1. Beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie.
2. De werking van enzymen beschrijven.
3. De enzymactiviteit in een optimumkromme beschrijven.
4. Manieren van conserveren beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën. Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk Een voorbeeld hiervan is melksuiker. Melkzuur komt vrij als afvalstof
Bacteriën
Slide 3 - Tekstslide
Bacteriën
Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
Voorbeeld melksuiker.
Melkzuur komt vrij als afvalstof
Gisten zijn eencellige schimmels
Gistcellen gebruiken koolhydraten als voedsel.
In gistcellen vindt gisting plaats.
Energierijke stoffen -> koolstofdioxide en alcohol
Schimmels
Slide 4 - Tekstslide
Voedsel conserveren
Betekenis conserveren: Verduurzamen, in goede conditie bewaren.
Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
Manieren om te conserveren:
Invriezen
Pasteuriseren
Steriliseren
Vacuüm verpakken
Drogen
Toevoegen van conserveermiddelen
Slide 5 - Tekstslide
Koelen
Bij lage temperaturen werken enzymen van micro-organismen minder snel. Bij invriezen worden ze inactief.
Invriezen
Koelen
Slide 6 - Tekstslide
Pasteuriseren
kort verhitten tot 72 graden
bacteriën gaan dood
bewaar het nog wel in de koelkast!
Slide 7 - Tekstslide
Pasteuriseren en steriliseren
Door verhitten zijn veel (pasteuriseren) of alle (steriliseren) micro-organismen gedood (doordat enzym denaturatie)
Pasteuriseren (72 0C)
Steriliseren (120 0C)
UHT-steriliseren (135 0C)
Ook sporen dood
________________________________
Slide 8 - Tekstslide
Drogen
Soep, rozijnen
Er is geen water, dus micro-organismen kunnen er niet leven
Slide 9 - Tekstslide
Luchtdicht verpakken
* Micro-organismen kunnen niet leven en voortplanten zonder lucht