V5 - Intro HH + §1 - Natuurlijke gevaren in Zuid-Amerika

GEBIEDEN: Zuid-Amerika
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GEBIEDEN: Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

BELO MONTEDAM

Slide 2 - Tekstslide

Belo Monte dam
Protest tegen Belo Montedam
Nadelen:
  • duur (± € 13 miljard)
  • 500 km² tropisch regenwoud verwoest (onder water)
  • > 20.000 inheemse bewoners moesten verhuizen
  • Landbouw en visserij onmogelijk in gebied waardoor duizenden mensen baan verloren.
  • Deel Xingu minder water (hier leven inheemse volken)
https://www.youtube.com/watch?v=ZIxIeFjjllU
Waterkracht

Slide 3 - Tekstslide

Ik denk dat het een goed idee is dat de dam wordt gebouwd.
EENS
ONEENS

Slide 4 - Poll

IK HEB MIJN HUISWERK GEMAAKT
0% - 100%
Niks - Alles
0100

Slide 5 - Poll

Vraag 1
De mannen op de foto proberen geld te verdienen ten koste van het milieu in het tropisch regenwoud.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 3
a Omdat de Amazone vele zijrivieren heeft die zich lenen voor de aanleg van dammen.

b Er leven vele indianenstammen en boeren en het gebied heeft een zeldzame biodiversiteit.


Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
c Bijvoorbeeld: 
1 Door het ontstaan van een stuwmeer moeten veel mensen en dieren verhuizen;
2 Het stimuleert de klimaatverandering; 
3 Stroomafwaarts verandert het hele ecosysteem;

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 3
c Vervolg
4 Stuwmeren slibben op den duur vol met sediment; 5 In stuwmeren in warme klimaten verdampt veel water; 6 Stuwdammen dragen bij aan het broeikaseffect.

d Door de verrotting van bomen en planten die onder water komen te staan, ontstaat methaan en dat is een broeikasgas.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4a
De waterstand daalt enorm en daardoor droogt ‘de bocht’ grotendeels op, waardoor de mensen en dieren daar niet meer kunnen leven.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4b
Om op meerdere plaatsen elektriciteit op te wekken, namelijk bij drie dammen.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 4c
Een goed antwoord bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Ze verliezen hun woongebied.
  • Ze verliezen hun middelen van bestaan.
  • De rivier is voor hen heilig.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 4d
De ontbossing van het regenwoud.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 5
A 3; 
B 5;
C 4; 
D 1; 
E 6; 
F 2

Slide 14 - Tekstslide

Ik heb mijn huiswerk zo gemaakt:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Welk begrip wordt hier omschreven?
Ruimtelijke scheiding van woonwijken op basis van etniciteit of welvaart
A
Landgrabbing
B
Ruimtelijke segregatie
C
Landgrabbing
D
Draagkracht

Slide 16 - Quizvraag

Welk begrip wordt hier omschreven?
Het percentage van de bevolking van een land dat in de stad woont.
A
Urbanisatie
B
Verstedelijkingstempo
C
Verstedelijkingsgraad
D
Informal city

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip wordt hier omschreven?
Zeer grote landbouwbedrijven
A
Latifundia
B
Minifundia
C
Subductie
D
Cash crops

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip wordt hier omschreven?
Gewassen die speciaal voor de handel geteeld worden.
A
Latifundia
B
Minifundia
C
Cash crops
D
Landgrabbing

Slide 19 - Quizvraag

§1 -  Natuurlijke gevaren in Zuid-Amerika
Vulkanen en aardbevingen
Massabewegingen
Overstromingen
Menselijke invloed

Slide 20 - Tekstslide

Vulkanen en aardbevingen
Veel tektonische activiteit aan de westkust 
Convergentie -> Subductie
  • Vulkanisme
  • Aardbevingen
  • Tsunami

Slide 21 - Tekstslide

Massabewegingen
Aardverschuivingen (massabewegingen) ontstaan door:
  • Instabiele hellingen schuiven af door aardbeving.
  • Bij veel neerslag raakt de bodem verzadigd en gaat schuiven van een helling. 
  • Bij een vulkaanuitbarsting ontstaan lahars

Slide 22 - Tekstslide

Lahar
Wat is het en hoe ontstaat het?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Overstromingen
Berggebieden:
Flash floods -> rivieren hebben hoge piekafvoer
Vlakke gebieden
High floods -> rivieren treden buiten hun oevers na langdurige regenval

Slide 25 - Tekstslide

Menselijke invloed
Ontbossing
  • hellingen worden kaal, water infiltreert niet / nauwelijks
Verkeerd landgebruik
  • Geen terrassen aanleggen
Stedenbouw
Wegenaanleg
  • Verharding -> kortere vertragingstijd -> vaker en sneller een overstroming


Slide 26 - Tekstslide

Een tsunami is een ....?
A
lahar.
B
aardbeving.
C
fumarole.
D
vloedgolf.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een lahar?
A
Modderstroom
B
Vulkaanuitbarsting
C
Pyroclastische stroom
D
Aardbeving

Slide 28 - Quizvraag

ontbossing kan zorgen voor meer overstromingen?
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Een aardverschuiving is een .....
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 30 - Quizvraag

Vraag 1a + b
Er komen langs de hele kust wel aardbevingen voor, maar niet overal vulkanen, daar zitten gaten tussen. Dat niet overal vulkanen zijn komt doordat op die plekken de oceanische korst niet diep genoeg in de mantel zakt. Hierdoor smelt het plaatmateriaal niet (oorzaak) en ontstaan er geen vulkanen (gevolg).

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 1d 
  • De aarbeving heeft niet geleid tot een tsunami, omdat het epicentrum niet in zee lag, maar op het vasteland.
  • Een tsunami heeft niet alleen invloed op de Westkust, omdat de schokgolf in de oceaan zich naar alle kanten uitspreidt, dus ook aan de andere kant van de Grote Oceaan is de tsunami merkbaar.
  • Je kunt zelf zien dat er een tsunami aankomt, doordat vlak voor de tsunami aan land komt, de zee zich terugtrekt.


Slide 32 - Tekstslide

Vraag 1e
  • Het gebied waar de meeste risico’s zijn voor aardbevingen, is ook het gebied met de meeste risico’s voor aardverschuivingen, daar wordt het slechtst gebouwd en is de bevolkingsdichtheid relatief hoog.
  • Gebied D is het meest kwetsbaar.
  • De Favela’s/informele wijken bevinden zich in gebied D.
  • Dat zijn ongunstige/goedkope plekken, bijvoorbeeld op hellingen aan de rand van de stad.



Slide 33 - Tekstslide

§2 - HAZARD MANAGEMENT
Hoe om te gaan met rampen?
Hoe voorkom je schade?
Hoe zorg je ervoor dat de schade beperkt blijft?
Hoe groot is het risico van de ramp?

Slide 34 - Tekstslide

Hazard management is bij de ene ramp gemakkelijker uit te voeren dan bij de andere ramp.
Bij welk van onderstaande ramp Is hazard management gemakkelijker uit te voeren
A
waarschuwingsplan
B
rampenbestrijding.

Slide 35 - Quizvraag

In gebieden waar veel orkanen voorkomen, kan de overheid maatregelen nemen. Een aantal van deze maatregelen valt onder hazard management.

Welke maatregelen vallen onder hazard management?
A
een nieuwe woonwijk bouwen
B
rampenplannen maken
C
wegen vernieuwen
D
evacuatie verplichten

Slide 36 - Quizvraag

Ben je klaar voor de theorie???
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

SCHADE
Sinds 1960 meer schade door natuurrampen dan daarvoor, door:
Urbanisatie
Armoede
Slecht bestuur
Bebouwing op onveilige plekken
Klimaatverandering
Ontbossing

Slide 38 - Tekstslide

RAMPEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN
Meer slachtoffers dan in ontwikkelde landen
Huizen staan op onveilige plekken
Geen veiligheidsregels hanteren
Slecht omgaan met natuurlijke bronnen
Gebrek aan rampenplannen

Slide 39 - Tekstslide

RISICO'S
RISICO = Aard van de ramp  X  blootstelling  X  kwetsbaarheid

Slide 40 - Tekstslide

RISICO'S
Aard van de natuurramp
Schaal van de ramp
  • Kracht aardbeving
  • Soort vulkaanuitbarsting
  • Gevolg van de aardbeving

Slide 41 - Tekstslide

BLOOTSTELLING
Aantal mensen dat betrokken is bij de ramp
Aantal gebouwen dat betrokken is bij de ramp

Dus:
Stad / dorp / niet bebouwd

Slide 42 - Tekstslide

KWETSBAARHEID
Fysieke factoren
  • Constructie gebouwen
  • Landgebruik
Sociale factoren
  • Achtergesteld of niet?
  • kansen van de bevolking

Slide 43 - Tekstslide

KWETSBAARHEID
Economische factoren
  • Voedselvoorziening
  • Afhankelijkheid inkomensbron
  • Onverzekerd
Milieufactoren
  • Uitputting hulpbronnen
  • Klimaatverandering

Slide 44 - Tekstslide

RISICOPERCEPTIE
Inschatting van de natuurlijke risico's in het gebied
  • Vaak laag bij de armere bevolking
  • Die in de krottenwijken wonen

Slide 45 - Tekstslide

MAATREGELEN
Hazard management
Een planmatige vorm van gevarenbeheersing door risico's in kaart te brengen, voorzorgsmaatregelen te treffen en rampenplannen op te stellen

Slide 46 - Tekstslide

RAMPENPLAN
  1. Onderzoek doen
  2. Verminderen van risico's
  3. Klaar zijn als het mis gaat
  4. Opzetten rampenfonds
  5. Stimuleren veerkracht onder bevolking

Slide 47 - Tekstslide

Wanneer is het risico het grootst?
A
Aardbeving 7,8 Stedelijk gebied Goed gebouwd
B
Aardbeving 7,8 Landelijk gebied Kwetsbare huizen
C
Aardbeving 8,3 Landelijk gebied Onbewoond
D
Aardbeving 7,8 Stedelijk gebied Krottenwijk

Slide 48 - Quizvraag

Examenvraag
Overstromingen zijn een mogelijke bedreiging in zowel het stroomgebied van de Rhône als in dat van de Niger. Hazard management moet het aantal slachtoffers en de schade bij rampen in eerste instantie zoveel mogelijk voorkomen.
Geef een politieke en een economische oorzaak waardoor het moeilijker is om tot goed hazard management te komen in het stroomgebied van de Niger dan in dat van de Rhône.

Slide 49 - Tekstslide

De Politieke oorzaak

Slide 50 - Open vraag

De economische oorzaak

Slide 51 - Open vraag

En NU?
Je gaat §2 maken
Dit mag je in 2-tallen doen

Slide 52 - Tekstslide