tijdsbepalingen am im of um 4-10-2024

DEUTSCH
 Willkommen im Deutschunterricht     
- Handy  in der Tasche
- Kauwgummi  ausspucken
- Bücher auf dem Tisch
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DEUTSCH
 Willkommen im Deutschunterricht     
- Handy  in der Tasche
- Kauwgummi  ausspucken
- Bücher auf dem Tisch

Slide 1 - Tekstslide

Kapitel 4 - Luzern
Zwitserland (= die Schweiz) leren kennen!

Slide 2 - Tekstslide

der Unterrichtsplan
Kapitel 4, Lektion 3, Aufgabe 4-6 en 9



Kapitel4, Lektion 4, Aufgabe 1-2 korrigieren

Erklärung: am, im of um. 
Kapitel 4, Lektion 4, Gramm. C, Aufgabe 7-9
Kapitel 4, Lektion 5, Aufgabe 1-4


Slide 3 - Tekstslide

die Lernziel:

Je kunt tijdsbepalingen met de voorzetsels im, am en um toepassen.





Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00
Kapitel 4, Lektion 3, Aufgabe 4-6 en 9
Kapitel4, Lektion 4, Aufgabe 1-2 korrigieren

Slide 5 - Tekstslide

                          Zeitangaben
im
seizoen
maand
im Winter
im Februar
um
tijdstip (kloktijd)
um 3 Uhr
am
dagdelen (aber: in der Nacht)
dag van de week
datum
am Nachmittag
am Mittwoch
am 1. Januar 2024
von...bis...
tijdsduur
von 3 bis 4 Uhr 
Nog even alles op een rijtje....
En nu oefenen....

Slide 6 - Tekstslide

Sleep naar het goede vak!
- dagdelen, dag van de week, datum
- seizoen, maand
- tijdstip
am
im
um

Slide 7 - Sleepvraag

Ich habe ___ Sommer Geburtstag.
A
um
B
am
C
op
D
im

Slide 8 - Quizvraag

___ Januar gehen wir eislaufen.
A
Auf
B
Im
C
Um
D
In

Slide 9 - Quizvraag

___ Sonntag gehe ich in ein Konzert.
A
Um
B
Am
C
Im
D
Auf

Slide 10 - Quizvraag

Wann kommst du mich besuchen?
A
Auf 1. Februar
B
Im 1. Februar
C
Um 1. Februar
D
Am 1. Februar

Slide 11 - Quizvraag

Wir fahren ___ 3 Uhr in den Urlaub.
A
um
B
im
C
am
D
von...bis...

Slide 12 - Quizvraag

Welches Wort benutzt man für Jahreszeiten (seizoenen)?
A
am
B
im
C
um
D
von...bis...

Slide 13 - Quizvraag

Welches Wort benutzt man für Uhrzeiten (tijdstip)?
A
am
B
im
C
um
D
von...bis...

Slide 14 - Quizvraag

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben:Kapitel 4, Lektion 4, Gramm. C, Aufgabe 7-9
Kapitel 4, Lektion 5, Aufgabe 1-4

Leren Lernbox 4 DU-NL
Leren Gramm. C

Slide 16 - Tekstslide

Dagindelingen
In het Duits kun je de dagdelen op twee manieren schrijven: 
- Met een voorzetsel. Het dagdeel begint dan met een hoofdletter. 
- Zonder een voorzetsel. Het dagdeel begint met een kleine letter en eindigt op een -s. 


Slide 17 - Tekstslide