2020-05-14 GM3 Grieks

10 Ἀλλ᾽ οὗτοι οἱ ναῦται κακοὶ ἦσαν· ἐπεὶ γὰρ
τὸν λιμένα ἔλιπον, τὸν Ἀρίονα μὲν πάντα τὰ
χρήματα ἀφελεῖν ἠθέλησαν, αὐτὸν δὲ τὸν
ἄθλιον ἄνδρα εἰς τὴν βαθεῖαν θάλατταν ῥίπτειν.

Maar die zeelui waren slecht; want nadat ze de haven hadden verlaten, wilden ze wilden ze Arion alle bezittingen/geld afpakken en de ongelukkige man zelf in de diepe zee werpen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

10 Ἀλλ᾽ οὗτοι οἱ ναῦται κακοὶ ἦσαν· ἐπεὶ γὰρ
τὸν λιμένα ἔλιπον, τὸν Ἀρίονα μὲν πάντα τὰ
χρήματα ἀφελεῖν ἠθέλησαν, αὐτὸν δὲ τὸν
ἄθλιον ἄνδρα εἰς τὴν βαθεῖαν θάλατταν ῥίπτειν.

Maar die zeelui waren slecht; want nadat ze de haven hadden verlaten, wilden ze wilden ze Arion alle bezittingen/geld afpakken en de ongelukkige man zelf in de diepe zee werpen.

Slide 1 - Tekstslide

Welke twee Griekse woorden worden verbonden door δέ (r.12)? (Je mag het antwoord in Nederlandse letters typen).

Slide 2 - Open vraag

Wat is het verschil tussen
(1) αὐτὸν τὸν ἄνδρα
(2) τὸν αὐτὸν ἄνδρα
(Antwoord door beide woordgroepen te vertalen)

Slide 3 - Open vraag

Ὁ δὲ σοφὸς Ἀρίων τὴν βαρεῖαν τύχην ἔγνω.
15 Ἱκέτευσεν οὖν τοὺς ναύτας · « Ἆρ᾽ οὐ πρῶτον
τοῦ ἀρίστου κιθαρῳδοῦ πάσης τῆς Ἑλλάδος
ἀκοῦσαι ἐθέλετε;»

De verstandige Arion begreep zijn zware lot. Hij smeekte dus de zeelui: 'Jullie willen toch zeker eerst de beste citerzanger van heel Griekenland horen?'

Slide 4 - Tekstslide

Noteer tijd en werkwoord van herkomst van
ἔγνω (r. 14)

Slide 5 - Open vraag

Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van
κιθαρῳδοῦ (r. 16)

Slide 6 - Open vraag

                                           Ἔπεισε δὲ τοὺς ναύτας
πάντας καὶ ἐν πάσῃ τῇ σκευῇ πρῶτον μὲν ᾖδεν
ὕμνον ἡδὺν τῷ Ἀπόλλωνι, μετὰ δὲ τὸν ὕμνον
20 αὐτίκα ἑκὼν ἑαυτὸν ἐκ τοῦ πλοίου ἔρριψεν.

Hij overtuigde alle zeelui en in zijn volledige kostuum zong hij eerst een fijn lied voor Apollo, en meteen na het lied wierp hij zichzelf vrijwillig uit het schip.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
(1) ἐν πάσῃ τῇ σκευῇ
(2) ἐν πάσῃ σκευῇ

Slide 8 - Open vraag

Bekijk alle znw in r. 17-20.
Je vindt dan znw in alle naamvallen behalve de ... ?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 9 - Quizvraag

De les van donderdag 14 mei

  • T 23, r. 10-20 (zorg dat je je schrift en TB bij de hand hebt)
  • Ergon 25




Huiswerkcontrole
Maakwerk: Bas, Marco
Drills: Jonatan, Marco
Vanmiddag om 14.00 uur inhalen



 
Weektaak die 18 mei af moet zijn

  • leren: basisvocabulaire t/m 24 op 93%
  • leren: gramm. 5.10 (drill 5.10 congruentie eenmalig op 100%)
  • maken en nakijken: ergon 23 (alleen β van 1, 4, 6, 8) (foto)
  • maken: T 23, r. 21-30 (foto)




    NB: maandag 25 mei SO na les 24 (zie studiewijzer)
    In principe in Test-Correct.

    Slide 10 - Tekstslide

    10 Ἀλλ᾽ οὗτοι οἱ ναῦται κακοὶ ἦσαν· ἐπεὶ γὰρ
    τὸν λιμένα ἔλιπον, τὸν Ἀρίονα μὲν πάντα τὰ
    χρήματα ἀφελεῖν ἠθέλησαν, αὐτὸν δὲ τὸν
    ἄθλιον ἄνδρα εἰς τὴν βαθεῖαν θάλατταν ῥίπτειν.

    Maar die zeelui waren slecht; want nadat ze de haven hadden verlaten, wilden ze wilden ze Arion alle bezittingen/geld afpakken en de ongelukkige man zelf in de diepe zee werpen.

    Slide 11 - Tekstslide

    Welke twee Griekse woorden worden verbonden door δέ (r.12)? (Je mag het antwoord in Nederlandse letters typen).

    Slide 12 - Open vraag

    Wat is het verschil tussen
    (1) αὐτὸν τὸν ἄνδρα
    (2) τὸν αὐτὸν ἄνδρα
    (Antwoord door beide woordgroepen te vertalen)

    Slide 13 - Open vraag

    Ὁ δὲ σοφὸς Ἀρίων τὴν βαρεῖαν τύχην ἔγνω.
    15 Ἱκέτευσεν οὖν τοὺς ναύτας · « Ἆρ᾽ οὐ πρῶτον
    τοῦ ἀρίστου κιθαρῳδοῦ πάσης τῆς Ἑλλάδος
    ἀκοῦσαι ἐθέλετε;»

    De verstandige Arion begreep zijn zware lot. Hij smeekte dus de zeelui: 'Jullie willen toch zeker eerst de beste citerzanger van heel Griekenland horen?'

    Slide 14 - Tekstslide

    Noteer tijd en werkwoord van herkomst van
    ἔγνω (r. 14)

    Slide 15 - Open vraag

    Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van
    κιθαρῳδοῦ (r. 16)

    Slide 16 - Open vraag

                                               Ἔπεισε δὲ τοὺς ναύτας
    πάντας καὶ ἐν πάσῃ τῇ σκευῇ πρῶτον μὲν ᾖδεν
    ὕμνον ἡδὺν τῷ Ἀπόλλωνι, μετὰ δὲ τὸν ὕμνον
    20 αὐτίκα ἑκὼν ἑαυτὸν ἐκ τοῦ πλοίου ἔρριψεν.

    Hij overtuigde alle zeelui en in zijn volledige kostuum zong hij eerst een fijn lied voor Apollo, en meteen na het lied wierp hij zichzelf vrijwillig uit het schip.

    Slide 17 - Tekstslide

    Wat is het verschil tussen
    (1) ἐν πάσῃ τῇ σκευῇ
    (2) ἐν πάσῃ σκευῇ

    Slide 18 - Open vraag

    Bekijk alle znw in r. 17-20.
    Je vindt dan znw in alle naamvallen behalve de ... ?
    A
    nominativus
    B
    genitivus
    C
    dativus
    D
    accusativus

    Slide 19 - Quizvraag

    We gaan nu nog even oefenen met congruentie tussen znw en bnw. Alle types bnw door elkaar!

    Slide 20 - Tekstslide

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    πόδες (Μ)
    A
    καθαροί
    B
    σούς
    C
    εὐρεῖς
    D
    ταχεῖ

    Slide 21 - Quizvraag

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    εἰκόνα (F)
    A
    μέγαν
    B
    ἀθλίαν
    C
    σοφά
    D
    πᾶσαν

    Slide 22 - Quizvraag

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    ὀνόμασι
    A
    βραχέσιν
    B
    ἡμετέρῳ
    C
    καλαῖς
    D
    φίλοις

    Slide 23 - Quizvraag

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    νόμου
    A
    ἀγαθοῦ
    B
    σώφρονος
    C
    ἡδεῖ
    D
    ἰσχυρός

    Slide 24 - Quizvraag

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    τύχη
    A
    κακή
    B
    θαυμαστά
    C
    αἰσχρά
    D
    ἑκάστη

    Slide 25 - Quizvraag

    Kies alle bnw (meerdere antwoorden mogelijk) die kunnen congrueren met
    φῶς (Ν)
    A
    ὀξέος
    B
    πολύ
    C
    θαυμαστόν
    D
    χαλεπῶν

    Slide 26 - Quizvraag

    Weektaak die 18 mei af moet zijn

    • leren: basisvocabulaire t/m 24 op 93%
    • leren: gramm. 5.10 (drill 5.10 congruentie eenmalig op 100%)
    • maken en akijken: ergon 23 (alleen β van 1, 4, 6, 8) (foto)
    • maken: T 23, r. 21-30 (foto)

    NB: antwoorden extra ergon les 23 op de ELO



      NB: maandag 25 mei SO na les 24 (zie studiewijzer) In principe in Test-Correct.

      • losse woordjes waar je de betekenis (en extra’s) van moet geven [10 items, 7 pt]
      • opdrachtjes m.b.t. herkennen/benoemen bnw/aanw vnw [7 pt]
      • sleepopdracht congruentie (7 znw, 10 bnw/aan vnw (waarvan er 3 overblijven)) [7 pt]
      • drie zinnen met αὐτος (woorden komen voor 90% uit thema 5) [9 pt]

      Slide 27 - Tekstslide