Les 8

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Periode 3

Herhalen H8 + H9

Vorige week

1) De 4 fasen benoemen in de juiste volgorde van motorisch leren.

2) De functie/gang van zaken benoemen van deze 4 fasen.

3) De 3 factoren kunnen benoemen van de kwantiteit van de les

Vandaag

Nulmeting toets + eindtoets

Flashcards H9

Herhaling H8 

Vier op een rij H8

Oefen quizizz 

Nulmeting toets + eindtoets

Maak in 2 tal de nulmeting + eindtoets

1 heeft de toets open de ander het boek

Zorg voor een resultaat boven de 75%

Flashcards H9

Maak een groep van 4 

Verdeel de begrippen

Zoek en schrijf de definitie op 

Kopieer origineel

Knip een strook uit en vouwdubbel

Overhoor elkaar 

 

Herhaling H7 

Didactische werkvorm

Manieren die je in je les gebruikt om je leerlingen zoveel en zo goed mogelijk te laten leren.

2 verschillende kanten:

1. Actie van de leraar: Uitleg geven, opdrachten opgeven, laten experimenteren etc. 

2. (Re)actie van de student: Antwoorden geven, presenteren, luisteren, nadoen, oefenen. 

Indeling

1. De wijze van aanbieden

2. Organisatorisch

3. Ruimte die de lesgever geeft

De wijze van aanbieden:

Voorbeelden:
- Uitleg geven: Visueel, verbaal of laten ondergaan

- Opdrachten geven: in ons vak > oefeningen laten doen. 

Deze opdrachten kunnen open/gesloten zijn. 

- Vragen laten beantwoorden zodat de leerlingen zelf goed moeten nadenken en dus heel bewust bezig zijn met de oefening. 

- Feedback of feedforward geven: 

Organisatorisch

Voorbeelden:

1. Vrij werken: Zelf mogen kiezen.

2. In groepjes laten werken: zelfstandig of begeleid 

3. Klassikaal: iedereen doet hetzelfde.

4. Werken met een vaste stroomvorm: circuit vorm, toestelbaan

Ruimte die de docent biedt:

Dit kan op 2 manieren:

1. Gesloten: De docent bepaald en neemt initiatief. 

2. Open: De docent begeleid de leerlingen. De leerlingen hebben een mate van keuzevrijheid. 

Hoe of waarom kies je een 

didactische werkvorm?

Op basis van 3 punten: beginsituatie, doelstelling & bewegingsvorm.

Didactische hulpmiddelen

Hulpmiddelen die de docent helpt bij het aanbieden 

van didactische werkvormen. 

Zoals: Fluitje, whiteboard, springkuil bij turnen, filmpje, pionnen, hoepel,  instructie kaarten, zwembandjes, toverkoord, lintjes. 

Vier op een rij H7

Maak een tweetal

   

Om de beurt een begrip op het speelbord leggen

Vier op een rij is winst

Oefen quizizz 

Tips voor Leren

Begin op tijd

Maak een samenvatting in eigen woorden

Overhoor jezelf