Het totale bedrag van de verkochte producten noem je
A
Omzet
B
Afzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst
Slide 14 - Quizvraag
Formule:
Omzet
inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-
-
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst
Slide 16 - Quizvraag
Je spreekt van verlies als de nettowinst ......... is dan €0.
A
groter
B
kleiner
Slide 17 - Quizvraag
Brutowinst is €500,- Mijn bedrijfskosten zijn €300,- Nettowinst = ...
A
€ 800,-
B
- € 200,-
C
€ 200,-
D
-€ 800
Slide 18 - Quizvraag
Brutowinst is € 8.000,- Bedrijfskosten zijn €1.000,- Nettowinst = ...
A
€ 9.000,-
B
€ 7.000,-
C
-€ 7.000,-
D
-€ 9.000,-
Slide 19 - Quizvraag
In de voetbalkantine worden op een goede zaterdag 700 tosti's gekocht voor €1,50 per stuk. Inkoopkosten zijn €0,50 per stuk. Aan verzekeringen is de vereniging €150 kwijt en aan overige kosten €300. Wat is de nettowinst of nettoverlies van de voetbalkantine?
A
€250 nettowinst
B
€400 nettowinst
C
€600 nettowinst
D
€700 nettowinst
Slide 20 - Quizvraag
Joris kan door efficiënter te werken de bedrijfskosten in zijn bedrijf verlagen met € 4.500 per jaar. De brutowinst stijgt uiteindelijk met € 4.200. Wat is het effect op de nettowinst?
A
De nettowinst stijgt met € 8.700
B
De nettowinst daalt met € 8.700
C
De nettowinst stijgt met € 4.500
D
De nettowinst blijft gelijk
Slide 21 - Quizvraag
Vandaag
Planning bespreken
Vorige paragraaf herhalen (Huiswerk bespreken)
Hoofdstuk 3 paragraaf KT 3/B 4
Vragen beantwoorden
Huiswerk
Slide 22 - Tekstslide
Doel: Kijk op cijfers
(B) Ik kan bedrijfsgegevens uitdrukken in procenten.
(KGT) Ik kan de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken.
Ik kan de winstgevendheid en groei van bedrijven berekenen.
Slide 23 - Tekstslide
Formule:
Omzet
inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-
-
Slide 24 - Tekstslide
Bespreken
opdracht
Slide 25 - Tekstslide
Het vergelijken van bedragen
Bedrijf A: omzet € 100.000
Bedrijf B: omzet € 20.000
Welk bedrijf doet het beter?
Slide 26 - Tekstslide
Het vergelijken van bedragen
Bedrijf A: nettowinst € 1.000
Bedrijf B: nettowinst € 4.000
Welk bedrijf doet het beter?
Slide 27 - Tekstslide
Het vergelijken van bedragen
Conclusie: Ga niet zomaar op bedragen af.
Beter: vergelijken in procenten
Slide 28 - Tekstslide
Het vergelijken van procenten
Bedrijfsgegevens zijn goed te vergelijken met de gemiddelde percentages voor de inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst.
De ondernemer kan aan de percentages zien of zijn bedrijf beter of slechter presteert dan gemiddeld.
Slide 29 - Tekstslide
Vraag: wat is de brutowinst in procenten van de omzet?
1) Wat is de omzet?
2) Hoeveel is de brutowinst?
Maak een tabel!
Slide 30 - Tekstslide
Procenten
Procent
.. %
Bedrag in €
Rente
BTW
Toename/afname bv korting
enz.
↷
↷
Berekenen dmv:
tabel
formule
Slide 31 - Tekstslide
Vraag: wat is de brutowinst in procenten van de omzet?
Procent
100%
Bedrag in €
↷
↷
1) omzet = € 220.000
2) brutowinst = € 132.000
3) welke is 100%?
4) Vul de tabel in
Maak de tabel
Slide 32 - Tekstslide
Vraag: wat is de brutowinst in procenten van de omzet?
Procent
100%
?
Bedrag in €
220.000
132.000
↷
↷
1) omzet = € 220.000
2) brutowinst = € 132.000
3) welke is 100%?
4) Vul de tabel in
Ziet jouw tabel er ook zo uit?
Slide 33 - Tekstslide
Vraag: wat is de brutowinst in procenten van de omzet?
Procent
100%
Bedrag in €
220.000
1
132.000
↷
↷
5) zet de 1 in het midden van de 2 bekende
6) vul in wat bij de pijltjes hoort
7) reken uit
Slide 34 - Tekstslide
Procent
100%
?
Bedrag
220.000
1
132.000
Wat je onder in de tabel doet,
moet je boven ook doen !!
8) geef je antwoord
↷
↷
: 220.000
x 132.000
100 :220.000 x 132.000 = ...%
Slide 35 - Tekstslide
Rekenvaardigheden
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 36 - Tekstslide
Rente
Procent
Bedrag in €
In 2015 was het gemiddelde pinbedrag € 28,97.
In 2016 daalt dit met 5,8%.
Bereken het gemiddelde pinbedrag van 2016.
Vul de tabel in
Slide 37 - Tekstslide
Rente
Procent
100%
1
5,8
Bedrag in €
28,97
?
In 2015 was het gemiddelde pinbedrag € 28,97.
In 2016 daalt dit met 5,8%.
Bereken het gemiddelde pinbedrag van 2016.
Welke berekening?
Slide 38 - Tekstslide
Rente
Procent
100%
1
5,8
Bedrag in €
28,97
?
In 2015 was het gemiddelde pinbedrag € 28,97.
In 2016 daalt dit met 5,8%.
Bereken het gemiddelde pinbedrag van 2016.
: 100 x 5,8
Slide 39 - Tekstslide
Rente
Procent
100%
1
5,8
Bedrag in €
28,97
1,68
In 2015 was het gemiddelde pinbedrag € 28,97.
In 2016 daalt dit met 5,8%.
Bereken het gemiddelde pinbedrag van 2016.
: 100 x 5,8
€ 28,97 - € 1,68 = €27,29
Slide 40 - Tekstslide
Je ziet in de etalage een jeans. De normale prijs is € 80. De prijs nu is € 55. De korting is € 25.
Hoeveel procent is de korting?
A
8%
B
20%
C
12,5%
D
25%
Slide 41 - Quizvraag
Er zitten 25 leerlingen in een klas. Vandaag zijn er 6 leerlingen naar een praktijkles.
Hoeveel procent van de leerlingen is naar een praktijkles?
A
2,5%
B
4,2%
C
24%
D
25%
Slide 42 - Quizvraag
Antwoord lesdoel(en)
Slide 43 - Open vraag
BK
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+2+3+4
(incl rekentrainer)
KGT
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1+5+2+3
(incl rekentrainer)
Huiswerk 5 december
Slide 44 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?