Gedichten + examentekst

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Telefoon in je tas
Pen op tafel, examen + gedichten op tafel

Vandaag:
  1. Gedichten duidelijk?
  2. Herhalingsvragen examen 
  3. Oefenen examen

LET OP: zorg op tijd voor je literatuurlijst (vanmiddag)
Wie heeft een boek van mij geleend?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2 
SE2
Literatuur & poëzie
30 min
individueel
mondeling + schriftelijk
SE2
Leesvaardigheid
180 min
klassikaal
schriftelijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire begrippen
  • Stijl en structuur
  • Genre & inhoud
  • Personages (causale verbanden, doelen en motieven)
  • Verwikkeling (causale verbanden gebeurtenissen)
  • Relatie met werkelijkheid (cultuurhistorisch)
  • Thematiek (symboliek, hoofdgedachte, les)
  • Reflectie op tekst en literaire ervaring
We vragen naar; je leesbeleving, inhoud van je boek, koppeling literaire begrippen 

+ Poëtische stijlmiddelen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Hulp?
Google Translate
Docent


Vragen? 
Noteer tijdens het lezen
Opdracht
We nemen samen de gedichten door

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Hulp?
Google Translate
Docent


Vragen? 
Noteer tijdens het lezen
Opdracht
We nemen zo samen een presentatie door met de 'nieuwe' examenvragen. Daarna wat herhaling van de lesstof en vervolgens gaan jullie aan de slag met het examen van vorig jaar.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk stijlfiguur?
A
paradox
B
ironie
C
antithese
D
repetitio

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is framing?
A
De lezer direct aanspreken
B
Inkaderen van belangrijke informatie
C
Ironische woorden aan de tekst toevoegen
D
Beïnvloeding dmv woordgebruik

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke drogreden?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Overdrijven van voor- of nadelen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stijlfiguren
De zwarte kraaien is een voorbeeld van het volgende stijlfiguur?
A
Palindroom
B
Tautologie
C
Metafoor
D
Pleonasme

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een drogreden?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
een redenering die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
een argument om je standpunt te onderbouwen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft deze alinea?
A
Aanleiding noemen
B
Centrale vraag stellen
C
Onderwerp noemen
D
Een persoon introduceren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft alinea 3 opzichte van alinea 2?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
tijd (chronologie)
D
uitwerking

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogreden?
A
Verkeerde autoriteit
B
Onjuist beroep kenmerk/eigenschap
C
Verkeerde vergelijking
D
Onjuist beroep voor- en nadelen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 20 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
    Begrippen uit deze les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket;

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies