Les 4. H6 & H7

Inleiding financiële dienstverlening
Les 4. Hoofdstuk 6 & hoofdstuk 7
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Inleiding financiële dienstverlening
Les 4. Hoofdstuk 6 & hoofdstuk 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke uitkering kom je in aanmerking als je 60% arbeidsongeschikt bent?
A
WGA
B
IVA
C
Ziektewet
D
Geen uitkering

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling H4

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekering
Sommenverzekering
Inboedelverzekering
Aansprakelijkheidsverzekering
Overlijdensrisicoverzekering

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN criteria om aansprakelijkheid mee vast te stellen?
A
Er is sprake van een onrechtmatige daad
B
De daad valt de veroorzaker toe te rekenen
C
De daad is met opzet gepleegd
D
Er is sprake van schade

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werknemersverzekering
Volksverzekering
WW
WIA
ZW
ANW
AOW

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie betaalt de eerste twee jaar van ziekte het loon van de werknemer?
A
De werknemer zelf
B
De werkgever
C
De overheid
D
De verzekeraar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6. De kosten en plichten van de adviseur
Leerdoelen
- Je kunt de begrippen 'direct writing' en 'bemiddeling' herkennen en benoemen
- Je bent bekend met de rol van de adviseur 
- Je kunt uitleggen wat provisie is en wat het provisieverbod precies inhoud 
- Je kunt voor- en nadelen van het provisieverbod benoemen en toelichten 
- Je weet welke verplichte documenten er zijn en wanneer deze moeten worden verstrekt 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De adviseur
Inventariseren
De adviseur probeert door het stellen van vragen inzicht te krijgen in het klantprofiel 

Analyseren
De adviseur analyseert het klantprofiel en de klantgesprekken om zo de klantsituatie goed te kunnen beoordelen 

Adviseren
De adviseur stelt aan de hand van de inventarisatie en analyse een persoonlijk advies op voor de klant 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financiële dienstverlening
Aanbieder 
Degene die het financiële product aanbied (bank of verzekeraar)  

Bemiddelaar 
De tussenpersoon die het financiële product namens de aanbieder verkoopt 

Adviseur 
De persoon die de klant adviseert over passende producten 

 Klant
De persoon die het financiële product koopt
 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financiële dienstverlening
Direct writing
Je koopt het product rechtstreeks bij de aanbieder   

Bemiddeling
Je koopt het product via een tussenpersoon 





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleggen
Execution only
De klant koopt of verkoopt zelfstandig beleggingen, zonder advies in te winnen bij een adviseur  

Beleggen met advies
De klant koopt of verkoopt zelfstandig beleggingen, maar krijgt wel advies van een beleggingsadviseur 

Vermogensbeheer
De klant vertelt zijn wensen aan een financiële instelling, de financiële instelling gaat op basis van die wensen voor de klant beleggen 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: provisie
Geef antwoord op onderstaande vragen
Vraag 1: Leg in eigen woorden uit wat provisie is
Vraag 2: Wat is het risico als een adviseur werkt met provisie i.p.v. rechtstreekse betaling?
Vraag 3: Voor welke verzekeringen mag de adviseur nog wel provisie ontvangen?
Vraag 4: Noem drie voordelen van het direct betalen van de adviseur i.p.v. betalen middels provisie 




Slide 14 - Tekstslide

Eerst zelf antwoord geven op de vragen. Vervolgens bespreken met de buurman. Heb je niet hetzelfde antwoord? Wie heeft gelijk, en waarom? 

Voordelen adviseur direct betalen
- Transparantie: de klant weet op voorhand precies waar hij aan toe is
- Eerlijk advies: het maakt voor de adviseur niet meer uit of hij product A of B kiest
- Lagere kosten: op lange termijn is direct betalen voordeliger voor de klant dan provisie 
Verplichte documenten
Vergelijkingskaart
- Bij hypotheken
- Bij pensioen
- Bij risico afdekken (verzekeren)
- Bij vermogen opbouwen 

Essentiële-informatiedocument (Eid)
- Bij beleggingsproducten 





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H7. Fraude herkennen
Leerdoelen
- Je weet wat fraude is
- Je kunt verschillende vormen van fraude herkennen en benoemen 
- Je kunt een advies geven over manieren om fraude tegen te gaan
- Je weet wanneer je de VIS-toets, FISH-toets en de EVA-toets moet gebruiken 






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: fraude
Inhoud
Stap 1. Maak groepjes van drie of vier studenten
Stap 2. Ieder groepje krijgt zijn eigen onderwerp 
Stap 3. Je doet onderzoek naar het gekregen onderwerp
Stap 4. Je presenteert jullie onderzoek aan de rest van de klas 






Slide 17 - Tekstslide

Reserveonderwerpen voor de opdracht:
- Woekerpolis
- Libor schandaal
Toetsen tegen fraude
Externe Verwijzings Applicatie (EVA)
Controle of de klant bekend staat als fraudeur 

Fraude en Informatie Systeem Holland (FISH)
Geeft de verzekeraars inzicht in de verzekeringshistorie van de klant 

Verificatie Informatie Systeem (VIS)
Controleert de echtheid van identiteitsbewijzen en of deze gestolen/vermist zijn 

Bureau Kredietregistratie (BKR)
Overzicht van al bestaande leningen en kredieten van de klant 






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies