Een
psv staat vaak in de plaats van een zelfstandig naamwoord:
ik, -Ik loop door de stad.
jij, je/u, -U loopt ...
hij/zij, ze/het -Mevrouw Tuitel (ze)loopt door de stad)
wij, we -Wij lopen door de stad.
jullie/u -Jullie lopen ...
zij, ze -Ze lopen ...