Thema 2 Organen en cellen basisstof 5 De celkern

Biologie 1HVa 
Maak jezelf startklaar voor de les!
  1. Binnen is beginnen!!
  2. Telefoon in de krat / kauwgom in de prullenbak
  3. Ga op je eigen plek zitten
  4. Pak rustig je spullen erbij: laptop, (schrift, pen), boek A 
  5. Log in via lessonup.com
 Wacht rustig tot de les gaat beginnen!
timer
5:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie 1HVa 
Maak jezelf startklaar voor de les!
  1. Binnen is beginnen!!
  2. Telefoon in de krat / kauwgom in de prullenbak
  3. Ga op je eigen plek zitten
  4. Pak rustig je spullen erbij: laptop, (schrift, pen), boek A 
  5. Log in via lessonup.com
 Wacht rustig tot de les gaat beginnen!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 Organen en Cellen

Basisstof 5: De celkern
Basisstof 8: DNA-onderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie celorganellen kom je wel tegen in een plantencel maar niet in een dierencel?

Slide 4 - Open vraag

Ze de termen aan de rechterkant van boven naar beneden op volgorde van klein naar groot.
Weefsel
Cel
Orgaanstelsel
Orgaan
Organisme

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Chromosomen
Lange, dunne draden in de celkern.
Regelen wat er in de cel gebeurt .
Door de microscoop alleen te zien als de cel zich deelt

Slide 7 - Tekstslide

Lichaamscellen
Je lichaam is opgebouwd uit cellen:
Huidcellen
Spiercellen
Levercellen
etc.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zegt het aantal chromosomen? 

Slide 9 - Tekstslide

DNA
Chromosomen => veel DNA.
DNA is opgebouwd uit basen.
A, C, G en T.
Altijd dezelfde paren: 
  • A met T
  • C met G.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Informatie in je DNA erf je van je ouders: erfelijke eigenschappen

Slide 12 - Tekstslide

Genen
Voor 1 erfelijke eigenschap zijn duizenden basenparen nodig.
De basenparen die samen nodig zijn voor een of meer eigenschappen  vormen een gen. 

Deze basenparen kunnen naast elkaar liggen maar meestal zijn ze verdeeld over het DNA

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de slag! Wat kies je? 
Samen met mij de vragen doornemen en maken
Wat? Opdracht 1-2-3-4-5, van 2.5 (Huiswerk)
Hoe? In het boek
In tweetallen of alleen
Vragen? Steek je hand op
Klaar? Opdracht 7-8-9 - 6



Zelfstandig de vragen doornemen en maken

Wat?  Opdracht 1-2-3-4-5-7 van 2.5 (Huiswerk)
Hoe?  In het boek
In tweetallen of alleen
zachtjes overleggen
Vragen?  Steek je hand op

Klaar?  Opdracht 8-9 - 6



Slide 15 - Tekstslide

Wat zit er in de celkern?
A
Vacuole
B
bladgroenkorrels
C
DNA
D
een celwand

Slide 16 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een foto van een cel met een celkern.
Vindt er celdeling plaats in deze cel?
En welke uitleg klopt bij het antwoord?
A
Ja, de chromosomen zijn zichtbaar
B
Ja, de chromosomen zijn niet zichtbaar
C
Nee, de chromosomen zijn niet zichtbaar
D
Nee, de chromosomen zijn zichtbaar

Slide 17 - Quizvraag

Het gekleurde deel van het oog heet de iris.
Bevat een cel in de iris 46 chromosomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Bodybuilders hebben een gespierd lichaam.
Is het hebben van zo'n gespierd lichaam een erfelijke eigenschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Op internet staan veel afbeeldingen van DNA. In de afbeelding is één zo'n plaatje weergegeven.
Heeft de tekenaar van deze afbeelding het juiste aantal basen getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

In het DNA vormen de basen A, C, G en T vaste paren.
Welke paren zijn dat?
A
A met G en C met T
B
A met T en C met G

Slide 21 - Quizvraag

De basenparen die samen nodig zijn voor een of meer eigenschappen, vormen een gen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Wat vonden jullie van deze online les? Wat vond je fijn of juist minder fijn?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video