dichtheid




dichtheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zit 16 slide, met tekstslide.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les




dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Bij een proef krijg je een blok staal en een blok aluminium van elk 1 kg.
De dichtheid van staal is 7,8 g/cm3 en de dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.

Welk blok heeft het grootste volume?

Slide 2 - Tekstslide

dichtheid

Materiaaleigenschap die aangeeft hoe groot de massa per volume-eenheid is, bijvoorbeeld in gram per kubieke centimeter.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom worden vliegtuigen van aluminium gemaakt?

Slide 4 - Tekstslide

Om de dichtheid van een materiaal te bepalen, heb je een voorwerp nodig dat van dat materiaal is gemaakt. Je gaat daarbij als volgt te werk:

 
1 Bepaal het volume V, bijvoorbeeld met de onderdompelmethode .
2 Bepaal de massa m met een balans of een elektronische weegschaal.
3 Bereken de dichtheid ρ (de massa van 1 cm3) met de formule:

Slide 5 - Tekstslide

formule dichtheid

Slide 6 - Tekstslide

De aluminium kogel in figuur 2 heeft een massa van 19 g.
Bereken de dichtheid van aluminium.

Slide 7 - Tekstslide

Een plaat piepschuim is 80 cm lang, 60 cm breed en 20 cm dik (figuur 3). De dichtheid van het piepschuim is 0,025 g/cm3.
Bereken de massa van de plaat.

Slide 8 - Tekstslide

Bij een proef krijg je een blok staal en een blok aluminium van elk 1 kg.
De dichtheid van staal is 7,8 g/cm3 en de dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm3.

Welk blok heeft het grootste volume?

Slide 9 - Tekstslide

aan de slag
maken van 7.4
opgaven 1 - 4 - 5

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

aan de slag
maken van 7.4
opgaven 6 - 8 - 9 - 10

Slide 14 - Tekstslide

Een vetbol helpt vogels de winter door te komen. De vetbol in figuur 11 heeft een massa van 84 gram en een gemiddelde dichtheid van 0,96 g/cm3.

a) Bereken het volume van de vetbol.

De vetbol wordt in een bekerglas met water gelegd. In figuur 12 is drie keer getekend wat er dan kan gebeuren.

b) Welke afbeelding geeft de plaats van de vetbol in het water juist weer? Licht je antwoord toe.

Slide 15 - Tekstslide

Surfplank

Afmetingen
Volume (L): 63
Gewicht (kg): 5,7
Maximale afmetingen (cm): 248 × 55,6 × 7,6

Constructie
sandwichconstructie met epoxyhars, glasvezel en hout
FCS-finboxen, 3 vinnen met soft rand van 4"5
figuur 13 Technische gegevens van een surfplank.


Noah wil een nieuwe surfplank kopen. Op internet zoekt hij naar gegevens van allerlei surfplanken. In figuur 13 zie je de technische gegevens van één van die planken.

a) De aanduiding ‘gewicht’ is natuurkundig gezien fout. Waarom?

b) Hoe groot zijn de massa en het volume van de surfplank?

c) Bereken de  dichtheid van de surfplank in g/cm3.

d) Waarom is het belangrijk dat een surfplank een lage gemiddelde dichtheid heeft?

Slide 16 - Tekstslide