Hoofdstuk 1 Inleiding psychologie/sociologie

PSYSOC: werkwijze en afspraken

  • extra blad met afspraken
  • verzamelblad evaluaties
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

PSYSOC: werkwijze en afspraken

  • extra blad met afspraken
  • verzamelblad evaluaties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Inleiding
 psychologie - sociologie

Slide 2 - Tekstslide

Samen met p. 7 en de volgende slide.
- Wat verwacht je van dit vak?
- Wat verwacht je van dit jaar?
- Wat denk of hoop je te leren?
- Waaraan denk je bij het zien van de foto?

Oef. 1 p. 8

Slide 3 - Tekstslide

Dan naar p. 8 opdracht 1 en daarna naar volgende slide (woordweb 'psychologie')
Psychologie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Psychologie
1.1 Definitie
Het woord 'psychologie' --> afkomstig uit het Oudgrieks:
* 'psyche' = ‘geest’ --> Volgens de Grieken bestond die op zichzelf en dus apart van het fysieke lichaam.
* ‘ologie’ = ‘gebied van de studie’
Letterlijke betekenis psychologie = ‘de studie van de geest’

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Definitie psychologie
Psychologie:
- een breed veld
- met vele specialismen

maar in wezen is het 'de wetenschap van het gedrag en geestelijke processen'


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk eerst samen onderstaand schema en maak daarna oef. 2 + 3 p. 9
                                    Psychologie
uiterlijk waarneembaar GEDRAG
innerlijk gedrag = GEESTELIJKE PROCESSEN
FYSIOLOGISCH gedrag
MENTAAL gedrag
Vb. beweging, lopen, praten...
Vb. hersenscan
Vb. dromen, denken, verlangen...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oef. 2 + 3 p. 9

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Onderzoeksgebieden
GROEPSWERK (3-4 personen):
- kies een woordvoerder en een secretaris (deze noteert)
- Bekijk de psychologische tijdschriften en/of zoek op:
* zoek minstens 5 psychologische onderwerpen in de tijdschriften
* geef minstens 5 verschillende onderzoeksgebieden van de psychologie
* waar werken psychologen (zoal)? Geef 5 voorbeelden.

- na 15 minuten overloopt de woordvoerder van elke groep
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.

1.2 Onderzoeksgebieden p. 9-10
Er zijn veel specialismen in de psychologie. De belangrijkste gebieden zijn:
- functieleer
- ontwikkelingspsychologie
- persoonlijkheidspsychologie
- klinische psychologie
- sociale psychologie
- arbeids- en organisatiepsychologie
- gezondheidspsychololgie

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Functieleer
terrein dat zich richt op de basisfuncties
in de hersenen die in alle gedrag een rol 
spelen:
aandacht, probleemoplossing, geheugen...

Slide 11 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Ontwikkelingspsychologie

bestudeert de 'normale' ontwikkeling van
kind tot oudere

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Persoonlijkheidspsychologie

bestudeert de persoonlijkheid (hoe
mensen psychologisch verschillen)

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Klinische psychologie

diagnostiek + behandeling

Slide 14 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Sociale psychologie

- wat denken, voelen mensen?
- hoe gedragen ze zich onder invloed van 
de aanwezigheid van anderen?
! de tak van de psychologie die het meest bij
de sociologie aanleunt!

Slide 15 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Arbeids- en organisatiepsychologie

bestudeert de mens in relatie tot zijn
werk en werkorganisatie.

Slide 16 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Gezondheidspsychologie

behandelt, bestudeert en onderzoekt
verschillende psychologische processen
en pathologieën.

Slide 17 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.


Oef. 4 p. 10-12: bereid voor per 2 (of 3) - daarna verbeteren we samen (mondeling)

Maak daarna ook de extra oefening die je van de leerkracht
krijgt.

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk je dat psychologen zoal werken?
- Therapeut
- Onderwijs
- Bedrijfsleven
- Sport
- Gevangenissen
- Politiek
- Kerken
- Reclame en marketing
- Afdelingen psychologie onderwijs
- Adviesbureaus
- Rechtbank

Ze verrichten hier sterk uiteenlopende taken, zoals:
- Onderwijs geven
- Onderzoek doen
- Apparatuur ontwerpen
- Apparatuur beoordelen

Er zijn dus heel veel psychologische specialismen: een eerste algemene opdeling gebeurt in 3 groepen:
1. Experimenteel psychologen = onderzoekspsychologen
2. Docenten psychologie: lesgeven en/of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en/of behandelen van mensen (als ze op een afdeling medische psychologie werken)
3. Toegepaste psychologen: gebruiken de kennis van experimentele psychologen bij het oplossen van de problemen van mensen. Dit doen ze door:
- Het geven van trainingen
- Het ontwerpen van speciale tools of psychologische behandelingen
Zij werken in scholen, klinieken, bedrijven, organisaties, ziekenhuizen… Ongeveer 2/3 van de universitair geschoolde psychologen werkt als toegepast psycholoog.

2. Sociologie p. 13

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociologie?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Wat is sociologie?

Je hebt de korte infovideo gezien?

Wat is volgens jou het grootste verschil tussen psychologie en sociologie?



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Wat is sociologie?

= wetenschap/studie over hoe mensen met elkaar samenleven (in kleine groepen, grote groepen of in de samenleving).

Omgang met elkaar wordt beïnvloed door:
politiek
cultuur -> normen, waarden!
religie
economie
...



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie: groepsverbanden
Wisselwerking en samenhang tussen groepen.

- negatieve invloed 

- positieve Invloed




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie: samenleving in beweging

Ons denken en gedrag verandert door:
  • technologische ontwikkelingen 
  • grotere bestaanszekerheid

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving...

Slide 25 - Tekstslide

Met verzorgingsstaat wordt een bestuurlijk systeem aangeduid waarin een staat in meerdere of mindere mate verantwoordelijkheid neemt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van arbeidsomstandigheden, armenzorg, gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid. Ook wordt de term verzorgingsstaat gebruikt voor een land waarin een dergelijk systeem bestaat.  Onder invloed van veranderend politiek beleid in België en Nederland verschuift vanaf de laatste eeuwwisseling de opvatting, dat de staat een taak heeft in de verzorging van haar burgers, naar de opvatting dat de staat dient te faciliteren. Zo verandert de verzorgingsstaat langzaam in een participatiesamenleving, waar alleen voor de sociaal zwakkeren verzorgingsvoorzieningen worden getroffen.
De participatiesamenleving, participatiemaatschappij of doe-democratie is in Nederland en België een voorgestelde samenleving waarin iedereen die dat kan, verantwoordelijkheid neemt voor, en actief bijdraagt aan zijn of haar eigen leven en omgeving. Het streven naar een participatiesamenleving is zowel een politieke ideologie als een bezuinigingsoperatie. Vanwege stijgende kosten wil de overheid de verzorgingsstaat beperken en probeert zij steeds meer taken aan de individuele burger over te dragen. Anderzijds wordt aangenomen dat de burger zelf ook minder bemoeienis van de overheid verwacht of nodig heeft.

2.2 Sociologie : waarden en normen
Wat je vandaag "normaal" vindt, is mischien over aantal jaren achterhaald. 
Bijvoorbeeld:
  • roken 
  • Sinterklaas
  • sociale Media


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie : waarden en normen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Mannen moeten evenveel mee werken in het huishouden als een vrouw.
0100

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


In Vlaanderen wordt iedereen geaccepteerd.
0100

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Buren moet je helpen als ze hulp nodig hebben.
0100

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen arm en rijk is te groot in België.
-1100

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De sociale media hebben het persoonlijke contact tussen mensen veranderd.
-2100

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Sociologie : waarden en normen
Maak nu oef. 5 p. 13

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Het verband tussen psychologie en sociologie: wat denk je?

(oef. 6 + 7 p. 14)

Slide 35 - Tekstslide

Aan de hand van de tekening al uitleggen en daarna de oefening pas doen.
Oef. 6 p. 14

Slide 36 - Tekstslide

 pesten op school.

Psychologie richt zich op het gedrag en de gedachten van het individu. Een psycholoog zou bij een pestprobleem bijvoorbeeld onderzoeken waarom de pester zich agressief gedraagt, hoe het slachtoffer zich voelt, en welke emoties en gedachten bij beide betrokkenen spelen. Het gaat hier om de interne processen, zoals angst, onzekerheid, of een laag zelfbeeld, die het gedrag van een persoon beïnvloeden.

Sociologie kijkt naar hoe groepen en sociale structuren invloed hebben op menselijk gedrag. Een socioloog zou pesten benaderen door te kijken naar de sociale relaties en groepsdynamiek binnen de school. Zij onderzoeken hoe groepsdruk, sociale normen, of de schoolcultuur het pestgedrag beïnvloeden. Ze zouden bijvoorbeeld kijken naar de rol van de klas, de schoolregels, en hoe de positie van een leerling binnen de groep van invloed kan zijn op pestgedrag.

Deze situatie toont dus aan dat psychologie zich richt op het individu en zijn innerlijke processen, terwijl sociologie kijkt naar bredere sociale patronen en de invloed van groepen en structuren.

werkloosheid.

Psychologie zou zich richten op hoe werkloosheid een individu beïnvloedt. Een psycholoog zou onderzoeken hoe iemand zich voelt door het verlies van een baan, bijvoorbeeld gevoelens van stress, angst, depressie of een verlies van eigenwaarde. Ze kijken naar de emotionele en mentale impact van werkloosheid op het individu en proberen manieren te vinden om die persoon te ondersteunen in het omgaan met deze negatieve gevoelens.

Sociologie zou werkloosheid benaderen vanuit een breder perspectief door te kijken naar sociale en economische factoren die werkloosheid veroorzaken en in stand houden. Een socioloog zou onderzoeken hoe economische veranderingen, opleidingsniveau, sociale klasse, discriminatie op de arbeidsmarkt, of beleidsmaatregelen van de overheid invloed hebben op werkloosheid. Ze kijken naar hoe verschillende groepen in de samenleving door werkloosheid worden getroffen en hoe dit hun sociale positie beïnvloedt.

sociale media.

Psychologie onderzoekt het effect van sociale media op het individu. Een psycholoog zou bijvoorbeeld kijken naar hoe het gebruik van sociale media iemands zelfbeeld, humeur of stressniveau beïnvloedt. Ze bestuderen hoe “likes” en online reacties iemands emoties en gedrag sturen, of hoe sociale media bij sommige mensen kunnen leiden tot verslaving, eenzaamheid, of angst voor uitsluiting (FOMO – Fear of Missing Out). Het gaat dus om de persoonlijke impact van sociale media op het denken, voelen en handelen van een individu.

Sociologie kijkt naar hoe sociale media het gedrag van groepen en de samenleving als geheel beïnvloeden. Een socioloog zou bijvoorbeeld onderzoeken hoe sociale media communicatiepatronen veranderen, welke rol sociale media spelen in sociale bewegingen, of hoe ze bijdragen aan de verspreiding van informatie (of desinformatie). Ze kijken naar de invloed van sociale media op de sociale interacties tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld hoe online platforms nieuwe gemeenschappen vormen of hoe sociale ongelijkheid zich uit op het internet.

Dit voorbeeld toont aan dat psychologie zich richt op het individuele effect van sociale media, terwijl sociologie zich focust op de bredere maatschappelijke impact en de veranderingen in sociale structuren en groepsgedrag.


Oef. 7 p. 15







Maak ook de extra oefening (zie extra blad!).

Slide 37 - Tekstslide

 pesten op school.

Psychologie richt zich op het gedrag en de gedachten van het individu. Een psycholoog zou bij een pestprobleem bijvoorbeeld onderzoeken waarom de pester zich agressief gedraagt, hoe het slachtoffer zich voelt, en welke emoties en gedachten bij beide betrokkenen spelen. Het gaat hier om de interne processen, zoals angst, onzekerheid, of een laag zelfbeeld, die het gedrag van een persoon beïnvloeden.

Sociologie kijkt naar hoe groepen en sociale structuren invloed hebben op menselijk gedrag. Een socioloog zou pesten benaderen door te kijken naar de sociale relaties en groepsdynamiek binnen de school. Zij onderzoeken hoe groepsdruk, sociale normen, of de schoolcultuur het pestgedrag beïnvloeden. Ze zouden bijvoorbeeld kijken naar de rol van de klas, de schoolregels, en hoe de positie van een leerling binnen de groep van invloed kan zijn op pestgedrag.

Deze situatie toont dus aan dat psychologie zich richt op het individu en zijn innerlijke processen, terwijl sociologie kijkt naar bredere sociale patronen en de invloed van groepen en structuren.

werkloosheid.

Psychologie zou zich richten op hoe werkloosheid een individu beïnvloedt. Een psycholoog zou onderzoeken hoe iemand zich voelt door het verlies van een baan, bijvoorbeeld gevoelens van stress, angst, depressie of een verlies van eigenwaarde. Ze kijken naar de emotionele en mentale impact van werkloosheid op het individu en proberen manieren te vinden om die persoon te ondersteunen in het omgaan met deze negatieve gevoelens.

Sociologie zou werkloosheid benaderen vanuit een breder perspectief door te kijken naar sociale en economische factoren die werkloosheid veroorzaken en in stand houden. Een socioloog zou onderzoeken hoe economische veranderingen, opleidingsniveau, sociale klasse, discriminatie op de arbeidsmarkt, of beleidsmaatregelen van de overheid invloed hebben op werkloosheid. Ze kijken naar hoe verschillende groepen in de samenleving door werkloosheid worden getroffen en hoe dit hun sociale positie beïnvloedt.

sociale media.

Psychologie onderzoekt het effect van sociale media op het individu. Een psycholoog zou bijvoorbeeld kijken naar hoe het gebruik van sociale media iemands zelfbeeld, humeur of stressniveau beïnvloedt. Ze bestuderen hoe “likes” en online reacties iemands emoties en gedrag sturen, of hoe sociale media bij sommige mensen kunnen leiden tot verslaving, eenzaamheid, of angst voor uitsluiting (FOMO – Fear of Missing Out). Het gaat dus om de persoonlijke impact van sociale media op het denken, voelen en handelen van een individu.

Sociologie kijkt naar hoe sociale media het gedrag van groepen en de samenleving als geheel beïnvloeden. Een socioloog zou bijvoorbeeld onderzoeken hoe sociale media communicatiepatronen veranderen, welke rol sociale media spelen in sociale bewegingen, of hoe ze bijdragen aan de verspreiding van informatie (of desinformatie). Ze kijken naar de invloed van sociale media op de sociale interacties tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld hoe online platforms nieuwe gemeenschappen vormen of hoe sociale ongelijkheid zich uit op het internet.

Dit voorbeeld toont aan dat psychologie zich richt op het individuele effect van sociale media, terwijl sociologie zich focust op de bredere maatschappelijke impact en de veranderingen in sociale structuren en groepsgedrag.


Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4. Wetenschap en mensenkennis

oefening 8 p. 15: voorbereiden + samen verbeteren (mondeling) en bespreken

oefening 9 p. 16-17: werk individueel - lees de tekst en vul het kader (p. 17) in met de verschillen tussen mensen- en wetenschappelijke kennis - mondeling verbeteren

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Wetenschappelijk onderzoek
= op een systematische en verantwoorde manier proberen een kennisprobleem/kennishiaat in te vullen:

1. (te weinig) bestaande kennis aanvullen/uitbreiden
2. nieuwe kennis verkrijgen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijk onderzoek moet:
- wetenschappelijk relevant zijn
- wetenschappelijk verantwoord zijn
- betrouwbaar en valide zijn

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Vijf stappen in wetenschappelijk onderzoek (vanaf p. 17)
1. Onderzoeksvraag
2. Onderzoeksmethode
3. Dataverzameling
4. Data-analyse
5. Datarapportage

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 1: Onderzoeksvraag
Eerst: goed idee hebben van de onderzoeksvraag waarin je geïnteresseerd bent --> argumentatie reden onderzoek

Hoe komen tot een onderzoeksvraag?
1. grondige literatuurstudie bestaand wetenschappelijk
2. zo komen tot een grondig beargumenteerde probleemstelling
3. hieruit (een) onderzoeksvraag/vragen filteren door je doelen goed af te bakenen
(3 soorten onderzoeksvragen: beschrijvend/verklarend/toetsend)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 2: Onderzoeksmethode
kwalitatief versus kwantitatief onderzoek

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 3: Dataverzameling
Je verzamelt en categoriseert je gegevens tijdens je onderzoek dat je uitvoert aan de hand van een bepaalde onderzoekstechniek (afhankelijk van of je kwalitatief of kwantitatief tewerk gaat.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 4: Data-analyse
Ruwe data is niet goed om je onderzoeksvraag te beantwoorden.
Aan de hand van data-analyse-methoden (statistiek, thematishe analyse...) ga je je data grondig bekijken en trachten een objectief antwoord te formuleren op je vraag/vragen.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Stap 5: Datarapportage
Na dataverzameling + analyse: bundelen in conclusies die een antwoord geven op je onderzoeksvraag. 
Belangrijk:
- wetenschappelijike schrijfstijl
- objectieve schrijfstijl
- APA-normen 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Masterproefonderzoek
1. Onderzoeksvraag: leerkrachtenwelzijn - invloed schoolleider
2. Onderzoeksmethode: kwalitatief
3. Dataverzameling: semigestructureerde interviews (13 x)
4. Data-analyse: transcriberen + coderen + thema-analyse
5. Datarapportage: gedragingen die schoolleiders kunnen aanwenden om het welzijn van leerkrachten te verhogen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Link

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Onderzoeksmethoden p. 18-19
opdrachten 10 + 11 + 12 p. 18-20

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijk onderzoek: extra bundel (dit is geen leerstof, gewoon extra informatie)
- overloop samen de bundel, hier krijg je nog meer informatie rond wetenschappelijk onderzoek
- groepswerk

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijk onderzoek: groepswerk: onderzoeks-opdracht
Overloop samen met je leerkracht het stuk over de enquête in je Onderzoeksvademecum (achteraan in boek).
Het thema/onderwerp is: ‘De vrijetijdsbesteding van onze klasgenoten.’
Je gaat in groepjes een enquête opstellen
- voor de hele klasgroep
- met minstens 10 vragen
- zorg dat je verschillende vragen hebt

Je maakt de enquête in een gedeeld document. Daarna ga je de enquête in Google Forms maken. Volg hiervoor de instructies van de leerkracht. 1 van de groepsleden deelt de enquête met de leerkracht! 
Vermeld in het document de namen van alle groepsleden!

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies