Rekenen D1 Paragraaf 1.1

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 1 en 2
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Voorbereiden 
Korte nabespreking instaptoets
Kennis activeren
Uitleg par. 1.1 Getallen, grootheden en eenheden
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.1
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.1
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen
Extra
Korte herhaling van de introductie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Korte nabespreking instaptoets
Als je naar LessonUp gaat, kan je je resultaten bekijken. Als je de instaptoets opent, vind je daar per vraag je persoonlijke feedback. Lees die goed door. Daar kan je veel van leren!

Je maakt dit cursusjaar na ieder domein een voortgangstoets. Ook die toetsen worden beoordeeld en voorzien van een cijfer en persoonlijke feedback.

  

Slide 4 - Tekstslide

Terugkoppeling resultaten. Voorbeeld: 

De instaptoets is door 21 van de 30 studenten gemaakt. Daarvan hebben er twee het advies gekregen om tijdens het eerste blok de korte route te doorlopen en mogen er vijf die keuze zelf maken. De overige studenten doorlopen de basisroute.

Wat nu?
Studenten die de korte route mogen doorlopen, hebben voor de instaptoets een 7 of hoger gehaald. Je kan de korte route alleen doorlopen met een licentie. Regel die dus snel!

Studenten die de basisroute doorlopen, moeten de licentie uiterlijk in week 6 van de cursus hebben geactiveerd. Zonder licentie kan je daarna niet aan de lessen deelnemen.

Slide 5 - Tekstslide

Welke licentie je moet bestellen, hoe je die moet activeren en hoe je je aan de juiste klas moet koppelen, kan je vinden in Google Classroom. 

LET OP! Vrijstellingen en aangepast examineren
Heb je na 2022 een examen rekenen op 3F-niveau gehaald met een cijfer boven de 5,5?
Dan kan je via het examenbureau een vrijstelling aanvragen. Doe dat vóór 1 december!

Heb je een verklaring van dyslexie, dyscalculie of adhd? Dan kan je via het examenbureau een aanpassing voor de examens aanvragen. Doe dat ook vóór 1 december!

Slide 6 - Tekstslide

examenbureau@maascollege.nl
timer
5:00
Pauze

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Leerdoelen


  • Ik ken de betekenis van getallen in mijn dagelijkse omgeving.
  • Ik herken een grootheid en gebruik een passende eenheid om de waarde uit te drukken.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 1.1 Getallen, grootheden en eenheden
Aanpak
  • Lees de uitleg eerst rustig door.
  • Bestudeer daarna het voorbeeld.
  • Leg vervolgens in je eigen woorden uit waar de tekst over gaat.

Controlevragen
  • Waar gaat deze tekst over?
  • Kan ik deze tekst in mijn eigen woorden samenvatten?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Wat is geen grootheid?
A
hoogte
B
tijd
C
inhoud
D
snelheid

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Wat zijn eenheden van tijd?
A
meter en centimeter
B
minuut en uur
C
gram en ton
D
liter en kubieke meter

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Met welk instrument meet je de inhoud?
A
Met een beslagkom.
B
Met een maatbeker.
C
Met een thermometer.
D
Met een weegschaal.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Aan het werk
  • Maak vraag 9 t/m 12 van paragraaf 1.1.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





9a. In welke maateenheid meet je met dit instrument?

Slide 15 - Open vraag

9a. In milliliters of centiliters.




9b. In welke maateenheid meet je met dit instrument?

Slide 16 - Open vraag

9b. In centimeters.




9c. In welke maateenheid meet je met dit instrument?

Slide 17 - Open vraag

9c. In kilogrammen. 




10b. Wat wordt er met dit instrument gemeten?
A
bloeddruk
B
luchtdruk
C
spanning
D
temperatuur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





10d. Wat wordt er met dit instrument gemeten?
A
diameter
B
luchtdruk
C
regenwater
D
waterstand

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





11a. In een half literpak zit...
A
5 milliliter melk
B
5 centiliter melk
C
5 deciliter melk
D
5 liter melk

Slide 20 - Quizvraag

11a. Een halve liter is 5 deciliter.




11b. De hoogte van een deur is ongeveer...
A
200 millimeter
B
200 centimeter
C
200 decimeter
D
200 meter

Slide 21 - Quizvraag

11b. Een deur is ongeveer 200 centimeter.




11c. De oppervlakte van een A4-tje is ongeveer...
A
625 mm2
B
625 cm2
C
625 dm2
D
625 m2

Slide 22 - Quizvraag

21 x 29,75 cm = 625 cm2




11d. Een pak met 500 vellen A4-papier weegt...
A
2500 milligram
B
2500 centigram
C
2500 decigram
D
2500 gram

Slide 23 - Quizvraag

11d. 500 x 5 gram = 2500 gram



12a. De lengte van een pen geef je aan in ...

Slide 24 - Open vraag

12a. centimeters, dus 15 centimeter.



12c. De opslagruimte op een USB-stick geef je aan in ...

Slide 25 - Open vraag

12c. gigabyte, dus 16 GB.
timer
5:00
Pauze

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 1.1 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
Je wandelt van Beilen naar Westerbork met een
tempo van 5 km/h. Je vertrekt om 9:30 uur en je
neemt onderweg een pauze van 20 minuten.

a. Bereken hoeveel minuten je in totaal wandelt.
    Rond je antwoord af op hele minuten.

b. Bereken hoe laat je in Westerbork aankomt.
timer
8:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a                                                                                               

Bereken eerst de totaal te lopen afstand
4,7 + 7,1 = 11,8 kilometer

Bereken hoeveel minuten je over die afstand doet
60 : 5 = 12 minuten per kilometer
12 x 11,8 = 141,6 minuten                                                                            
  
Rond je antwoord af naar hele minuten
141,6 minuten = 142 minuten



Wat weet je al?
Je weet de afstand van Beilen naar de wegwijzer.
De afstand is 4,7 km.

Je weet de afstand van de wegwijzer naar Westerbork.
De afstand is 7,1 km.

Je weet je wandeltempo in km/h.
Je wandeltempo is 5 km/h.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht b

Bereken de totale wandeltijd in klokuren
142 minuten = 2 uur en 21 minuten = 2:21  
2:21 + 0:20 minuten pauze = 2:41 minuten

Bereken hoe laat je aankomt
9:30 uur + 2:41 uur = 12:12 uur


Wat weet je al?
Je weet hoeveel minuten je onderweg bent.
Je wandelt 141,6 minuten en je neemt 20 minuten pauze. 

Je weet de vertrektijd.
De vertrektijd is 9:30 uur.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

  • Ik ken de betekenis van getallen in mijn dagelijkse omgeving.
  • Ik herken een grootheid en gebruik een passende eenheid 
     om de waarde uit te drukken.


Volgende week

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Introductie

Slide 32 - Tekstslide

Naam vakdocent en emailadres melden.




Stel je voor, je loopt op straat en je ziet ineens een
briefje van 50 euro op de grond liggen. Wat doe je?
A
Je bukt en pakt het op. Snel verdiend, toch?
B
Je laat het liggen. Je hebt geld genoeg!

Slide 33 - Quizvraag

Er zullen maar heel weinig mensen zijn die een briefje van 50 euro op straat laten liggen: het briefje ligt namelijk letterlijk voor het oprapen.

Rekenen is het vak van het liggende geld: bij het maken van de opdrachten hoef je vaak alleen maar te bukken en punten op te rapen.

Het examen rekenen is ook een examen van liggend geld: een kwart van het cijfer voor het examen is een kwestie van bukken en oprapen. 

Je moet alleen wél weten waar het geld ligt. En dát leer je van mij tijdens de lessen rekenen.

Introductie van het vak rekenen
  1. Leerdoelen van de introductie
  2. Belangrijke informatie vak rekenen
  3. Belangrijke informatie examen
  4. Aanwezigheid en activiteit
  5. Regels tijdens de lessen
  6. Verplichte instaptoets






Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Leerdoelen van deze introductie
  • Je weet met welk examen het vak rekenen wordt afgesloten.
  • Je weet wat je moet doen om het (her)examen rekenen te halen.
  • Je kunt de richtlijnen benoemen die belangrijk zijn voor het examen.
  • Je weet wat jouw beginniveau is en waar je nog mee moet oefenen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


2. Belangrijke informatie vak rekenen
Het vak rekenen heeft vijf domeinen. Een domein is een vakgebied binnen het rekenen. Je sluit het vak rekenen in week 30 af met een instellingsexamen. Je bereidt je voor op dat examen door het maken van wekelijkse (examen)opdrachten, vier toetsen en een examentraining. Daarbij gebruik je de basisvaardigheden van het vak rekenen
als hulpmiddel.


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Domeinen vak rekenen
Domeinen
Blok
Niveau
1.
Grootheden en eenheden
1
BBL en BOL niveau 3 en 4
2.
Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
3.
Verhoudingen herkennen en gebruiken
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
4.
Procenten gebruiken
3
BBL en BOL niveau 3 en 4
5.
Omgaan met kwantitatieve informatie
3
BBL en BOL niveau 3 en 4

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesmateriaal
Tijdens de online lessen oefenen we met opdrachten van de methode NU Rekenen van uitgeverij Noordhoff. Voor NU Rekenen heb je een licentie nodig. Aan de eerste 6 lessen kan je deelnemen zonder licentie; vanaf week 7 is een geactiveerde licentie noodzakelijk. Zonder licentie kan je dan niet langer actief deelnemen aan de lessen. 







Slide 38 - Tekstslide

https://www.noordhoff.nl/webshop/product/nu-rekenen-mbo-online-1-jaarslicentie-8717927137659

3. Belangrijke informatie examen
Tijdens het instellingsexamen worden je kennis en vaardigheden van de vijf domeinen van het vak rekenen getoetst. Het examen wordt aan het eind van blok 3 op de vaste leslocatie afgenomen. Je hebt twee uur de tijd om ongeveer 25 opdrachten te maken. Daarbij gebruik je een online rekenblad, rekenmachine en rekenkaart.


Rekenvraag I
Hoeveel minuten heb je per opdracht?

Slide 39 - Tekstslide

120 : 25 = 4,8 minuten

Slaag- en zakregeling generieke vakken
Om te slagen voor het examen worden de vakken rekenen, Engels en Nederlands met een voldoende afgerond als er voor maximaal één vak minimaal een 5, en voor de twee andere vakken een 6 of hoger is behaald. Je hebt na het examen recht op twee herkansingen.



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Wat is het totale slagingspercentage voor het examen rekenen na de tweede herkansing?
A
36%
B
46%
C
56%
D
66%

Slide 41 - Quizvraag

A Slechts 22 van de 100 studenten slagen
    in één keer voor het examen rekenen. 

    Na de eerste herkansing komen er 10
    geslaagden bij; na de tweede maar 4.
Waarom zakken zoveel studenten
voor het examen rekenen?

Slide 42 - Woordweb

Ze onderschatten het examen

´Ik dacht: lukt het me de eerste keer niet
  om een 5 te halen, dan lukt het me wel
  bij de herkansing.´

´Ik dacht: het komt goed. Niet dus!´

´Ik had op de mavo een 8 voor rekenen,
  dus dacht ik: dit wordt een makkie.´

Ze hebben zich niet goed voorbereid

´De vragen bij het examen waren heel
  anders dan ik had verwacht.´

´Ik wist niet dat ik mijn antwoorden bij
  het examen zo moest opschrijven.´

´Ik dacht: ik maak eerst het examen en
  dan ga ik daarna wel oefenen. Maar
  toen was het al te laat.´

Zo slaag je wél!
  • Ken je zelf: wat werkt niet voor jou en wat wél?
  • Log niet alleen 120 minuten in, maar wees actief!
  • Leer door te oefenen en door te vragen. 
  • Toets je groei en wees trots op jezelf!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


4. Aanwezigheid en activiteit
Bij de start van de online les moet je aanwezig zijn. Je aanwezigheid wordt bijgehouden aan de hand van de tijden waarop je bent ingelogd in Google Meet. Er wordt van je verwacht dat je actief aan de lessen meedoet. Je aanwezigheid, activiteit én je resultaten worden in Yuno bijgehouden. Die komen onder andere ter sprake bij de SLB-gesprekken.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


5. Regels lessen en absentie
  • Je bent tenminste 80% van de verplichte lestijd aangemeld in Google.
  • Je maakt iedere les minimaal vier van de verplichte online opdrachten.
  • Je maakt minimaal drie van de vier verplichte domeintoetsen.
  • Je maakt aan het eind van de cursus de examentraining.
  • Je stelt eventuele vragen in de chat of via de mail.


Rekenvraag II
Wat is 80% van 2,5 uur?

Slide 45 - Tekstslide

1 uur = 60 minuten
2 uur = 120 minuten
0,5 uur = 30 minuten

120 + 30 = 150 minuten

150 : 100 x 80 = 120 minuten
of 150 x 0,8 = 120 minuten


Beoordeling per blok
Aanwezigheid                                                       Resultaat domeintoetsen



Activiteit






9 - 10 lessen = goed
5 - 8 lessen = voldoende
< 5 lessen = onvoldoende
4 online opdrachten + EO = goed
4 online opdrachten = voldoende
< 4 online opdrachten = onvoldoende
cijfer hoger dan 8,4 = zeer goed
cijfer tussen 7 en 8,4 = goed
cijfer tussen 5 en 6,9 = voldoende
cijfer lager dan 5 = onvoldoende
Maak je minder dan vier online opdrachten?
Of maak je minder dan drie domeintoetsen?
Dan vervalt je recht op een extra herkansing!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je ziek?
Stuur je vakdocent dan vóór de les een mail en vermeld daarin duidelijk je naam en groep.

Slide 47 - Tekstslide

Mailadres vermelden in de chat.

6. Instaptoets
Na de pauze ga je een verplichte instaptoets maken. Om die te kunnen maken, moet je je koppelen aan de LessonUp-leerruimte van deze groep. Je hebt alleen toegang tot deze leerruimte met je Google-schoolaccount (leerlingnummer@maascollege.nl).

De link naar de leerruimte vind je in de chat. 

Slide 48 - Tekstslide

Links naar LessonUp leerruimte

Groep 1

Groep 2

Groep 3

Groep 4

Groep 5

Groep 6


Waarom moet je een instaptoets maken?
Het is bij de start van deze cursus belangrijk dat je een realistisch beeld hebt van hoe goed je de basiskennis en -vaardigheden van het vak rekenen beheerst. Die komen aan bod in de instaptoets. Beheers je de basis van het vak rekenen goed genoeg? Dan word je voor blok 1 ingedeeld in de korte leerroute. Ben je een goede rekenaar? Laat je dan bij de instaptoets van je beste rekenkant zien! 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe maak je de instaptoets?
In LessonUp staat de instaptoets voor je klaar. Je hebt de rest van deze les de tijd om alle opdrachten van de toets af te ronden en die in te leveren. Doe je dat? Dan word je voor
les 1 op aanwezig gezet. Doe je dat niet? Dan word je op afwezig gezet. Daarnaast
word je voor de eerste tien lessen automatisch ingedeeld bij de basisroute. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Heb je een vraag of opmerking?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies