Dag van de Franse Taal

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dag van de Franse taal

Slide 3 - Tekstslide

Hebben de Franse en de Nederlandse taal iets met elkaar te maken?

Slide 4 - Open vraag

Zoek op hoe je een woord noemt dat in een taal gebruikt wordt, maar dat van een andere taal komt.

Slide 5 - Open vraag

Welke Nederlandse woorden zijn het meeste geleend door andere talen?

Slide 6 - Open vraag

HET NEDERLANDS IS GROTENDEELS BEÏNVLOED DOOR HET FRANS
Naast de invloed van het Frans op veel andere talen, heeft het ook de Nederlandse taal aanzienlijk beïnvloed. Ons woordenboek bevat veel woorden afgeleid van de Franse taal. In de 19e en 20e eeuw verliep de verspreiding van woorden uit het Frans naar het Nederlands natuurlijk en logisch. Taal is immers onderdeel van de cultuur van mensen en cultuur verspreidt zich makkelijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke woorden lenen wij uit de
Franse Taal?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link



Verschillende invloeden op onze taal.

Slide 11 - Tekstslide

Nederlandse taal
Wereldwijd zijn er miljoenen mensen die Nederlands spreken. De taal is daarbij prachtig en buitengewoon in al haar glorie. Ook verandert ze nog steeds. Het Nederlands heeft bovendien een bijzondere relatie met het Frans, Engels, Duits en veel andere talen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe is de Nederlandse taal beïnvloed?
De Nederlandse taal heeft in de afgelopen eeuwen uit allerlei andere talen woorden overgenomen. Uit het Latijn, het Grieks, het Frans en het Duits bijvoorbeeld. Deze overgenomen woorden worden leenwoorden genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Zoek op: Hoe oud zijn de eerste Nederlandse woorden?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht ( 5 minuten)
In een groepje ga je op zoek naar de invloed van een van de volgende talen op het Nederlands:
* Frans
* Engels
* Duits
* Latijn 
* Grieks

Slide 17 - Tekstslide

Vervolgopdracht 
* Wijs 1 persoon aan die aantekeningen maakt;
* Let goed op wat het met de cultuur te maken heeft;
* Wijs een spreker aan;
* Je vertelt kort aan de klas wat je gevonden hebt en waarom die invloed zo belangrijk is geweest voor Nederland en voor de Nederlandse taal. 

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik op deze les

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Woordzoeker
Maak de woordzoeker met Franse leenwoorden.

Slide 21 - Tekstslide

Welk cijfer geef je aan deze les?
-310

Slide 22 - Poll