Maren Stoffels/verhaal schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Fictie

Maren Stoffels

Pak je telefoon of Chromebook en zoek informatie op over het boek Escaperoom.

Fictie of non-fictie?

Dinsdag 18 januari 3e uur 1eha1

10.00 uur	met de docent die je lesgeeft naar de aula
10.00-10.50 uur	aula-bezoek aan Maren Stoffels

Opdracht 1-doen jullie vandaag

met buurman of buurvrouw:

vragen beantwoorden over Maren Stoffels

Opdracht 2-doen jullie tijdens de les op donderdag 20 januari

met buurman of buurvrouw:

verhaal schrijven n.a.v. spannend fragment

Dinsdag 18 januari 6e uur 1ha1

13.15 uur	met de docent die je lesgeeft naar de aula
13.15-14.10 uur	aula-bezoek aan Maren Stoffels

Opdracht 1-doen jullie vandaag

met buurman of buurvrouw:

vragen beantwoorden over Maren Stoffels

Opdracht 2-doen jullie tijdens de les op woensdag 26 januari

met buurman of buurvrouw:

verhaal schrijven n.a.v. spannend fragment

BOEKEN Maren Stoffels

Boeken Maren Stoffels​     ​ 

Fright night  

Roomservice

Lockdown​​ 

​

Opdracht

• Kies één van de twee fragmenten. Schrijf het verhaal af. Zorg voor een afgerond verhaal met een slot​​. Beste verhaal van alle klassen krijgt een prijs. We werken in duo's! Met eigen buurman of buurvrouw
• Ik kies de twee beste verhalen van deze klas uit en stuur ze naar Maren Stoffels. Ook al winnen we de wedstrijd niet, we maken er ook een wedstrijd van in de klas. Het tweetal, dat het beste verhaal van deze klas schrijft, krijgt van mij iets lekkers.

​

SCHRIJF EEN SPANNEND VERHAAL.

• Kies een fragment uit en maak het verhaal af.
• Bedenk eerst welke personen in het verhaal belangrijk zijn.Hoe oud zijn ze? Wat vinden ze leuk?
• Bedenk ook wat er in je verhaal gaat gebeuren. Daarna schrijf je het pas op.

• Zorg regelmatig voor een enge achtergrond: slecht weer, het is nacht, je zit ergens opgesloten.
  
• Iemand moet in een bepaalde tijd ergens weg zijn, anders gebeurt er iets ergs.

SCHRIJF EEN SPANNEND VERHAAL

• Kies personen van je eigen leeftijd en schrijf af en toe ook op wat ze van elkaar denken. 
• Willen ze elkaar helpen of juist niet? Is er iemand gemeen of niet?
• Wat is er in het verleden gebeurd met een persoon? Heeft dat te maken met de enge situatie waar hij /zij nu in zit?
• Hoe loopt het verhaal af? Weten we nu alles of moeten we nog ergens over nadenken als lezers?

Sla tussen elke alinea een regel over.