= €2

Prijs excl. en incl. btw berekenen

Exclusief betekent zonder btw

Inclusief betekent met btw

Van exclusief naar inclusief weten jullie !

Prijs exclusief btw = € 500

21 % btw                     = € 105 +     ---->  € 500 : 100 x 21 % = € 105

Prijs inclusief btw = € 605

Berekening Btw (21% tarief) snelle manier

Verkoopprijs exclusief btw x 1,21 = Verkoopprijs inclusief btw

Verkoopprijs inclusief btw / 1,21 = Verkoopprijs exclusief btw

TIP

• Gebruik de manier wat bij je past om met BTW te rekenen
• Doe het altijd op dezelfde manier

Zelf aan de slag

• maak opdracht 1 t/m 8
• lees paragraaf 4.1 helemaal
• Leer nogmaals de aantekeningen van alle ondernemingsvormen uit je aantekeningenschrift.