1.
Bewustwording: Herken de rol die je zelf of anderen innemen (Aanklager, Slachtoffer, Redder). Besef dat deze rollen het probleem in stand houden.
2. Verantwoordelijkheid nemen: I.p.v. wijzen naar anderen (Aanklager) of jezelf machteloos voelen (Slachtoffer), neem verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag en emoties. Bv: Jesse kan zeggen: "Ik merk dat ik gefrustreerd raak als ik denk dat er niet hard genoeg gewerkt wordt. Hoe kunnen we dit samen verbeteren?"
3. Stel open vragen en luister actief: I.p.v. verwijten maken, vraag naar de behoeften en gevoelens van de ander. Bv: Kevin kan zeggen: "Wat verwacht je precies van mij, Jesse?"
4. Grenzen aangeven zonder te redden: Lisa kan stoppen met het verdedigen van Kevin en in plaats daarvan beide partijen stimuleren tot een constructief gesprek. Bv: "Laten we even rustig praten over hoe we elkaar kunnen helpen in plaats van te wijzen."
5. Positieve en assertieve communicatie
o Gebruik ‘ik’-boodschappen in plaats van ‘jij’-beschuldigingen.
o Bijvoorbeeld: "Ik zou het fijn vinden als we elkaar motiveren in plaats van kritiek te geven."
6. Focus op oplossingen
o In plaats van in het conflict te blijven hangen, samen nadenken over hoe de situatie beter kan.
o Trainer Mark kan bijvoorbeeld een teamoverleg organiseren waarin iedereen aangeeft wat ze nodig hebben om goed samen te werken.