In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H4 Nederland en de Wereld
Slide 1 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Verschillende Voordelen en Nadelen van Globalisering
Wereld burgerschap
4.1 Globalisering
Slide 2 - Tekstslide
De wereld is kleiner geworden
Mensen op de wereld zijn steeds meer
met elkaar verbonden.
Globalisering
Door allerlei ontwikkelingen kom je steeds meer in contact met de rest van de wereld. Denk aan de mogelijkheden van internet, reizen die goedkoper worden en de herkomst van de producten die jij koopt.
Slide 3 - Tekstslide
Voel jij je een wereldburger?
Slide 4 - Woordweb
Wereld-burgerschap
Nieuwsgierigheid naar andere landen en betrokkenheid met de mensen daar.
Wereld-burgerschap
Slide 5 - Tekstslide
Door het internet kom je heel gemakkelijk in contact met mensen over de hele wereld. Denk bijvoorbeeld aan sociale media en communicatie via videobellen.
Voordelen / Nadelen?
Hallo wereld
Slide 6 - Tekstslide
Reizen is een stuk makkelijker en goedkoper geworden
De wereld rond
Voordeel: Je komt sneller in contact met andere culturen. Ook leveren toeristen die naar Nederland komen ons veel geld op.
Nadeel: Sommige toeristische plekken zijn nu zo druk dat het bezoek minder prettig is. Ook loop je makkelijker ziektes op (denk aan corona).
Slide 7 - Tekstslide
Voordeel: Steeds meer producten te koop en goedkoper.
Nadeel: Banen verdwijnen omdat arbeid in het buitenland goedkoper is. Uitbuiting. We zijn afhankelijker van de landen waar onze producten worden gemaakt.
Wereldhandel
Door de globalisering is de wereldwijde handel enorm toegenomen. Dit komt onder andere doordat het transport goedkoper is geworden.
Slide 8 - Tekstslide
Landen worden meer afhankelijk van elkaar en daardoor is ook meer samenwerking nodig. Bijvoorbeeld als het gaat om handel, milieu en veiligheid.
Wereldpolitiek
Voordeel: Problemen worden beter aangepakt omdat meer landen kunnen bijdragen.
Nadeel: Landen moeten zich aan internationale afspraken houden en kunnen minder zelf beslissen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Noem 3 manieren waarop Nederland samenwerkt met andere landen