De patiënt houdt waar mogelijk zelf regie tijdens de hele periode van verplichte zorg. Bijvoorbeeld met een eigen plan van aanpak, Hulpverleners moeten regelmatig met de patiënt overleggen en de zorg samen evalueren.
Patiënten hebben recht op uitleg in begrijpelijke taal. Zo nodig is een tolk beschikbaar op de hoorzitting. Een patiëntenvertrouwenspersoon kan advies en bijstand geven en samen met de patiënt opkomen voor zijn of haar rechten.
Tijdens de verplichte zorg moet de patiënt waar mogelijk mee kunnen blijven doen in de maatschappij of alvast voorbereid worden om na de behandeling weer een leven op te bouwen. In de wet heet dit: ‘deelname aan het maatschappelijk leven bevorderen’.
Familieleden en andere directe naasten van de patiënt worden zo veel mogelijk betrokken in de voorbereiding, uitvoering, wijziging en beëindiging van verplichte zorg.