3M week 48 les twee

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

What are we going to do today?

- Who is here?

- Reading

- Previous lesson

- Chapter 4: if and when

- End of lesson

Write me words!

A E T R

K P L O

I M S N

H U D F

What did we do the previous lesson?

-> Adverbs of frequency

Homework 

Do exercises:

1, 2, 8, 11, 12, 13B, 14A, 15

in chapter four

Recap!

Prepositions of time and place

1. Wat zijn de drie voorzetsels?

2. Hoe gebruik ik ze voor plaats?

3. Hoe gebruik ik ze voor tijd?

Adverbs and adjectives

1. Wat zijn adverbs?

2. Wat zijn adjectives?

3. Wat zijn dus de grootste verschillen?

Adverbs of frequency

1. Wat zijn de adverbs of frequency?

2. Waar staan ze in de zin?

If vs when

If vs when

If en when geven beide aan dat iets gaan gebeuren onder een bepaalde omstandigheid:

Als het gaat regenen, dan kan ik niet hardlopen

Je mag alleen naar binnen als je een ticket hebt

If vs when

Je gebruikt 'if' als je niet zeker weet of het gaat gebeuren:

If I go out later, I'll lock the door -> je weet niet zeker of je weggaat

If vs when

Je gebruikt when wanneer je zeker weet dat het gaat gebeuren:

When I go out later, I'll lock the door -> je weet zeker dat je weggaat

... I'm older, I want to be a presenter

... you arrive too late you'll miss the film

She gets out of breath easily ... she is jogging

... we go camping I hope the weather's nice

Work!

Do exercises 54A and 54B and the worksheet 

Done?

Study in CH4