Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
8.2 Bloed stroomt
Welkom
Deze les:
herhalen 8.1
Uitleg 8.2
Zelfstandig aan het werk 8.2
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Deze les:
herhalen 8.1
Uitleg 8.2
Zelfstandig aan het werk 8.2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine
Slide 2 - Quizvraag
Rode
bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is de formule voor verbranding?
Slide 4 - Open vraag
Welke 2 hormonen spelen een rol bij glycogeen omzetten naar glucose?
Slide 5 - Open vraag
Lesdoelen
De 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.
Het verschil tussen de 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.
De weg kunnen benoemen die het bloed aflegt in de kleine en grote bloedsomloop.
De rol van zuurstof in de kleine en grote bloedsomloop kunnen uitleggen.
Slide 6 - Tekstslide
Welke soorten bloedvaten heb je?
1. Slagaders
2. Haarvaten
3. Aders
Slide 7 - Tekstslide
Slagaders
Bloed stroomt vanaf het hart naar de organen toe.
Grootste
slagader
in het lichaam is de
aorta
.
Hebben een dikke gespierde wand.
De meeste slagaders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze heen gaan.
Slide 8 - Tekstslide
Haarvaten
In de organen vertakken de slagaders zich in kleine dunne bloedvaatjes (
haarvaten
).
Vervoeren bloed door de organen.
Afgifte en opname van stoffen.
Bloed stroomt langzaam.
Slide 9 - Tekstslide
Aders
De haarvaten komen bij elkaar in
aders
.
Aders vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
Bevatten kleppen en een dunne wand.
De meeste aders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze vanaf komen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart -> longen -> hart
Grote bloedsomloop:
hart -> Alle organen in het lichaam -> hart
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
1. van het hart af = slagader
2. + het orgaan waar het heen gaat
*longen =
long
slagader
*Nieren =
nier
slagader
Andere namen:
*hoofd =
hals
slagader
Naar het hart toe = ader
+ het orgaan waar het van komt
*longen =
long
ader
*nieren =
nier
ader
Uitzonderingen:
*hoofd =
hals
ader
Ezelsbruggetjes +
rood: zuurstofrijk
/
blauw: zuurstofarm
Slide 16 - Tekstslide
poortader
Er bestaat
wel
een maag
slagader
en darm
slagader
Maar
geen
maag
ader
of darm
ader
-> het bloed gaat via de poortader, lever en leverader terug naar het hart.
Slide 17 - Tekstslide
Tip voor het examen:
Leer de namen van de bloedvaten.
Leer de bloedvaten rondom de lever, maag en darmen.
Leer de verschillen tussen een slagader, ader en haarvat.
Slide 18 - Tekstslide
20. Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem
Slide 19 - Sleepvraag
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer
Slide 20 - Sleepvraag
1
2
3
4
lucht
koolstofdioxide
zuurstof
bloed
Slide 21 - Sleepvraag
Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Slide 22 - Sleepvraag
Ader
Slagader
Haarvat
Slide 23 - Sleepvraag
Zelf aan de slag (8.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.
Kijk ook op je planner
.
Opdrachten 8.2 (WB blz. 77 t/m 81)
Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 48 t/m 50)
Samenvatting werkboek (WB blz. 103 + 104)
Digitaal Werkboek in Cumlaude
Slide 24 - Tekstslide
Herhaling
1.
Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?
2.
In welke soort bloedvaten vindt de opname en afgifte van stoffen plaats?
3.
Slagaders hebben een dikke gespierde wand, waarvoor is dit nodig?
4.
Waarvoor dienen de kleppen in aders?
5.
Welke route legt het bloed af in de kleine bloedsomloop?
6.
Welke route legt het bloed af in de grote bloedsomloop?
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen
April 2019
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bloedsomloop
Januari 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
September 2023
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5H 11.2 Transportvaten
Mei 2023
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5H 11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid klassikaal
September 2023
- Les met
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
April 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5V 9.1 Hart en bloedsomloop
Juli 2022
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5