Paragraf 4: Duurzaam leven

Hoofdstuk 6: Mens en milieu
Paragraaf 4: Duurzaam leven
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Mens en milieu
Paragraaf 4: Duurzaam leven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg paragraaf 4
  • Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Voorbeelden van duurzame keuzes geven;
  • Maatregelen noemen om de voedselproductie duurzamer te maken;
  • Maatregelen noemen om het broeikaseffect te verminderen;
  • Maatregelen noemen om luchtvervuiling te verminderen;
  • Uitleggen waarom milieubewust handelen belangrijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe leef je milieubewust?
Milieubewust of duurzaam leven betekent dat je kiest voor dingen die zuinig zijn met grondstoffen en energie.
  • Recyclen
  • Hergebruiken
  • Tweedehands kopen
  • Composteerbare spullen

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer is je voedsel duurzaam?
  • Er wordt circulair geteeld (door dierlijke mest te gebruiken);
  • Er wordt geen chemische gewasbescherming gebruikt. Er wordt wel gebruik gemaakt van biologische plaagbestrijding door vijanden of feromonen in te zetten.
  • Er wordt rekening gehouden met dierenwelzijn.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de winst van minder vee?
Door de veehouderij komen er veel broeikasgassen in de atmosfeer. Deze gassen versterken het broeikaseffect.
  • CO2
  • Methaan
  • Lachgas
  • Waterdamp

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de winst van minder vee?
Minder vlees eten betekent niet dat je onvoldoende eiwitten binnenkrijgt. 
  • Eet meer noten
  • Eet meer peulvruchten
  • Je kan ook insecten eten i.p.v. dieren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe verminder je het broeikaseffect?
  • Minder elektriciteit gebruiken: let op het energielabel op een apparaat/doe het licht uit als je weggaat
  • Gebruik duurzame energie: energie van bronnen die nooit opraken en niet schadelijk zijn (wind-/zonne-energie)
  • Gebruik biobrandstoffen: dit zijn brandstoffen gemaakt door planten. Bij de verbranding komt evenveel CO2 vrij als de plant heeft opgenomen. (biodiesel/biogas)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat helpt tegen luchtvervuiling?
  • Fabrieken die hun rook zuiveren en CO2 opslaan (= minder vervuilende gassen in de lucht);
  • Een katalysator in de uitlaat van auto's. Deze verandert schadelijke gassen in minder schadelijke gassen. 
  • Dieselauto's moeten een roetfilter hebben. Hierdoor is er minder fijnstof in de lucht.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat helpt tegen luchtvervuiling?
  • Fabrieken die hun rook zuiveren en CO2 opslaan (= minder vervuilende gassen in de lucht);
  • Een katalysator in de uitlaat van auto's. Deze verandert schadelijke gassen in minder schadelijke gassen. 
  • Dieselauto's moeten een roetfilter hebben. Hierdoor is er minder fijnstof in de lucht.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Paragraaf 1 t/m 4 van hoofdstuk 6
Hoe: Voor jezelf, stilte
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek, steek anders je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, verder aan je ecologische voetafdruk
Uitkomst: Paragraaf 1 t/m 4 van H6 zijn af

Slide 15 - Tekstslide