Hoofdstuk 5 paragraaf 1 Besluiten en besturen

Besluiten en besturen
De wereld na 1945
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Besluiten en besturen
De wereld na 1945

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd 
 
hoe de Tweede Kamer en de regering tot stand komen en werken 
 
hoe lagere overheden tot stand komen en werken 

Slide 2 - Tekstslide

- Je kan uitleggen hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd.
- Je kan uitleggen hoe de Tweede Kamer en regering tot stand komen en werken.
- Je kan uitleggen hoe lagere overheden tot stand komen en werken.
- Je kan stap voor stap uitleggen hoe het Deltaplan werd goedgekeurd.
- Je weet wat ministeriële verantwoordelijkheid is.
- Je weet waaruit het kabinet bestaat.
- Je weet het verschil tussen passief en actief kiesrecht.
- Je weet uit hoeveel leden de Tweede Kamer bestaat
- Je weet uit hoeveel leden de Eerste Kamer bestaat.
- Je kan uitleggen wat parlementaire onschendbaarheid is.
- Je weet wat een fractie is.
- Je weet wat een oppositiepartij is.
- Je kan 3 vormen van lagere overheden.
- Je weet wie de commissaris van de Koning is.
- Je weet wie in het college van B en W zitten.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: Wie is het machtigste orgaan of persoon in Nederland.

Slide 4 - Open vraag



Besluiten en besturen in Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de Deltawet was

Slide 6 - Open vraag

Leg in 4 stappen uit hoe een wet wordt aangenomen in Nederland.

Slide 7 - Open vraag

Een wet maken en uitvoeren
Na de watersnoodramp van 1953 stelde de regering in 1955 de Deltawet op.  
 
Na goedkeuring door de Tweede Kamer (1957) en Eerste Kamer (1958) voerde de regering de wet uit. 
 
In 1986 opende koningin Beatrix de stormvloedkering in de Oosterschelde. De Deltawerken waren klaar. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Na de waternoodsramp
  • Ambtenaren maakte plannen 
  • Dijken verhogen
  • Indienen tweede kamer
  • Handtekening van de koningin nodig

Slide 11 - Tekstslide

Waar bestaat de regering uit?

Slide 12 - Open vraag

De regering en het parlement
De regering bestaat uit de koning, de minister president en de ministers.

Slide 13 - Tekstslide

Regering en parlement
Het land wordt bestuurd door de regering die bestaat uit het kabinet plus de koning. Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen: onderministers. 
 
De regering heeft twee taken:  
het land besturen  
wetten maken 
 
Het parlement: 
controleert de regering 
maakt samen met de regering wetten 

Slide 14 - Tekstslide

Waar bestaat het parlement uit?

Slide 15 - Open vraag


Het parlement

  • In Nederland hebben we een parlementaire democratie
    Dit betekent dat de regering steun moet hebben van de door de burgers gekozen volksvertegenwoordiging

  • De Eerste- en Tweede Kamer vormen samen het parlement, ons parlement heet 'de Staten-Generaal'

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom parlementsleden parlementaire onschendbaarheid hebben?

Slide 17 - Open vraag

De burgers kiezen de Tweede Kamer. Burgers hebben ook passief kiesrecht. 
 
De Kamerleden van een politieke partij vormen samen een fractie. Parlementsleden hebben parlementaire onschendbaarheid. 
 
Na de verkiezingen vormen de regerings-partijen een nieuwe regering. Er zijn ook oppositiepartijen. 
 
Media zijn belangrijk in de politiek voor het doorgeven van informatie tussen politici en burgers. Burgers kunnen de politiek beïnvloeden via de media, door demonstraties en door contacten met politici. 

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit hoe de Eerste en Tweede Kamer worden verkozen

Slide 19 - Open vraag


Landelijk

  • De Eerste Kamer wordt indirect gekozen, namelijk:
    De bevolking stemt op de Provinciale Staten → zij stellen de Eerste Kamer samen

  • De Eerste Kamer moet de wetten controleren die de regering heeft opgesteld.
    De Eerste Kamer kan zelf geen wetsvoorstellen doen

Slide 20 - Tekstslide


Landelijk

  • De Tweede Kamer wordt direct door de bevolking gekozen

  • De Tweede Kamer controleert het dagelijks bestuur (de regering), maar kan zelf ook wetsvoorstellen doen

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen
passief kiesrecht: recht om je te laten kiezen 
 
fractie: leden van één politieke partij in de Tweede Kamer 
 
parlementaire onschendbaarheid: een parlementslid kan niet vervolgd worden voor uitspraken in vergaderingen van het parlement 
 
oppositiepartij: politieke partij die niet in de regering zit 

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit wat ministeriële verantwoordelijkheid is.

Slide 23 - Open vraag

Voor de Ridderzaal buigen koning Willem-Alexander en  koningin Máxima voor de vlag van de mariniers  (Prinsjesdag, 2013).

Slide 24 - Tekstslide

De koning heeft geen macht; de ministers zijn verantwoordelijk voor zijn daden en uitspraken. Dit heet ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 25 - Tekstslide

Noem de drie lagere overheden.

Slide 26 - Open vraag

Lagere overheden
  • provincies
  • gemeenten
  • waterschappen

Slide 27 - Tekstslide

Leg uit wie de commissaris van de koning is.

Slide 28 - Open vraag

Er zijn lagere overheden:  
provincies: beslissen bijvoorbeeld over natuurgebieden 
gemeenten: gemeentebestuur gaat over zaken die in 
steden en dorpen spelen. 
waterschappen: door burgers gekozen bestuur dat de waterhuishouding in een gebied regelt 
 
De inwoners van de provincies kiezen de leden van de Provinciale Staten. Die kiezen uit hun midden de Gedeputeerde Staten.  De commissaris van de Koning: voorzitter van het provinciebestuur. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wie zitten er in het college van B en W?

Slide 31 - Open vraag

De gemeenteraad beslist over het gemeentebeleid en controleert het college van burgemeester en wethouders (B en W).  
 
De gemeenteraad benoemt de wethouders en de regering de burgemeester, nadat de gemeenteraad daarover heeft geadviseerd. 

gemeenteraad: door de burgers van de gemeente gekozen vertegenwoordiging 
 
burgemeester en wethouders:  (B en W) dagelijks bestuur van de gemeente 

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag: Huiswerk
  1. Maken 5.1. 
  2. Leren leerdoelen 5.1.  

Slide 33 - Tekstslide

Wat is een coalitie
A
oneindigheid tussen partijen
B
samenwerking tussen partijen

Slide 34 - Quizvraag

Waaruit bestaat de regering?
A
De koning en minister- president.
B
De regering bestaat uit De koning, de minister- president en de ministers.
C
De ministers en minister-president.

Slide 35 - Quizvraag

Welke 2 taken heeft de regering?
A
Het land besturen
B
Wetten maken
C
Wetten handhaven
D
Wetten beoordelen

Slide 36 - Quizvraag

Het parlement controleert de regering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Burgers kiezen de
A
eerste kamer
B
tweede kamer

Slide 38 - Quizvraag

Leg uit wat een fractie is

Slide 39 - Open vraag

Bij actief kiesrecht kun je jezelf verkiesbaar stellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag