Grammar Chapter 4 - 3 mavo

Grammar Chapter 4 - 3 mavo
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar Chapter 4 - 3 mavo

Slide 1 - Tekstslide

Reflexive pronouns

Slide 2 - Tekstslide

Welk van de onderstaande woorden zijn 'reflexive pronouns'?
A
myself, herself, themselves
B
my, her, their
C
each other, one another
D
myself, their, each other

Slide 3 - Quizvraag

Reflexive pronoun:
I wrote this poem ___
A
myself
B
yourself
C
herself
D
itself

Slide 4 - Quizvraag

Which of these are 'reflexive pronouns'?
A
myself, herself, themselves
B
my, her, their
C
each other, one another
D
myself, their, each other

Slide 5 - Quizvraag

Reflexive pronouns zeggen iets over .......
A
Het werkwoord in de zin
B
Het onderwerp van de zin

Slide 6 - Quizvraag

If vs when
Je gebruikt 'if' als je niet zeker weet of het gaat gebeuren:

If I go out later, I'll lock the door -> je weet niet zeker of je weggaat

Slide 7 - Tekstslide

If vs when
Je gebruikt when wanneer je zeker weet dat het gaat gebeuren:

When I go out later, I'll lock the door -> je weet zeker dat je weggaat

Slide 8 - Tekstslide

If or when?
I'm going to London. I'll phone you ... I get back.
A
if
B
when

Slide 9 - Quizvraag

If or when?
... it rains tomorrow, we won't have a picnic.
A
If
B
When

Slide 10 - Quizvraag

If or when?
My father will buy me a car ... I'm eighteen.
A
if
B
when

Slide 11 - Quizvraag

Conditionals
  • 0 conditional
  • 1st conditional
  • 2nd conditional
  • 3rd conditional

Slide 12 - Tekstslide


Je maakt de second conditional met:
A
'if' + present simple + will/won't + hele werkwoord
B
'if' + past simple + would/wouldn't + hele werkwoord
C
'if' + present simple + past simple
D
'if' + past simple + present simple

Slide 13 - Quizvraag

Conditionals:
zero conditionals refer to
A
general/true situations
B
possible (future) situation

Slide 14 - Quizvraag


Je maakt de first conditional met:
A
'if' + present simple + will/won't + hele werkwoord
B
'if' + past simple + would/wouldn't + hele werkwoord
C
'if' + present simple + past simple
D
'if' + past simple + present simple

Slide 15 - Quizvraag

Choose the First Conditional
A
She'll miss the bus if she doesn't leave soon.
B
When water reaches 100 degrees, it boils.
C
If I met the Queen of England, I would say hello.
D
She would travel all over the world if she were rich.

Slide 16 - Quizvraag