Overal en ergens deel 2 - Gaswinning in Nederland

Gaswinning in Nederland
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gaswinning in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Licht kort het onderwerp 'Gaswinning in Nederland' toe en benoem dat dit het onderwerp van de les is. 
Gaswinning

Slide 2 - Woordweb

Voorkennis:
Bevraag de kinderen voorafgaand aan deze les wat ze al weten over gaswinning in Nederland. Bespreek vervolgens de gegeven antwoorden. 
Wat ga je leren vandaag?
- Je leert waar voor het eerst gas 
    is gevonden in Nederland.
- Je leert over gaswinning.
- Je leert waar gas voor gebruikt wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek klassikaal de doelen van deze les:
- Je leert waar voor het eerst gas is gevonden in Nederland.
- Je leert over gaswinning.
- Je leert waar gas voor gebruikt wordt. 
Voorlezen



De rijkste boer van Nederland



Slide 4 - Tekstslide

Lees uit het boek blz. 26 - 28 voor: "De rijkste boer van Nederland". 
Na het voorlezen is er ruimte om het gelezen verhaal uitgebreid te bespreken en de kinderen hun mening te laten geven. 
Zonne-energie
Steeds meer mensen en bedrijven gebruiken tegenwoordig zonne-energie. Dat komt van zonnepanelen die je op je dak kunt leggen. Die zetten daglicht om in energie.
Waar wordt gas voor gebruikt?
Hoe wordt het water uit de kraan thuis eigenlijk warm? En hoe komt het dat de verwarming warm wordt? En waar komt de elektriciteit voor de lamp en de tv vandaan? Voor al die dingen wordt aardgas gebruikt.
De tijd vóór aardgas
Dit is een kolenschuur. Vroeger zag je dit soort schuurtjes heel veel in Nederland. Voor de vondst van de gasbel in 1959 hadden huizen geen gas. Mensen gebruikten toen steenkool. Net als aardgas komt steenkool diep uit de grond. Het werd opgegraven in kolenmijnen. De kolenboer verkocht de kolen aan gezinnen.
Waar zit nog meer aardgas?
De gasbel in Groningen is een van de grootste gasbellen, maar het is niet de enige. Op andere plekken in Nederland en op de wereld zit ook aardgas. In de Noordzee bijvoorbeeld, en in de Waddenzee. Waarom zijn we dan toch bang dat het aardgas op raakt?
Windenergie
Dit is een windmolenpark. Met de windmolens wordt energie gemaakt. Die kun je gebruiken in huis. Je kunt er bijna dezelfde dingen mee doen als met aardgas. Dat is handig, want het aardgas is bijna op!
De gasbel van Slochteren
In 1959 werd er een schat gevonden in Slochteren, een plaats in Groningen: aardgas! Onder het land van boer Boon zat een grote bel met aardgas. Het was de grootste gasbel die toen bekend was!
Biobrandstoffen
Dit is een biogascentrale. Hier wordt biobrandstof gemaakt: brandstof die komt uit planten of uit dierenmest. De mest ligt hier een tijdje in een opslagtank. Dan komt er gas uit: biogas. Daar kun je dezelfde dingen mee doen als met aardgas.
Filmpje 1
Voor een filmpje over het booreiland kun je op "Filmpje 1" klikken rechtsonder op deze dia.
Filmpje 2
Voor een filmpje over het ontstaan van aardgas kun je op "Filmpje 2" klikken rechtsonder op deze dia. 

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek de vensterplaat met de klas. Wat is er te zien? En wat zou het kunnen betekenen? Ga de vraagtekens af en ontdek wat eronder beschreven staat. Ook zie je twee video-knoppen, waaronder twee filmpjes staan. 


Werkblad

Slide 6 - Tekstslide

Bespreek het werkblad met de kinderen. Benoem expliciet het gebruik van de gegeven bronnen bovenaan het werkblad. De kinderen gebruiken hun laptop.
(In de volgende slide wordt de site getoond en doorgenomen met de kinderen.
In de slide erna staat een rad om duo's te vormen waarmee de werkbladen worden gemaakt.)

Slide 7 - Link

Bespreek de bronnenlijst van het werkblad. Deze site is een gegeven bron. Neem de site kort door. 
Deel eventueel kopieën uit van de voorgelezen verhalen uit 'Overal en ergens' die de kinderen als bron kunnen gebruiken.
Tijd om groepjes te maken!

Slide 8 - Tekstslide

Door middel van dit rad worden duo's gevormd. De kinderen gaan in deze duo's het werkblad maken. 
De namen staan ingevoerd en kunnen aangepast worden via de instellingen. 
Door op het rad te klikken komen de namen tevoorschijn en kan er gedraaid worden. 
Aan de slag!
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

De kinderen krijgen 15 minuten om aan het werkblad te werken. Loop rond en observeer.
Nabespreking

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek het werkblad interactief met de klas. Laat de kinderen op elkaar reageren en luister naar wat ze gevonden hebben.