Onderzoek aan kleding of lichaam. De patiënt kan aan zijn lichaam worden onderzocht of aan de kleren die hij draagt. Hij mag niet in lichaamsholtes, zoals de mond, worden onderzocht.
De woning of verblijfplaats van de patiënt kan worden onderzocht op de aanwezigheid van middelen die zijn gedrag beïnvloeden of gevaarlijke voorwerpen.
Er kan worden gecontroleerd op de aanwezigheid van middelen die het gedrag beïnvloeden of andere gevaarlijke voorwerpen. Deze kunnen worden afgenomen. Bijvoorbeeld: alcohol of een mes.
Beperking in de vrijheid om het leven in te richten. De patiënt moet iets verplicht bijwonen of juist laten. Bijvoorbeeld: telefoon, internet of bepaalde sociale media niet mogen gebruiken.
Beperking van bezoek.
Opname in een accommodatie. De patiënt kan verplicht opgenomen worden in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Hij wordt dan naar een instelling gebracht. Het is mogelijk dat hij de instelling of de behandelafdeling dan niet meer zelfstandig mag verlaten.