In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.1 Migratie in de wereld
3 havo
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Slide 2 - Tekstslide
Uit welk land kwamen de meeste immigranten in 2020?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wereldwijd 250 miljoen migranten
Slide 5 - Tekstslide
Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen ander land
Slide 6 - Tekstslide
Migratiepatroon Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant
-> Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.
In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten
-> Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.
Slide 7 - Tekstslide
Nederland is voor immigranten een....
A
vertrekgebied
B
vestigingsgebied
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Bekijk het filmpje. Waarom is Aly van Mali naar Frankrijk gemigreerd? Tot welke van de redenen in §5.1 kan dit gerekend worden? Leg uit.
Slide 10 - Open vraag
Waarom migreren mensen?
Slide 11 - Woordweb
Waarom migreren mensen?
Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
Politieke redenen: vluchtelingen
Ecologische redenen:
Slide 12 - Tekstslide
Ecologische redenen
Natuurrampen
overstromingen, tornado's,
aardbevingen etc.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?
Slide 14 - Open vraag
Beoordeel de uitspraak: Niet alle vluchtelingen zijn asielzoeker, maar alle asielzoekers zijn wel vluchteling geweest.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Aspiraties en mogelijkheden
Waar komen migranten vandaan?
Middeninkomenlanden zoals:
Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen
hoge opleiding
niet uit de arme families.
Slide 16 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoelt met dit woord: aspiraties Geen idee? Zoek het op in het Van Dale woordenboek, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf
Slide 17 - Open vraag
Welke mensen uit die landen?
jonge mensen
hoger opgeleid
mensen met geld
mensen met contacten
Slide 18 - Tekstslide
Kettingmigratie en migratienetwerken
Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie
Slide 19 - Tekstslide
Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld
Slide 20 - Open vraag
mondiale migratie vindt voornamelijk plaats vanuit minder welvarende werelddelen naar welvarende werelddelen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel % van de Syrische vluchtelingen wordt denk je circa opgevangen in Europa?
Slide 23 - Open vraag
Lesdoel 1: Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn. Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
Ja
B
Nee
C
weet ik niet
Slide 24 - Quizvraag
Lesdoel 2: Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt. Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet
Slide 25 - Quizvraag
Na deze les heb ik de volgende vraag:
Slide 26 - Open vraag
Aan de slag
Volg de studieplanner en maak de opdrachten van §5.1 digitaal. Controleer je antwoorden zelf.
Lastig? Maak de box bij §5.1 over aspiraties en mogelijkheden.