6.4 en 6.5 Biologisch evenwicht

Ecologie
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Met welke letter wordt
koolstof altijd aangegeven?
A
C
B
N
C
O
D
H

Slide 2 - Quizvraag

Brengen reducenten koolstof terug in de koolstofkringloop?
A
nee
B
ja, als koolstofdioxide
C
ja, als koolhydraten
D
ja, als glucose

Slide 3 - Quizvraag

Hoe wordt in de voedselketens koolstof doorgegeven in de koolstofkringloop?
A
als koolstofdioxide
B
alleen als glucose
C
als energierijke stof
D
alleen als eiwitten

Slide 4 - Quizvraag

Met welke letter wordt
stikstof altijd aangegeven?
A
C
B
N
C
O
D
H

Slide 5 - Quizvraag

Brengen reducenten stikstof terug in de stikstofkringloop?
A
nee
B
ja, als nitraat
C
ja, als ammoniakgas
D
ja, als eiwit

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven in de stikstofkringloop?
A
alleen als nitraat
B
alleen als ammoniak
C
als energierijke stof
D
alleen als eiwitten

Slide 7 - Quizvraag

Thema 6 Ecologie
Basisstof 4 Biologisch evenwicht (boek 3B blz. 92-95)
Leerdoelen:
Je leert het verschil tussen biotisch en abiotisch, verschillende organisatieniveaus van levende wezens, wat biologisch evenwicht is en wat een optimumkromme inhoudt.

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen:

  • biotische factoren

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen:

  • abiotische factoren

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie
  • biotisch
  • abiotisch
  • individu

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie
  • biotisch
  • abiotisch
  • individu
  • populatie

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen:
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen:
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem
  • populatiegrootte

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen:
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem
  • populatiegrootte
  • biologisch evenwicht

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht
  • optimumkromme
tolerantiegebied

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht
  • optimumkromme

Slide 21 - Tekstslide

Welke van de volgende stoffen is biotisch?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
glucose

Slide 22 - Quizvraag

Welke van de volgende stoffen is abiotisch?
A
zetmeel
B
water
C
eiwit
D
glucose

Slide 23 - Quizvraag

Behoren de egels op Texel tot dezelfde populatie als de egels op Vlieland?
A
nee
B
ja

Slide 24 - Quizvraag

Waarvan is egelpopulatie op Texel afhankelijk?
A
van het aantal regenwormen
B
van het aantal wolven
C
van het aantal zeehonden
D
van de hoeveel jacht door de mens

Slide 25 - Quizvraag

Fotosynthese en verbranding
Planten kunnen bepaalde stoffen omzetten in andere stoffen.

Van water (uit de bodem) en koolstofdioxide (een gas uit de lucht) maakt een plant de nieuwe stoffen glucose en zuurstof.

Het proces waarbij een plant glucose en zuurstof maakt, heet fotosynthese.

Een plant kan alleen in de bladgroenkorrels aan fotosynthese doen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Ecologie = het bestuderen van alle relaties 
tussen organismen en hun milieu.
Organismen = 
één enkel levend wezen.

Biotische factoren = invloeden afkomstig van de levende natuur.
Abiotische factoren = invloeden afkomstig van de levenloze natuur.
Levenloze natuur = natuur die nog nooit geleefd heeft.

Slide 28 - Tekstslide

Invloeden uit het milieu
Biotische factoren:
Roodborstje eet insecten, maar kan ook gegeten worden door roofvogels.

Abiotische factoren
Het leven van een roodborstje wordt beïnvloed door temperatuur, wind, regen, enz.

Slide 29 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 30 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Schema dat laat zien hoeveel
individuen in elke schakel van
een voedselketen voorkomen

Slide 31 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Schema dat laat zien wat het gewicht is 
van alle organische stoffen in elke
schakel van een voedselketen

Biomassa = het gewicht van alle organische stoffen in een organisme

Slide 32 - Tekstslide

Energie in een voedselketen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof ==> dus de C

Tijdens fotosynthese en verbranding gaan de koolstofatomen van de ene stof over in de andere.

Dus van CO2, naar glucose, naar CO2

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Thema 6 Ecologie
Basisstof 5 Aanpassingen bij dieren 

Leerdoelen:
Je leert hoe dieren aangepast zijn aan hun omgeving.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

aan de slag
maken § 6.4 en 6.5


Slide 47 - Tekstslide