Modern Sprookje les 1

Welkom bij het vak TONEEL
Voor deze les heb je nodig:

- een tweede scherm om in te loggen op lessonup
- je mag alvast inloggen!


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ToneelMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak TONEEL
Voor deze les heb je nodig:

- een tweede scherm om in te loggen op lessonup
- je mag alvast inloggen!


Slide 1 - Tekstslide

Programma online les

  • Aanwezigheid controleren
  • Uitleg vloggen
  • Toets opdracht sprookjes personage
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
1. Je kunt een spannend verhaal verzinnen dat jouw sprookjes personage heeft meegemaakt.
2. Je kunt een vlog opnemen van jouw sprookjes personage.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een vlog?

Slide 4 - Woordweb

Welke tip kun je geven om een vlog zo goed en boeiend mogelijk te maken?

Slide 5 - Open vraag

Tips
Tip 1:  Kijk naar anderen
Kijk goed hoe anderen het doen. Daar kun je veel van leren. Op YouTube staan ook lessen waarin wordt uitgelegd hoe je een filmpje of vlog maakt.

Tip 2: Bloopers zijn leuk
Iedereen maakt weleens foutjes. Je struikelt over een draad, of opeens gaat het licht uit. Deze bloopers kun je uit je filmpje knippen, maar je kunt ze er ook in laten. Misschien maken ze je vlog juist heel grappig!

Tip 3: In- en uitzoomen
Je kunt iemand helemaal in beeld brengen, dat heet totaal. Je kunt een beetje inzoomen en een deel laten zien, dat heet medium. Of je kunt heel dichtbij komen en een close-up maken. Dat gebeurt vaak als het om emoties gaat. Of om het spannend te houden, dat je niet meteen ziet wat er gebeurt.




‘Wat er op de achtergrond te zien is, vertelt veel over jou als persoon’, zegt Mirjam. ‘Je kunt niet zeggen: “Ik hou van natuur” en dat in een gebouw filmen.’ Ze laat een foto zien van een man die een selfie maakt met een baby. Op de achtergrond zit een hond, maar de foto is zo gemaakt, dat het lijkt alsof het dier op het hoofd van de baby poept. Iedereen lacht. ‘Oeps! Ook daarom is het belangrijk om na te denken welke achtergrond je kiest.’

Tip 5: Let op het geluid
‘Geluid is ook heel belangrijk. Bedenk goed: wat wil ik horen? Als je iemand interviewt, moet de microfoon niet verder zijn dan een meter van degene die praat. Of je moet in een heel stille kamer filmen. Maar soms wil je juist laten horen in welke omgeving je bent, zoals een drukke straat.’

Tip 6: Film horizontaal
Veel smartphones kunnen tegenwoordig goede filmpjes maken. Let dan wel op dat je je telefoon in de breedte draait. Als je rechtop filmt, komen er als je de video op YouTube zet, twee zwarte balken naast.

Tip 7: Onderscheid jezelf en wees jezelf
Laat zien dat jij jezelf bent en wat jou anders maakt dan anderen. Als je heel nep doet, kijken mensen liever naar iemand anders. Maar je mag jezelf best een beetje overdrijven. Ben je vrolijk? Doe dan nog net iets vrolijker. Dat komt beter over op de camera.

Tip 8: Maak je vlog persoonlijk
‘Hoe persoonlijker je vlog, hoe nieuwsgieriger anderen zullen zijn’, zegt Evelien. ‘Want jij vertelt iets wat niemand anders kan vertellen.’

Tip 9: Film niet teveel
‘Hoe meer je filmt, hoe langer je erover doet om er een film van te maken’, legt Mirjam uit. ‘In plaats van twee minuten lang de camera aan hebben terwijl je naar een broodjeszaak loopt en daar een broodje koopt, kun je ook drie shots van elk drie seconden maken. Eén waarin je loopt, één waarin je een broodje koopt en één waarin je die opeet. Dan heb je maar negen seconden nodig en kun je een lang verhaal kort vertellen.’

Tip 10: Kijk naar anderen
Kijk goed hoe anderen het doen. Daar kun je veel van leren. Op YouTube staan ook tutorials, lessen waarin wordt uitgelegd hoe je een filmpje of vlog maakt.

Slide 6 - Tekstslide

Tips
Tip 4: Let op het licht
Als je met je rug naar de zon staat, is je gezicht op de camera heel slecht te zien. Jij wordt dan helemaal donker, terwijl het achter je heel licht is. Tegenlicht heet dat. Let dus goed op het licht voordat je gaat filmen.

Tip 5: Let op de achtergrond
Wat er op de achtergrond te zien is, vertelt veel over jouw personage. 

Tip 6: Let op het geluid
Geluid is ook heel belangrijk. Bedenk goed: wat wil ik horen? Soms wil je juist laten horen in welke omgeving je bent, zoals een drukke straat.

Tip 7: Film horizontaal
Veel smartphones kunnen tegenwoordig goede filmpjes maken. Let dan wel op dat je je telefoon in de breedte draait. Als je rechtop filmt, komen er als je de video op YouTube zet, twee zwarte balken naast.


Laat zien dat jij jezelf bent en wat jou anders maakt dan anderen. Als je heel nep doet, kijken mensen liever naar iemand anders. Maar je mag jezelf best een beetje overdrijven. Ben je vrolijk? Doe dan nog net iets vrolijker. Dat komt beter over op de camera.

Tip 8: Maak je vlog persoonlijk
‘Hoe persoonlijker je vlog, hoe nieuwsgieriger anderen zullen zijn’, zegt Evelien. ‘Want jij vertelt iets wat niemand anders kan vertellen.’

Tip 9: Film niet teveel
‘Hoe meer je filmt, hoe langer je erover doet om er een film van te maken’, legt Mirjam uit. ‘In plaats van twee minuten lang de camera aan hebben terwijl je naar een broodjeszaak loopt en daar een broodje koopt, kun je ook drie shots van elk drie seconden maken. Eén waarin je loopt, één waarin je een broodje koopt en één waarin je die opeet. Dan heb je maar negen seconden nodig en kun je een lang verhaal kort vertellen.’

Tip 10: Kijk naar anderen
Kijk goed hoe anderen het doen. Daar kun je veel van leren. Op YouTube staan ook tutorials, lessen waarin wordt uitgelegd hoe je een filmpje of vlog maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Toets opdracht 

  • Je gaat een vlog opnemen van jouw sprookjes personage
  • De vlog duurt minimaal 1 en maximaal 2,5 minuut



Slide 8 - Tekstslide

WIE


  • Het sprookjes personage dat je zou spelen, komt terug!
  • Denk aan de stem, houding, gedrag en kleding.



Slide 9 - Tekstslide

WAT
  • Jouw personage gaat vertellen wat hij/zij heeft meegemaakt in het sprookje:

BEGIN: voorstellen van jouw personage

MIDDEN: spannend verhaal vertellen dat je hebt meegemaakt
EIND: afsluiten van jouw vlog / cliffhanger! 

Slide 10 - Tekstslide

WAAR
  • Op welke plek neem je de vlog op? 
  • De plek moet passen bij jouw personage.

Slide 11 - Tekstslide

Beoordeling

  • Je speelt een duidelijk sprookjes personage 
  • Je durft te overdrijven
  • De vlog is boeiend om naar te kijken, er zit een probleem in
  • De locatie van de vlog past bij het verhaal
  • De vlog is op tijd ingeleverd


Je krijgt een O, V, RV of G. 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk

  • Lever de vlog in voor volgende les.
  • Je kunt het filmpje inleveren op It's learning (toneel jaar 2)
  • Je kunt het filmpje ook via de chat van Teams sturen (paperclip)
  • Volgende week is de laatste les en zullen we een aantal vlogs bekijken.
VEEL SUCCES!

Slide 13 - Tekstslide