In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Constructivisme
Slide 2 - Tekstslide
Waarnaar streven de kunstenaars van De Stijl
A
Een betere wereld
B
Een universele uitdrukkingsvorm, een nieuwe stijl
C
Een decoratieve kunstvorm
D
Een nieuwe vorm van plasticiteit
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn de beeldende principes van De Stijl?
Slide 4 - Open vraag
Volgens de Stijl principes
Niet volgens De Stijl principes
Heeft niets met de stijlperiode van de Stijl te maken
Slide 5 - Sleepvraag
Broadway Boogie Woogie (1942-1943)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Het schilderij Broadway Boogy Woogie is gebaseerd op
A
de principes van De Stijl
B
op het stratenplan van New York en de Boogy Woogie dansmuziek
C
gevoel
D
wiskundige verhoudingen
Slide 8 - Quizvraag
Mondriaan, Molen aan het Gein
Slide 9 - Tekstslide
Het schilderij op de vorige dia is in de stijl van ...
A
de romantiek
B
het Neoclassicisme
C
de Haagse School (Hollands impressionisme)
D
het Realisme
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
In het schilderij op de vorige pagina is sprake van
A
een warm-koud contrast
B
een licht-donker contrast
C
een kwaliteitscontrast
D
een complementair contrast
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welke beeldaspecten zijn belangrijk in het schilderij op de vorige dia? Wat voor soort compositie is dit schilderij?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
De belangrijkste beeldaspecten van de Stijl: noem er 3
Slide 16 - Woordweb
Grafisch ontwerpers pasten de principes van De Stijl toe in posters en boekomslagen
Slide 17 - Tekstslide
Welke principes van de Stijl herken je in de poster op de vorige slide?
Slide 18 - Open vraag
Er waren ook sculpturen in de stijl van De Stijl
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Zowel de sculptuur van Vantongerlo als het Rietveld Schroderhuis passen beeldprincipes van De Stijl ruimtelijk toe. Welke princpes zijn dat? Benoem ze zowel voor de sculptuur als voor het Rietveld-Schroderhuis.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Op de vorige dia zie je een typisch constructivistisch schilderij. Noem 2 aspecten van de VORMGEVING waaraan je dat kunt zien.
Slide 23 - Open vraag
Naum Gabo.
Head #2, 1916
Slide 24 - Tekstslide
Op de vorige slide zie je een constructivistische sculptuur. De voorstelling is ongewoon voor het constructivisme. Leg uit. Tegelijk is de vormgeving typisch constructivistisch. Leg uit.