A1b - Spelling Les 3 - H5/6

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

VWO1 - Spelling Les 3 

Ga rustig zitten en pak je boek,

Lezen

Pak je boek

Geen boek = nu.nl

Wat gaan we doen?

- Wat weten we nog?

- Uitleg

- Huiswerk nakijken

- Aan de slag

Wat is GEEN samenstelling?

1. Voetbal
2. Gebak
3. speelplein
4. Handdoek

Welke samenstelling is goed geschreven?

1. pannenkoek
2. pannekoek

Welke is een samenstelling?

1. Aaibaar
2. Meisjesfiets
3. kapot
4. niks

Welke samenstelling is goed geschreven?

1. beresterk
2. berensterk

Wat is een verkleinwoord?

1. het babybed
2. het poesje
3. de kitten
4. het kuiken

Welk verkleinwoord is goed geschreven?

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Welk verkleinwoord is goed geschreven?

1. colaatje
2. cola'tje
3. cola-tje

Welk verkleinwoord is goed geschreven?

1. woningkje
2. woninkje
3. woningetje

Een verkleinwoord is altijd een ..... ?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Uitleg

Bezitsvorm

Bezit

Jaspers zus is geslaagd.

Hij behoort tot Amerika's grootste artiesten.

Hij heeft Fiens boek geleend. 

Wanneer komt de -s eraan vast?

Mariannes hond is wit met zwarte vlekken.

Ik heb met mijn broers telefoon gebeld.

Die jongen is Renés neef.

Wanneer krijg je -'s?

Wanneer de uitspraak niet meer klopt.

Karin is gek op oma's omas appeltaart.

Laura heeft Jordi's Jordis fietssleutel gevonden.

Wanneer alleen -'?

Wanneer het woord eindigt op een -s of een s-klank heeft.

Max' laptop is hetzelfde merk als mijn laptop.

Heb jij Chris' jas gezien?

Mijn opa zijn stoel

Wat is de bezitsvorm?

1. Opas stoel
2. Opaas stoel
3. Opa's stoel
4. Opapas stoel

Het paard van Rianne.

Wat is de bezitsvorm?

1. Riannes paard
2. Rianne's paard

Kies de juiste bezitsvorm

1. Sam's fiets
2. Sams fiets

De hond van Ronny.

Wat is de bezitsvorm?

1. Ronnys hond
2. Ronny's hond

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?

1. Larses
2. Lars's
3. Lars'

Nakijken - H4 Spelling opdracht 4 

1 trappenhuis

2 behoeftepatroon

3 knikkebollen (werkwoord)

4 reuzeleuk (versterkend)

5 reuzenrad

6 bendeleider

7 zonnestelsel

8 nachtegaal (versteend)

9 platteland (bijvoeglijk naamwoord)

10 zedendelict

11 hellevuur (uniek)

12 beresterk (versterkend)

13 bejaardenflat

14 ooievaar (versteend)

15 ruggenprik

        

Nakijken - H4 Spelling opdracht 5

2 gedaanteverandering

4 lachebek

5 eendenei

8 berenvacht

11 rollebollen

12 lindebloesem

14 geboortegolf

16 vliegenzwam

19 bolleboos

20 apelazarus

Nakijken - H4 Spelling opdracht 6

a dingetje                      p baby’tje

 b ballonnetje              q A4’tje

 c laatje                           r ruzietje              

 d accuutje                   s wandelingetje

 e jongetje                     t vitamientje of vitaminetje

 f behangetje

 g appje

 h radiootje

 i bikinietje

 j trolleytje

 k doucheje

 l hyenaatje

 m pony’tje

 n braampje

 o m’etje

 p baby’tje

 q A4’tje

 r ruzietje

 s wandelingetje

 t vitamientje of vitaminetje

Wat gaan we doen?

Hoofdstuk 5 Spelling

Opdrachten 4 en 5.

Klaar? Opdracht 6. Hierna mag je aan de slag gaan met NUMO - Spelling