Milieubewust vlees eten - meer kip dan rund (minder mest en uitstoot broeikasgassen)
Insecten eten - minder diervoer, minder landbouwgrond, minder water nodig
Slide 10 - Tekstslide
6.4 Duurzaam leven
Wanneer is je voedsel duurzaam?
Boeren moeten zich aan regels houden (zie paragraaf 2)
Biologische landbouw > waar boeren zoveel mogelijk volgens natuurlijke kringlopen werken 1. dierlijke mest gebruiken i.p.v. kunstmest 2. geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken - onkruid weghalen met de hand of schoffelmachine - biologische plaagbestrijding gebruiken (plaagdieren bestrijden met natuurlijke vijand) 3. rekening houden met dierenwelzijn > meer ruimte om los te lopen, buiten te zijn en natuurlijk gedrag te kunnen vertonen
Slide 11 - Tekstslide
Duurzaam voedsel
Biologische landbouw: boeren werken zoveel mogelijk volgens natuurlijke kringlopen.
natuurlijke kringloop
Slide 12 - Tekstslide
6.4 Duurzaam leven
Wat? Maken 6.4 – Opdracht 1 t/m 11
Hoe? Blz. 189 t/m 193
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 11 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 13 - Tekstslide
aan de slag
afsluiting:
wat weet je nu
hoe ging het
vooruitblik (toets plannen)
Slide 14 - Tekstslide
6.4 Duurzaam leven
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt voorbeelden van duurzame keuzes geven
Je kunt maatregelen noemen om de voedselproductie duurzamer te maken
Je kunt maatregelen noemen om het broeikaseffect te verminderen
Je kunt maatregelen noemen om luchtvervuiling te verminderen
Je kunt uitleggen waarom milieubewust handelen belangrijk is
Slide 15 - Tekstslide
broeikaseffect: wat was het ook al weer...
Slide 16 - Tekstslide
Hoe verminder je het broeikaseffect?
Minder elektriciteit gebruiken
- licht uit doen als je weggaat - niet onnodig apparaten stand-by - naar energielabels kijken bij aanschaf apparaten
Duurzame energie gebruiken zonne- en windenergie en biobrandstoffen
Slide 17 - Tekstslide
Duurzame energie gebruiken:
zonne- en windenergie, niet schadelijk, raakt niet op
met de opgewekte electriciteit kan je weer electrische auto's opladen. Deze
stoten geen uitlaatgassen uit
biobrandstoffen > brandstof gemaakt uit planten
opgenomen CO2=uitgestootte CO2
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeelden van biobrandstoffen zijn:
Biodiesel uit algen > algen maken in zonlicht energierijke vetdruppeltjes =
brandstof voor auto's
Biogas uit afval > water met afvalstoffen uit fabrieken waarin bacteriën het afval omzetten in gas = brandstof voor de fabriek en voor auto's
- fabrieken moeten rook zuiveren en koolstofdioxide opslaan - auto's moeten een katalysator in de uitlaat hebben > schadelijke uitlaatgassen veranderen in minder schadelijke gassen - dieselauto's moeten een roetfilter hebben > houdt roetdeeltjes tegen > minder fijnstof
Slide 20 - Tekstslide
Waarom is milieubewust handelen belangrijk?
Duurzaamheid > nu een fijn en comfortabel leven leiden zonder de toekomst van de volgende generaties in gevaar te brengen door: - duurzame energie - biologische landbouw - recyclebare en biologisch afbreekbare producten
milieubewuste keuzes zijn soms lastig
de overheid geeft voorlichting
er zijn organisaties en keurmerken die kunnen helpen
Slide 21 - Tekstslide
6.4 Duurzaam leven
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt voorbeelden van duurzame keuzes geven
Je kunt maatregelen noemen om de voedselproductie duurzamer te maken
Je kunt maatregelen noemen om het broeikaseffect te verminderen
Je kunt maatregelen noemen om luchtvervuiling te verminderen
Je kunt uitleggen waarom milieubewust handelen belangrijk is