Werk - en leerklimaat

Werkklimaat                 Leerklimaat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkklimaat                 Leerklimaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een mind-map:
Wat versta jij onder
goed werkklimaat?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkklimaat
- Veiligheid (open houding, feedback)                    - Financiële waardering
- Taakverdeling                                                       - Omgang met bewoners gelijk
- Verschillende functies / MDO oplossingen           - Werk/prive gescheiden
- Overzicht                                                              - Overdracht/overleg
- Vertrouwen (op elkaar aankunnen)                      - Visie op zorg
- Rol die je vervult, jezelf zijn                                  -  Therapeutisch klimaat
- Taken uitvoeren waarvan je vind die niet bij je functie horen
- Sfeer / betrokkenheid
- Omgeving: lucht, oud/nieuw gebouw, daglicht, arbo technisch, nette omgeving
- Affiniteit met doelgroep
- Werk/leer en denk niveau uitdagend

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie werkklimaat

  • Het totaal aan omstandigheden en voorwaarden waaronder mensen hun werk moeten verrichten. Dit loopt uiteen van de manier waarop je met elkaar omgaat tot aan de kwaliteit van je werkplek.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hiervan
terug in jouw BPV?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkelijkheid BPV

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb jij zelf invloed op?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mind-map: wat heb jij nodig om
te kunnen leren op je werk?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerklimaat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie leerklimaat
  • Het leerklimaat bestaat uit omgevingsfactoren binnen een organisatie die het leerproces zowel kunnen belemmeren of ondersteunen. Het beïnvloedt namelijk het leergedrag van medewerkers. Medewerkers zich niet altijd bewust van de manier waarop het klimaat hun opvattingen ten aanzien van leren beïnvloedt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ervaar je hiervan
in de BPV?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkelijkheid BPV

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb jij invloed op?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen of beperkte invloed
Wél invloed

Slide 14 - Tekstslide

Zonder uitleg zelf hun cirkel laten invullen. Kladversie. 
Studenten laten hun eigen cirkel zien vanaf hun plek. 

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg cirkel van invloed: 

Op veel dingen lijken wij geen invloed te hebben! Maar...... 
Wel invloed op hoe je ermee omgaat. 
(bijv. NS --> 'die kut-NS ook altijd' --> Hoe kom ik alsnog thuis? Lang in blijven hangen helpt niet. 
Jij bepaalt zelf in hoeverre je het invloed laat hebben op jou. Als je er veel aandacht aan geeft, kost het je veel energie. 


- Studenten vragen wat er bedoeld wordt met 'gedrag van anderen, zorgen over toekomst' in cirkel van betrokkenheid. Zij leggen uit aan de groep. Bij elk punt een voorbeeld laten noemen door studenten. In hoeverre laat je het invloed hebben? 
cirkel van invloed 

Slide 16 - Tekstslide

Je vergroot je cirkel van invloed door zelf de regie te pakken. 

Hoe meer je je aandacht richt op zaken waar je je
betrokken bij voelt, maar geen invloed op hebt, dus
niets aan kan doen, hoe kleiner je eigen CvI wordt. Met
als gevolg dat je energie weg lekt, je steeds meer reactief
gedrag vertoont en je jezelf slachtoffer voelt.

Hoe meer je je aandacht richt op zaken waar je wel
invloed op hebt, dus waar je zelf wat aan kan doen, hoe
groter je eigen CvI wordt. Met als gevolg dat je juist
energie krijgt, je proactief gedrag vertoont en je steeds
vaker op zoek gaat naar mogelijkheden. Wat werkt
versterkt!

Hebben ze zelf een voorbeeld? (Zie eigen kladversie) Zijn er dingen die je eigenlijk kunt verplaatsen naar de binnenste cirkel? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je hier invloed op hebben?
Wanneer je je proactief opstelt, richt je je vooral op je Cirkel van Invloed. Hierdoor wordt je eigen invloed alleen maar groter.

Proactieve mensen richten zich op zaken waar ze echt iets kunnen doen, waardoor hun positieve energie zich steeds verder uitstrekt. Hun cirkel van invloed wordt groter, waardoor hun cirkel van betrokkenheid kleiner wordt. 

Mensen die zich reactief opstellen, richten zich vooral op hun Cirkel van Betrokkenheid. Zij richten zich vooral op zaken waar zij geen invloed op hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies