Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Tekst 23: verbazingwekkende prestaties
Tekst 23: verbazingwekkende prestaties
Bespreking tekst t/m regel 14
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekst 23: verbazingwekkende prestaties
Bespreking tekst t/m regel 14
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een overeenkomst in het werk van een logograaf en Herodotus?
Slide 2 - Open vraag
Wat is een verschil in het werk van een logograaf en Herodotus?
Slide 3 - Open vraag
Tekst 23 t/m regel 14
Pak je vertaling erbij
Slide 4 - Tekstslide
Ἀρίονος (r.2). Wie was dit? Citeer het Griekse tekstelement
Slide 5 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van πάσης (r.2)?
A
Ieder, elk
B
(ge)heel
C
alle
D
allen / alles
Slide 6 - Quizvraag
Περὶ (r.3) gaat met een genitivus. Op welke genitivus heeft dit woord betrekking?
A
τῆς ἀληθείας
B
τοῦ λόγου
Slide 7 - Quizvraag
Hoe vertaal je περι της του λογου τουτου ἀληθειας?
Slide 8 - Open vraag
Περὶ δὲ … Κορινθίοις ὁμολογοῦσιν (r.3-4). Wat is de reden dat deze zin vermeld wordt? Denk aan het thema van Herodotus' werk.
Slide 9 - Open vraag
Vertaal: Οὑτος γαρ ὁ Ἀριων ποτε εἰς την Ἰταλιαν ἐβη, οὑ ἐν βραχει χρονῳ πολλα χρηματα ἐλαβεν. (r.5-6)
Slide 10 - Open vraag
Vertaling
Οὑτος γαρ ὁ Ἀριων ποτε εἰς την Ἰταλιαν ἐβη, οὑ ἐν βραχει χρονῳ πολλα χρηματα ἐλαβεν.
Want die Arion ging eens naar Italië, waar hij in korte tijd veel geld verdiende.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de juiste vertaling van πᾶσιν (r.9)?
A
Ieder, elk
B
(ge)heel)
C
alle
D
allen / alles
Slide 12 - Quizvraag
Hoe moet αὐτον in regel 12
worden vertaald?
A
hem
B
zelf
C
zichzelf
D
dezelfde
Slide 13 - Quizvraag
Waarom was Arion naar Italia gegaan?
A
om familie te bezoeken
B
om een opleiding te volgen
C
om geld te verdienen
D
om bezienswaardig-heden te bezoeken
Slide 14 - Quizvraag
Herhaling grammatica
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Tekstslide
3 nieuwe vormen
1. σοφρων, σοφρονος
2. ἑκων, ἑκοντος / ἑκουσα, ἑκουσης
3. ἡδυς, ἡδεια
Slide 16 - Tekstslide
Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
του νομου
A
ἀγαθου
B
σωφρονος
C
ἡδει
D
ἰσχυρος
Slide 17 - Quizvraag
Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
ἡ τυχη
A
κακη
B
θαυμαστα
C
αἰσχρα
D
ἑκαστη
Slide 18 - Quizvraag
Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
ὁ φως
A
ὀξεος
B
πολυ
C
θαυμαστον
D
χαλεπων
Slide 19 - Quizvraag
Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
ποδα (korte poot)
A
βραχεις
B
βραχυν
C
βραχεα
Slide 20 - Quizvraag
Kies de congruerende vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
ὁπλα (zware wapens)
A
βαρεα
B
βαρεια
C
βαρυ
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
G3 Grieks - Argo les 22 Vertaling
10 dagen geleden
- Les met
11 slides
Grieks
Secundair onderwijs
G3 Grieks - Argo les 22 Vertaling
Januari 2021
- Les met
11 slides
Grieks
Secundair onderwijs
p13 tekst 13B, Menelaos en Helena
September 2019
- Les met
10 slides
G2 Grieks Argo les 8
Januari 2021
- Les met
19 slides
Grieks
Secundair onderwijs
Tekst 22: Alles stroomt
Januari 2022
- Les met
20 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Pallas 18A - herhaling
24 dagen geleden
- Les met
24 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
'Apollo' (opfristaak gramm. september)
September 2024
- Les met
27 slides
Grieks
Secundair onderwijs
2021-05-17 GM3 Grieks
Mei 2021
- Les met
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3