Hoofdstuk 4 4.1-4.4

Hoofdstuk 4
4.1 t/m 4.4
Oppervlaktereiniging
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
4.1 t/m 4.4
Oppervlaktereiniging

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst......
Even terug naar hoofdstuk 1-3....

Slide 2 - Tekstslide

Wat is desinfecteren?

A
Besmetten van je klant
B
Het doden van bacteriën en schimmels
C
Hygiënisch werken
D
Er voor zorgen dat iemand niet ziek wordt

Slide 3 - Quizvraag

Het is voor een cliënt altijd fijn als de schoonheidsspecialist een vlotte babbel heeft en de hele tijd kletst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Als schoonheidsspecialist moet je alle producten waarmee je werkt goed kennen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Als schoonheidsspecialist moet je ook goed kunnen rekenen. Je moet behandeltijden goed kunnen inschatten en goed kunnen afrekenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor opperhuid?
A
Epidermis
B
Spieren
C
Dermis
D
Subcutis

Slide 7 - Quizvraag

Welke laag van de opperhuid is NIET levend?
A
De basale cellaag
B
De korrellaag
C
De hoornlaag
D
De stekellaag

Slide 8 - Quizvraag


Wat gebeurt er tijdens het verhoorningsproces?
A
Er komt ruimte tussen de huidcellen, waardoor er beter getranspireerd kan worden.
B
De stekelvormige cellen worden op een bijzondere manier met elkaar verbonden en zorgen voor stevigheid.
C
De eiwitten en vetten worden geproduceerd en dienen ter bescherming.
D
De nieuwe huidcellen komen naar boven en sterven af.

Slide 9 - Quizvraag



In welke huid liggen de tast-lichaampjes?
A
De lederhuid
B
De opperhuid
C
Het onderhuids bindweefsel
D
De hoornlaag

Slide 10 - Quizvraag

Welk huidtype hoort bij een huid met een grove porie structuur?
A
Een droge huid.
B
Een normale huid.
C
Een vette huid.
D
Een gecombineerde huid.

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet de volgende kenmerken van een huid:
Strakke huid
Nauwelijks zichtbare poriën

Bij welke huidsoort horen deze kenmerken?
A
Bij een droge huid
B
Bij een normale huid
C
Bij een gecombineerde huid
D
Bij een vette huid

Slide 12 - Quizvraag



Wat zijn kenmerken van een vette huid?
A
De huid heeft fijne poriën, is vaal van kleur en heeft comedonen.
B
De huid is vaal van kleur, heeft veel comedonen en glimt vaak.
C
De huis is vaal van kleur, heeft veel comedonen en is goed doorbloed.
D
De huid heeft fijne poriën, heeft veel comedonen en glimt vaak.

Slide 13 - Quizvraag

Van welke huidsoort zijn dit onder andere de kenmerken:

Egale kleur
Soepel
Kleine zichtbare poriën
A
De normale huid
B
De droge huid
C
De vette huid
D
De gecombineerde huid

Slide 14 - Quizvraag


Wat voor afwijkingen zijn teleangiëctastieën?
A
Bloedvatafwijkingen
B
Pigmentafwijkingen
C
Talgklierafwijkingen
D
Verhoorningsafwijkingen

Slide 15 - Quizvraag



Welke huidafwijking wordt hier omschreven: Plekjes waar de talg niet goed naar buiten kan.


A
Teleangiëctasieën
B
Comedonen
C
Milia’s
D
Pigmentvlekken

Slide 16 - Quizvraag



Huidtype I verbrandt makkelijk en kan na een tijd een bruine kleur opbouwen.
A
Juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag



Huidtype V verbrandt niet, tenzij de straling enorm hoog is en er geen bescherming is.


A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdstuk 4
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
- Welke producten gebruikt kunnen worden bij de oppervlaktereiniging.
-Welke producten gebruikt kunnen worden bij de dieptereiniging.
- Hoe milia en comedonen verwijderd worden.

Slide 19 - Tekstslide

De oppervlaktereiniging


Zeer geschikt voor het verwijderen van oppervlakkig vuil dat zich bevindt in de buitenste laag van de huid.

Volgorde van oppervlaktereiniging
1. Oogmake-up verwijderen;
2. Lippen reinigen;
3. Gezichtshuid reinigen.

Slide 20 - Tekstslide

De oppervlaktereiniging


Verschillende producten voor een oppervlaktereiniging kunnen zijn:
  • Oogmake-up remover
  • Reinigingsmilk 
  • Reiningsgel
  • Hydrofiele olie
  • Lotion







Effleurage: Langzame strijkbewegingen met je handen, waarbij je handen de huid licht aanraken.

Rotatie: Ronddraaiende bewegingen met de middelvingers.

Slide 21 - Tekstslide

De planning...

Slide 22 - Tekstslide

Praktijk:

Slide 23 - Tekstslide

Praktijk:

Slide 24 - Tekstslide

Praktijk:

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag:
Theorie: Hoofdstuk 4:
Lezen 4.1-4.3
Maken 4.4

Praktijk:
- Huid reinigen met reinigingsmelk (blz 55-60)
- Effleurage (blz 196, 197)
- Blz. 45 deelopdracht 2 huiddiagnose

Slide 26 - Tekstslide