21.1 - Imparfait

Bienvenue!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

L'imparfait

Slide 2 - Tekstslide

= Verleden tijd
Bijvoorbeeld:
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Je neemt de nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:
(Zie volgende dia)

Slide 7 - Tekstslide

"

Slide 8 - Tekstslide

Dus:
(donner)  je donnais = ik gaf
(rester)  tu restais = jij bleef
(avoir) il avait = hij had
(faire) nous faisions = wij maakten/deden
(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten
(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Slide 9 - Tekstslide

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

Slide 10 - Tekstslide

De stam van être = ét
Dus:
j'étais = ik was
tu étais = jij was
il était = hij was
nous étions = wij waren
vous étiez = jullie waren/u was
ils étaient = zij waren

Slide 11 - Tekstslide

Let op:
De verleden tijd van il y a =
Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 12 - Tekstslide

Het is weer even geleden..
Wat weet je nog over de imparfait?

Slide 13 - Woordweb

Hoe vind je de stam van de imparfait?
A
passé composé - é
B
heel ww min -er + uitgang
C
je vorm
D
nous-vorm min -ons

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord. 
je / tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Slide 15 - Sleepvraag

Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
iez, aient, ons, t, s , ens

Slide 16 - Quizvraag

En nu even zelf... Hoe maak je de imparfait ook alweer? noteer de 2 stappen.

Slide 17 - Open vraag

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 18 - Quizvraag

Imparfait:
il + rester
A
resterait
B
restait
C
restais
D
est resté

Slide 19 - Quizvraag

Nous (imparfait) ___
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins

Slide 20 - Quizvraag

elles (parler, imparfait)
A
parlent
B
parlait
C
parle
D
parlaient

Slide 21 - Quizvraag

De imparfait is de toekomende tijd.
A
Vrai
B
Faux

Slide 22 - Quizvraag

Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 23 - Quizvraag

Elles (donner, imparfait)
A
donnaient
B
donniez
C
donnions
D
donnait

Slide 24 - Quizvraag

Kies de juiste vorm

(parler / imparfait) je ...
A
je parle
B
je parlais
C
j'ai parlé
D
je parles

Slide 25 - Quizvraag

vetaal: ik praatte (imparfait)
A
je parlait
B
je parlais
C
je parle
D
j'ai parlé

Slide 26 - Quizvraag

Zet in de imparfait
on (avoir)
A
on avais
B
on avoirait
C
on avait
D
on avions

Slide 27 - Quizvraag

Elles (aller, imparfait) toujours ensemble.
A
vont
B
allont
C
allaient
D
allez

Slide 28 - Quizvraag

Nous (regarder) un film
A
regardaient
B
regardions
C
regardons
D
regardiez

Slide 29 - Quizvraag

Je suis --> imparfait
A
J'avais
B
J'étais
C
Je étais

Slide 30 - Quizvraag

Nous dansons --> imparfait
A
dansions
B
danses
C
dansons
D
dansiez

Slide 31 - Quizvraag

Elle regarde --> imparfait
A
regardeait
B
regardait
C
regarda
D
regarderait

Slide 32 - Quizvraag

Vous changez --> imparfait
A
changerez
B
changez
C
changer
D
changiez

Slide 33 - Quizvraag

kruiswoordpuzzel imparfait
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Plaats hier je kruiswoordpuzzel
(maak een foto)

Slide 35 - Open vraag

AU REVOIR!!

Slide 36 - Tekstslide