Samenvatting 4.1 en 4.2

Samenvatting 4.1 en 4.2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Samenvatting 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van steden en staten
1000 tot 1500

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de paragraaf

  • kun je uitleggen hoe in Europa rond het jaar 1000 weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond
  • kun je uitleggen hoe ambachten ontstonden en hoe de handel belangrijk werd
  • weet je hoe steden stadsrechten kregen en kun je uitleggen hoe de steden werden bestuurd
  • weet je dat Floris V van Holland een belangrijk gewest maakte.


Slide 4 - Tekstslide

Van platteland naar stad
In de middeleeuwen leefde bijna iedereen op het platteland.

Waarom?

Er waren gewoon bijna geen steden.

Dit veranderde in het jaar 1000

Slide 5 - Tekstslide

Van platteland naar stad
Na het jaar 1000 kwam er een nieuwe uitvinding: een betere ploeg


Slide 6 - Tekstslide

Van platteland naar stad
Door de nieuwe ploeg werd de mest beter verdeeld en het land vruchtbaarder 


Meer voedsel


Meer mensen 

Slide 7 - Tekstslide

Voedsel dat overbleef gingen ze verkopen op de markt!

Slide 8 - Tekstslide

Van platteland naar stad
De boeren zorgden dus voor het aanbod op de markt

Wat is een markt?

Wat betekent aanbod?


Slide 9 - Tekstslide

Van platteland naar stad
De boeren zorgden dus voor het aanbod op de markt

Markt: plaats waar mensen handelen

Aanbodalles wat iemand wilt verkopen


Slide 10 - Tekstslide

Van platteland naar stad
De boeren zorgden dus voor het aanbod op de markt 

Er was door de bevolkingsgroei ook veel vraag naar producten
Vraag = alles wat mensen willen kopen 

Steeds meer mensen gingen bij de markt wonen zodat ze niet ver hoefden te reizen. 
                                                     Hierdoor groeide marktplaatsen uit tot steden!

 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

De eerste stadbewoners
Na het ontstaan van de eerste steden was niet iedereen meer een boer

Er ontstonden nieuwe beroepen!

Zoals smid, bakker, handelaar enz. 


Slide 14 - Tekstslide

De eerste stadbewoners
Deze nieuwe beroepen kan je verdelen in 2 groepen:

De ambachtslieden:
Mensen die iets met hun handen of gereedschap maken zoals dus een bakker of smid

De handelaren:
Mensen die spullen gingen kopen en dit weer met winst verkochten

Slide 15 - Tekstslide

Stadsrechten en stadsbestuur
De inwoners van een stad heten burgers
Samen vormen zij de burgerij 

Je kon alleen burger worden als je er 1 jaar woonde, een beroep had en een geldbedrag had betaald

Vaak bestuurden de rijke families de steden

Slide 16 - Tekstslide

Stadsrechten en stadsbestuur
Lees blz. 135
De belangrijkste bestuurder was de burgemeester of schout

De schout bestuurd de stad samen met de schepenen.

De schepenen waren de bestuurders en rechters in een stad

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Paragraaf 4.2 
De macht van koningen

Slide 20 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf:

  • weet je hoe koningen hun staten meer als eenheid gingen besturen en vanuit één plek;
  • begrijp je waarom burgers in steden meer inspraak wilden;
  • begrijp je hoe machtig de kerk was in de samenleving;
  • weet je wat de kruistochten zijn en kun je uitleggen waarom deze plaatsvonden.

Slide 21 - Tekstslide

De macht op 1 plek
Tijdens de middeleeuwen hadden edelen veel macht.
De koningen waren hier niet blij mee. 

Rond 1300 kregen koningen echter meer macht door belastinggeld!
Ze hadden meer geld om zelf loyale ridders in te huren die wel naar de koning luisterde.

Slide 22 - Tekstslide

De macht op 1 plek 
Koningen maakten vanaf nu wetten voor het gehele land.
Overal werden de zelfde straffen uitgedeeld voor criminelen.

Ze gingen het gebied steeds meer als eenheid besturen
Dit heet staatsvorming

Koningen gingen het land vanaf 1 plaats besturen: centralisatie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Burgers willen inspraak
Burgers die belasting betaalden wilden meer dan alleen stadsrechten ervoor terug krijgen

Ze wilden inspraak: hun mening geven bij besluiten.
De koning vond dit goed en verdeelde de bevolking in 3 groepen:
  1. adel
  2. geestelijken
  3. burgerij



Slide 25 - Tekstslide

Burgers willen inspraak
De adel, geestelijken en de burgerij mochten mee vergaderen in de Staten-Generaal. 

Maar de adel en geestelijken hoefde geen belasting te betalen.
De burgerij wel!


Slide 26 - Tekstslide

Macht van de kerk
Tijdens de middeleeuwen was de kerk erg machtig.
Bijna iedereen in Europa was namelijk christelijk. 

Men geloofde dat het leven na de dood belangrijker was.
Als je geen goede christen was dan zou je naar de brandende hel gaan.

Lees blz. 143


Slide 27 - Tekstslide

Kruistochten
Jeruzalem is een heilige stad voor christenen en moslims
In 1095 riep de paus de christenen op om het heilige land in Jeruzalem te gaan bevrijden van de moslims

Dit noemen we een kruistocht

Iedereen die mee deed zou een plek in de hemel krijgen

Slide 28 - Tekstslide

Kruistochten
De kruistochten zorgde naast veel geweld ook voor handel!

Er werd veel gehandeld met de Arabische wereld.
Mensen uit Europa ontdekten toen;
- suiker
- papier
- kleding van katoen 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video