Training Werkbegeleiding 2.0 - dagdeel 4


Training Werkbegeleiding 2.0


Dagdeel 4 


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les


Training Werkbegeleiding 2.0


Dagdeel 4 


Slide 1 - Tekstslide

Programma dagdeel 4

  • Slecht nieuws gesprek​
  • Dramadriehoek​
  • Valkuilen in het beoordelen​
  • Evaluatie dagdeel 4 
  • Voorbereiden eindopdracht









Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen dagdeel 4

  • Je kent de vijf stappen van het slecht nieuws gesprek en kan deze toepassen
  • Je kent de theorie van de drama driehoek
  • Je kan de kenmerken van de drama driehoek herkennen en het ombuigen naar de winnaarsdriehoek
  • Je kent de valkuilen in de beoordeling en begrijpt dat deze valkuilen  leiden tot een subjectieve beoordeling
  • Je kan objectief beoordelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan de slag!

​1. Maak 3 groepjes
2. Bereid per groepje deze onderdelen van een slecht nieuwsgesprek voor (reader blz 53 t/m 54)
  • Groep 1: stap 1 + 2
  • Groep 2: stap 3
  • Groep 3: stap 4+ 5
3. Plenair presenteren

Slide 5 - Tekstslide

5 stappen slecht nieuws gesprek

1. Bereid je voor
2. Breng het slechte nieuws snel, duidelijk en begrijpelijk
3. Maak gedachten en gevoelens bespreekbaar
4. Vat samen, maak vervolgafspraken en rond af
5. Vervolggesprek

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1: Bereid je voor

  • Manier van uitnodigen
  • Wat is het slechte nieuws, de oorzaak en de gevolgen​
  • Moge​lijke tegenargumenten en reactie
  • Wat wil je (nog) niet vertellen
  • Rustige ruimte, ruim de tijd en geen verhooropstelling
  • Bedenk wie echt nodig zijn bij het gesprek








Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: Breng het slechte nieuws snel, duidelijk en begrijpelijk

  • Meld kort wat komen gaat
  • Vertel de kern van het slechte nieuws
  • Wees direct, duidelijk en helder
  • Geef de tijd aan de ander om de boodschap te verwerken en te reageren







Slide 8 - Tekstslide

Valkuilen

  • Uitstellen van de boodschap door eerst over koetjes en kalfjes te praten
  • Breng het slechte nieuws niet mooier dan het is
  • Verontschuldig je niet voor de boodschap
  • Probeer niet door vragen te stellen de gesprekspartner zelf tot conclusies te laten komen ("Hoe vind je zelf dat het gaat?" of "Vind je zelf dat je bent verbeterd afgelopen tijd?"







Slide 9 - Tekstslide

Stap 3: Maak gedachten en gevoelens bespreekbaar

  • ​Geef de ruimte om gedachten en gevoelens te uiten. ​
  • Stel open vragen, luister actief en hou oogcontact.​
  • Nodig uit om over gevoelens en gedachten te praten
  • Reageer op emoties zonder inhoudelijk in discussie te gaan
  • Vat regelmatig samen, verwoord de gevoelens van de ander: ‘U schrikt hier enorm van?'​
  • Ga niet te snel over naar de gevolgen van het slechte nieuws.​
  • Let op reacties en observeer of de ander nog kan luisteren.​

















Slide 10 - Tekstslide

Valkuilen

  • Troosten
  • Verkleinen/goedpraten (Het komt wel goed)
  • In de verdediging schieten
  • Niet de stilte opvullen, onderbreek stiltes alleen door een vraag te stellen

  • Rechtvaardigen (Het is toch logisch/je begrijpt toch wel dat..)
  • Bij herhaling andere woorden gebruiken, hou dezelfde woorden aan voor de argumenten

Slide 11 - Tekstslide

Stap 4: Vat samen, maak vervolgafspraken en rond af

  • ​Geef kort en helder weer wat besproken is.​
  • Vraag of er nog belangrijke punten zijn blijven liggen.​
  • Geef belangrijke informatie op papier.​
  • Laat de ander niet intens huilend, laaiend of overstuur achter of weggaan.​
  • Geef aan bij wie de ander - en zijn naasten - terecht kunnen met vragen of voor opvang.​
  • Nodig de ander - en eventueel zijn naasten - uit voor een vervolggesprek.​








Slide 12 - Tekstslide

Valkuilen

  • Onduidelijkheid over het gevolg
  • Te veel details

Slide 13 - Tekstslide

Stap 5: Het vervolggesprek

  • Volg dezelfde stappen als bij het eerste gesprek.​
  • Herhaal de kernboodschappen uit het vorige gesprek.​
  • Ga na of de boodschap en informatie begrepen is.​
  • Verhelder onduidelijkheden en beantwoord vragen.​
  • Bespreek behoeften en mogelijkheden voor verdere begeleiding (intern/extern).​





Slide 14 - Tekstslide

Pauze







Slide 15 - Tekstslide

De dramadriehoek

     
​   





Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden uit de groep?
  • Wat was de situatie?
  • Welke rol had ieder?

Slide 17 - Tekstslide

De aanklager
  • Helaas constateert de Aanklager meestal dat zijn adviezen en tips niet worden opgevolgd en dat frustreert hem. ​
  • Dit roept bij de Redder irritatie op en hij verwijt nu de gecoachte dat die niet naar hem luistert en niets doet. ​
  • Van Redder wordt hij nu Aanklager, onbewust en alles met goede bedoelingen. ​
  • De Aanklager wijst anderen graag op hun zwakke plek, om zijn eigen fouten te verbergen: “Jij snapt er echt niets van, hè?”. De anderen gaan zich schuldig voelen en zelf geeft ‘t hem een gevoel van eigenwaarde.

Slide 18 - Tekstslide

Het slachtoffer
  • Het Slachtoffer gedraagt zich hulpeloos, reageert het liefst vanuit onmacht. ​
  • Het Slachtoffer wentelt zich graag in deze rol en doet voortdurend appèl op de Redder: “Help mij!” of “Ze moeten altijd mij hebben”. Doet hij dat zielig genoeg dan voelt de Redder zich aangesproken.​


Slide 19 - Tekstslide

De redder
  • De Redder biedt graag veel en vooral ongevraagd hulp.​
  • Hij voelt zich goed als hij anderen kan helpen of zelfs redden. “Kom maar, laat mij het maar even doen. Hier heb je een stapel adviezen en tips”. ​
  • Hij neemt de verantwoordelijkheid van een ander over waardoor hij anderen afhankelijk maakt en zich zelf onmisbaar. ​
  • Een coach in de rol van Redder houdt daarmee de coachee in de rol van het Slachtoffer (de Redder ziet het Slachtoffer als ‘zielig’) en ontneemt daarmee de autonomie en onafhankelijkheid van de coachee.​


Slide 20 - Tekstslide

De omstanders
  • De Omstanders zijn toeschouwers die zich veilig en buiten schot wanen. ​
  • Mensen die er zogenaamd niets mee te maken hebben. Maar ondertussen gooien ze wel olie op het vuur met steunende of opjuttende opmerkingen.​

Slide 21 - Tekstslide

De rollen zijn inwisselbaar
Redder voelt zich niet gewaardeerd            Slachtoffer/Aanklager

Aanklager wil het goed maken            Redder of zelfs Slachtoffer

Slachtoffer vindt dat hij niet goed geholpen is             Aanklager

Slide 22 - Tekstslide

De Winnaarsdriehoek
Het ombuigen van de verschillende rollen in de dramadriehoek naar de rollen in de winnaarsdriehoek kan alleen door de rollen van de dramadriehoek te doorlopen met de deelnemers (de gecoachte).

    Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Tekstslide

    Aanklager      Assertieve
    • Je stelt je gelijkwaardig op, oordeelt niet, bewaakt de eigen behoefte, en stelt grenzen.
    • Dit geeft structuur, bescherming en ook ruimte.
    • Je stelt jezelf kwetsbaar op door niet te klagen maar te vragen.
    • Je neemt verantwoording voor eigen gedrag, gedachten, gevoelens en behoeften.​

      Slide 25 - Tekstslide

      Redder         Zorgende (coach)
      • Er is gelijkwaardigheid.
      • Zorgende ondersteunt als er een vraag is vanuit een meedenkende positie.
      • Zo erken je dat de ander voor zich zelf kan zorgen.
      • Maakt duidelijke afspraken wat de ander zelf doet.
      • Wil je het horen? Geeft de ander de keuze.​

          Slide 26 - Tekstslide

          Slachtoffer          Kwetsbare
          • Een mens kan zich kwetsbaar opstellen zonder in de rol van slachtoffer te kruipen.
          • Huilen is een teken van verdriet niet dat hij zij slachtoffer is.
          • Ondersteun in je rol als zorgende (de coach) de gecoachte kwetsbaar te zijn zonder in slachtoffer rol te vervallen.
          • Kwetsbaar zijn maakt je in contact met je eigen emotie en ben je tegelijk in contact met je kracht.​

                Slide 27 - Tekstslide

                Slide 28 - Video

                Valkuilen in de beoordeling
                In welke valkuil stap jij zelf wel eens bij beoordelen?

                        Slide 29 - Tekstslide

                        Valkuilen in de beoordeling
                        • Vergelijken met andere CIO
                        • Discriminatie/vooroordeel
                        • Opvallend positief/negatief punt
                        • Leuk/gezellig/aardig
                        • CIO lijkt op jou
                        • Mening op basis van eerste indruk
                        • Projecteren van eigen eigenschappen of gebreken

                        Slide 30 - Tekstslide

                        Valkuilen in de beoordeling
                        • Geen extreem lage of hoge beoordelingen
                        • Eerder hoog dan laag beoordelen
                        • Algemeen oordeel op slechts enkele gedragingen
                        • Je wil de relatie niet verstoren
                        • Niet de diepte ingaan
                        • Vooringenomenheid

                        Slide 31 - Tekstslide

                        Stelling objectief of subjectief?

                        Slide 32 - Tekstslide

                        Je bent nog niet waar je moet zijn; andere leerlingen zijn al veel verder dus ik geef je een onvoldoende

                        Slide 33 - Tekstslide

                        Mindy is een gezellige en hardwerkende leerling, die komt er wel, ze krijgt een voldoende, ook al snapt ze de theorie nog niet echt

                        Slide 34 - Tekstslide

                        Je voldoet aan de criteria en geeft inzicht in je leerproces, je krijgt een voldoende

                        Slide 35 - Tekstslide

                        Je functioneert niet op het niveau van een verzorgende IG, ik denk niet dat het gaat lukken de opleiding af te ronden

                        Slide 36 - Tekstslide

                        Terugblik dagdeel 4
                        Behandeld:
                        • 5 stappen slechtnieuwsgesprek
                        • Theorie drama 3-hoek-> overwinnaars 3-hoek
                        • Valkuilen in de beoordeling.

                        Slide 37 - Tekstslide

                        Evaluatie WB 2.0
                        • Evaluatieformulier: invullen op blz 50 van het werkboek
                        • Eindopdracht volgens de starr
                        • 1 persoonlijk leerdoel er uit halen
                        • Lever dit in bij de trainer (via mail, inscannen)
                        • Na inleveren word certificaat uitgereik

                        Slide 38 - Tekstslide

                        Dankjewel voor je deelname!

                        Slide 39 - Tekstslide